Zuidlaren, Hervormde kerk
Informatie over de kerk

Ansichtkaart
beschreven in 1958
Garrels-orgel
1716: Het eerste orgel is gebouwd door Rudolph Garrels en Johannes Radeker.
In het oudste nog aanwezige Kerkvoogdijboek van Zuidlaren staat genoteerd:
'in
die Beide orgelmaeckers van kercken Gelt uitgegeven op Den 25 Desb 1716 Een som van Hondert gld jeder gld 20 stuijver segge 100-0-0'. (13) (25)
(26)

De honderd gulden zal niet het volledige bedrag geweest
zijn. Misschien was dit alleen het bedrag dat de Kerkvoogdij betaalde. De toevoeging
'van kercken Gelt' zou er op kunnen wijzen
dat een van de families Van Selbach of Drews erbij betrokken was. (14)
Een andere mogelijkheid zou kunnen zijn dat het orgel van
Eelde of delen daarvan uit 1649? in
Zuidlaren zijn hergebruikt. Garrels bouwde in 1713 een nieuw orgel voor
Eelde.
De kosten van het orgel in Anloo bedroegen f 1450,-. Het orgel van Zuidlaren was
iets kleiner, maar had ook 2 manualen. Rudolph Garrels, zegt hier niets over als hij op 25 Juni 1718 in een
brief aan de Schulte van Meppel de orgels van zijn hand opsomt.
Het is niet onaannemelijk dat de families Van Selbach of De Drews net zo gehandeld hebben als de families,
die betrokken waren bij de bouw van de orgels in Eelde en Anloo in dezelfde
tijd.
Op 18-11-1719 een uitgave van 18-0-0
voor het opnemen van het orgel (stemmen?)
Op 08-12-1719 krijgt Harmen Wever
5-0-0 voor het 'puster treen'.
Op 14-10-1720 krijgt Radeker 6-0-0 voor het
onderhoud van het orgel in 1720
Op 12-11-1725 een uitgave van 7-17-0 aan
Jacob Henrick? voor verteringe van die orgelist Havinga en anders? in jaar 1725
Op 21-06-1727 aan die orgelmaacker voor het repareren van het orgel 145-0-0
In mei 1728 aan D Cnopmaker voor Pusten Treen 6-0-0
Op 15-6-1728 An d
Orgelmaker voor onderholt van orgel jaarlijks 6-0-0
Op 17-6-1729 Orgelmaker
onderhoud orgel 10-0-0
Op 18-03-1738 Puyster treen aan Claas Albers 6-0-0
Op 07-10-1739 Harms Smit (1/2 jr. puster treen + uurwerck) 6-0-0
Op
20-04-1741 Aan Orgelmaker 110-0-0
Op 28-09-1742 Roelof Snider voor puster
treen van jaar 1741 6-0-0
Op 17-12-1742 Roelof Roelfs? voor puister treden
1742 6-0-0
Op 10-01-1743 Schonen van het orgel 10-0-0
Op 03-04-1744
Schonen van het orgel 10-0-0
Op 14-12-1744 Roelof Roelfs? voor puister treden
1744 6-0-0
Op 16-05-1745 Aan de orgelmaker voor het schonen van het orgel
(1744-1745) 20-0-0
Op 04-05-1745 Aan de orgelmaker voor het schonen van het
orgel 1746 10-0-0
Op 26-12-1745 Roelof Roelfs? voor puister treden 1746 6-0-0
Op 19-05-1747 Voor het schonen van het orgel aan de orgelmaker 1747 10-0-0
Op
26-12-1747 Roelof Roelfs? voor puister treden 1747 6-0-0
Op 22-04-1748 Aan de
orgelmaker voor het schonen van het orgel 1748 10-0-0
Op 07-06-1749 Aan de
orgelmaker voor het schonen van het orgel 1749 10-0-0
Op 24-12-1749 Roelof
Roelfs? voor puister treden 1749 6-0-0
Op 26-05-1750 Aan de orgelmaker voor
het schonen van het orgel 1750 10-0-0
Op 16-01-1751 Roelof Roelfs? voor
puister treden 1750 6-0-0
Op 24-05-1751 Aan de orgelmaker voor het schonen
van het orgel 1751 10-0-0
Op 27-12-1751 Roelof Roelfs? voor puister treden
1751 6-0-0
Op 18-05-1752 Aan de orgelmaker voor het schonen van het orgel
1752 10-0-0
Op 26-12-1752 Roelof Roelfs? voor p. tr. 6-0-0 (26)
(25)
1718: Van 3 juni dateert een
rekening van orgelmaker Radeker van en van beeldhouwer Jan de Rijk. (25)

Klik op de afbeelding voor een vergroting


Provinciale Drentsche en Asser courant 16-06-1863
1786:
Reparatie door Dirk Lohman volgens bovenstaand krantenbericht. Dit wordt ook bevestigd in het
artikel 'De orgelmakers Lohman te Groningen en Assen' van Frans Talstra in de
Mixtuur van december 1971 (11)
24 juli an de orgelmaker
Derk Loman Voor het repareren voor een derde part=Volgens accoord met hem
gemaakt na ..... 60=0=0
9 sept an de orgelmaker Derk Loman Voor het reparen
het tweede termijn Volgens accoord met het gemaakt na quite 60=0=0
22 okt an
de orgelmaker Derk Loman Het derde of laatste termijn Wegens het repareren van
het orgel en daar en boven nog twee gouden ducaten tot een duurzame Quite 60=0=0

Klik op de
afbeelding voor een vergroting(26)
1851: Organist B. Blomsma gaat met pensioen. Er
wordt een vergelijkend examen georganiseerd voor het kiezen van een opvolger.



Drentsche courant 04-04-1851


Drentsche courant 08-04-1851
ca. 1850: Het orgel
wordt vermeld in de dispositieverzameling van Broekhuyzen

1859: Door de komst van het Meere-orgel verdwijnt het orgel van
Rudolph Garrels
Het Meere orgel vanaf 1859 in Zuidlaren
Geschiedenis te Beusichem
(1787-1859)
1787: Het orgel is gebouwd door Abraham Meere voor de dorpskerk van Beusichem met eén manuaal.
Op 15 juli van dat jaar werd het opgeleverd. Zie hieronder het verslag
van de ingebruikname.




Boekzael der geleerde wereld nr. 144 1787
De dispositie is opgetekend in de vroeg-19e-eeuwse lijst van orgeldisposities, genoteerd door G.W. Lohman: (12)

Ook komt het orgel voor in Historique de la facture et des facteurs d'orgue door
Gregoir op pagina 212 (07)
1845: Het instrument wordt uitgebreid met een positief door A.A. Kuerten te Huissen bij Arnhem.
Dispositie op basis van de notitie, die Johan van Meurs maakte in de jaren '30
van de vorige eeuw
Hoofdwerk |
|
Positief |
|
Pedaal |
Bourdon |
16' |
Roerfluit |
8' |
Aangehangen |
Prestant |
8' |
Viola da Gamba |
8' |
|
Fluit travers |
8' |
Flûte traverse |
8' disc. |
|
Holpijp |
8' |
Prestant |
4' |
|
Octaaf |
4' |
Woudfluit |
2' |
|
Fluit |
4' |
|
|
|
Superoctaaf |
2' |
|
|
|
Quint |
3' |
|
|
|
Mixtuur |
III b/d |
|
|
|
Trompet |
8' b/d |
|
|
|
Ca. 1850: Dispositie volgens Broekhuyzen

1858: Het orgel van Beusichem wordt te koop aangeboden

Opregte
Haarlemsche Courant 18-02-1858
De veiling levert een bedrag op van f
500,- voor aftrek van de veilingkosten (05)
1859: Op 14 juni komt in de
kerkvoogdijvergadering aan de orde dat Van Oeckelen een orgel uit Beusichem te
koop heeft voor f 2.000,- De nieuwwaarde zou f 5.000,- bedragen.
Het huidige
orgel is versleten. Er dient toestemming aan de notabelen te worden gevraagd om
het orgel aan te kopen.
Op 15 juni
is er een gecombineerde vergadering en wordt besloten het orgel aan een
onderzoek te onderwerpen.
Op drie achtereenvolgende kerkvoogdijvergaderingen
van 18 juli, 27 juli, 12 augustus en 22
november
komt het orgel weer ter sprake. Het orgel is onderzocht en goed bevonden.
Plaatsing
van het aangeschafte orgel kan binnenkort gebeuren. Wel dient de orgelzolder te
worden vergroot en versterkt met ijzeren balken. Ook wordt overlegd hoe de
aanschaf te financieren.
De kas
van het oude Garrels-orgel is verkocht voor f 50,- en het pijpwerk met 550 pond
lood à 10 cent leverde f 55,- op. De oude blaasbalg leverde f 15,- op.
Volgens een mededeling van H. G. de Olde zou N.A.G. Lohman in 1861 delen van het orgel van Zuidlaren
hebben
hergebruikt bij de plaatsing en herbouw van een orgel in de Hervormde Kerk van Eppenhuizen. In
1882 maakte Doornbos, toen een nieuwe kerk werd gebouwd, een deels nieuwe kas
met gebruikmaking van de oude wangen.
Na de sluiting van de kerk in 1976 is het orgel in 1990 opgeslagen bij Mense Ruiter. De
zijwangen zijn in 1990 hergebruikt
voor het Arp Schnitger-orgel van Nieuw Scheemda. (27)
In
het boek van Edskes en Vogel worden de wangen van Nieuw-Scheemda ook genoemd. Ze
zijn afkomtig uit Eppenhuizen, maar Zuidlaren wordt niet genoemd. (28)
Victor Timmer beschrijft het orgel van Eppenhuizen in een artikel in het
tijdschrift Het Orgel. Daar wordt geen connectie gelegd met het afgebroken orgel
van Zuidlaren. (30)

Het orgel wordt naar Zuidlaren overgebracht door Petrus van Oeckelen. De dispositie wordt
daarbij waarschijnlijk gewijzigd. De zwaan bovenop het orgel
is zeer waarschijnlijk door Van Oeckelen aangebracht.

Provinciale Drentsche en Asser courant 12-07-1859
Waarschijnlijk kende Van Oeckelen het orgel in Beusichem. Van Oeckelen deed in de buurt wel meer zaken:
hij bouwde bijvoorbeeld in 1867 een nieuw orgel voor Maurik.
Tot 1936 waren op het orgel nog twee opschriften te lezen: 'Abraham Meere Fecit Utrecht AO 1787'
en 'A.A. Kuesten orgelmaker te Huisen/AO 1845' (J. Belonje en J.
Westre van Holthe: Genealogische en Heraldische Gedenkwaardiheden in en uit de kerken der Provincie Drenthe; Assen 1937) Overigens moet Kuesten als Kuerten worden gelezen. (7)
Theo Jellema vond in Arum een brief die meer duidelijkheid geeft hoe het orgel
in Zuidlaren is terecht gekomen. (04)
Een hr. Van Heijde heeft het orgel voor f 2.100,- aangekocht. Trip had het dus
eigenlijk voor Wons bestemd.

Klik op de afbeelding voor een vergroting |
Groningen 20 juni 1859 Amice!
Ingevolge onze afspraak om te schrijven, zoo spoedig de gemeente
Zuidlaren zich houden hebben gedecideerd omtrent het orgel, waarover
ik U heb gesproken, en hetwelke U had bestemd voor de gemeente Wons.
Zo haast ik nog U te melden dat de Heer Van Heijde dat orgel heeft
aangekocht voor f 2100, waarvan ik gisteren berigt ontving. De heer
van Oeckelen heeft nog tevens berigt, dat hij bezig is met een dergelijk orgel samentestellen, hetwelke evenwel wel iets hooger in prijs
zoude moeten komen. |
Om het orgel in Zuidlaren te kunnen plaatsen
moest het orgelbalkon worden vergroot. De Kerkenraadnotulen van 28 Augustus 1859 spreken ervan:
'Deze
vergadering die anders gewoonlijk in Junij gehouden wordt, was zoolang uitgesteld, omdat de Avondmaalsviering niet eer plaats kon hebben wegens het plaatsen van een nieuw orgel en
de daaruit voorvloeijende noodwendige veranderingen in het binnenste des kerkgebouws'.
(15)
Van het oude orgelbalkon, bleef nog een geprofileerde lijst bewaard die direct links van de zuidelijke
ingang van de kerk begint en rustend op de twee westelijke pilaartjes, over de hele breedte van de kerk loopt. De uitbouw naar het oosten met de gebogen
tribune-borstwering is uit 1859; daarin is ook het met deze borstwering corresponderende onderste deel van de orgelkast begrepen. Hier zij opgemerkt dat de kleur van het orgel
eertijds in hoofdzaak donkerrood ('mahonie') is geweest; via zwart en zilver zijn de kleuren bruin met goud geworden. (16)
In de krant wordt ten onrechte van Oeckelen aangewezen als de bouwer van
het instrument.

Provinciale Drentsche
en Asser courant van 12-07-1859



Provinciale Drentsche en Asser courant 27-10-1866, 08-09-1868,
21-11-1868

Provinciale
Drentsche en Asser courant 05-04-1872

Provinciale
Drentsche en Asser courant 16-06-1874
1877: Op 11
september wordt een uitgave van f 210,20 genotterd aan A. Radsma voor het verven
van orgel en kerk (25)


Provinciale
Drentsche en Asser courant 28-11-1906, Nieuwsblad van het Noorden 25-11-1906
1906-1910: Ongedateerd voorstel voor een reparatie aan het
orgel voor f 320,-
- De blaasbalgen dienen opnieuw te worden beleerd
-
Orgel uit elkaar nemen en schoonmaken, pijpwerk nazien en gebreken herstellen
-
Vervangen draadwerk en afstellen tractuur tweede klavier
- Herstellen
koppelmechaniek manualen (20)

Klik op de afbeelding voor een vergroting

Provinciale Drentsche en Asser courant 01-01-1909 (Beschrijving geschiedenis
kerk Zuidlaren)
Klik op de afbeelding voor een vergroting

Provinciale
Drentsche en Asser courant 28-06-1918 H.J. Smit uit Zuidlaren slaagt voor een
NOV-diploma

Nieuwsblad van het Noorden 12-08-1927

Ansichtkaart 1924 (23)

Notitie door
Mense Ruiter van voor de restauratie door Spiering (06)

Nieuwsblad van het
Noorden 27-04-1936
Van Oeckelen bleef tot 1924 jaarlijks het orgel stemmen.
Daarna werd het overgenomen
door H. Thijs. Deze stembeurten werden doorgaans verricht voor f 18,- met af en
toe wat afwijkende bedragen.
De organist kreeg f 60,- per jaar en de
orgeltrapper f 12,- In 1906 wordt
er f 320,- gereserveerd voor onderhoud van het orgel dat in
1905 werd uitgevoerd.
In 1932
verdient de organist f 250,- per jaar en de orgeltrapper f 50,- In de jaren '30
van de 20e eeuw lopen de kosten voor het onderhoud van het orgel langzamerhand
op. (17) (24)
1936: In het begin van de jaren '30 werd er een orgelfonds gesticht.
Johan van Meurs gaf in 1933 een concert ten bate van het orgelfonds. Hij
functioneerde als adviseur bij de door Spiering in 1936 uitgevoerde
werkzaamheden.
In een artikel in de Zuidlaarder Courant van 19 december 1936 schreef
Van Meurs dat de beide windlades doorspraak hadden, er houtworm voorkwam en dat
de toevoegingen uit 1845 in slechte staat waren. De orgelkas werd verdiept omdat
beide werken achter elkaar werden geplaatst.
Het is niet meer vast te stellen
welk deel van de restauratieplannen door van Meurs werd geadviseerd en wat bij
Spiering vandaan kwam.
Een offerte van Bakker & Timmenga, waarin de mechanische
tractuur werd behouden, werd om financiële redenen aan de kant gelegd.
Op 12 januari 1937 schreef Johan van Meurs aan de predikant van de kerk in Anloo over
de restauratie in Zuidlaren: 'In december j.l. werd het orgel in der Herv.
Kerk te Zuidlaren onder mijn toezicht omgebouwd en naar ik meen tot genoegen van
de gemeente en zal de predikant Ds. Dikboom gaarne bereid zijn U inlichtingen te
verstrekken.'
Ook de kerkvoogden waren tevreden
met
het resultaat van de restauratie. Zij schreven op 15 januari 1937 aan van Meurs:
'Attest als deskundig Orgeladviseur voor den heer Joh. B. van Meurs.
Kerkvoogden en Orgelfonds Commissie van de Ned. Herv. Gem. Zuidlaren geven bij
dezen gaarne kennis van hunne grootte tevredenheid aan de heer Joh. B. van Meurs
muziekleeraar en Organist te Groningen voor zijn deskundig advies en toezicht
voor en bij den geheelen ombouw van het Orgel in de h.g. Kerk gedaan. Wij
kunnen den heer van Meurs met alle vertrouwen aanbevelen.' (10)
De werkzaamheden van Spiering uit Dordrecht staan gespecificeerd in het
contract van 19 september. De
kosten bedroegn f 2600,- (08).
De financiering van de restauratie vond deels plaats via renteloze leningen, die later werden
terugbetaald (21) en via
intekenlijsten. (22)


De werkzaamheden begonnen op 28 September 1936. (18)
De
klaviatuur werd verplaatst van de achterzijde naar de
zijkant van het orgel. De orgelkas werd ongeveer twee maal zo diep gemaakt. Het pijpwerk werd opnieuw geïntoneerd.
In de dispositie werden enkele
wijzigingen aangebracht: de Flûte traverse werd vervangen door een Viola d'amour 8';
de Gamba werd omgenoemd naar een Voix Celeste.
De Trompet werd vervangen
door een nieuw exemplaar.
Op 21 December 1936 werd het orgel ingewijd met een concert door
adviseur Johan van Meurs, mevr.Van Eelen-Archer sopraan
en het Hervormd Kerkkoor onder leiding van D. Schoenmaker. (19)

Johan van Meurs noteerde de gegevens van het orgel in zijn dispositiecahier voor en na de
werkzaamheden door Spiering (Klik op
de afbeelding voor een vergroting) (10)



Nieuwsblad van het Noorden 27-04-1936, 11-08-1936,
Nieuwe Utrechtsche courant 10-08-1936




Nieuwsblad
van het Noorden 29-09-1936, 18-12-1936, 21-12-1936, 22-12-1936

Nieuwe
provinciale Groninger courant 19-12-1936


Het
Orgel-1937-januari, Kerkvoogdijblad februari 1937




Zuidlaarder Courant 18-12-1936, 19-12-1936 (06)
Voor
de verbouwing van het orgel door Spiering waren onderstaande opschriften nog
aanwezig bij de klaviatuur:

Genealogische en
heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Drenthe 1937

De Banier,
31-01-1938


Provinciale Drentsche en Asser courant 12-04-1938, 01-06-1938


Provinciale
Drentsche en Asser courant 18-05-1945, 22-04-1947
1956: Op
3 december
vraagt de kerkvoogdij advies aan de Hervormde Orgel Commissie (HOC) voor herstel
van het orgel, onder het beding dat voor die tijd eerst de kosten bekend moeten
zijn.
Op 12 december een
antwoord van de HOC. De HOC wil graag een advies uitbrengen. Medewerkers dienen
dan een onderzoek ter plaatse te brengen. De kosten van dit onderzoek bedragen f
45,-
Op 17 december meldt de
kerkvoogdij dat ze graag gebruik maken van het advies van de HOC. (20)
1957: Het rapport van de HOC dateert van
27 april. Orgelmaker Spiering heeft
in de bestaande, met 1 meter verdiepte, orgelkas een pneumatisch orgel geplaatst
met een speeltafel aan de zijkant. De membramen zijn in slechte staat en veel
pijpwerk zijn zeer beschadigd, onoordeelkundig gerepareerd en spreken slecht
aan.
De Trompet 8' is deels van zink. Van de Mixtuur missen het 3e en 4e koor
gedeeltelijk. De Bourdon 16' heeft bolstaande wanden en loszittende stoppen.
Een klein gedeelte van het pjpwerk is uit het oude orgel overgenomen. Het
pedaalklavier kleppert en de windmotor maakt veel lawaai en staat in een te
koude ruimte opgesteld.
Herstel is niet aan te raden omdat de kosten niet
opwegen ten opzichte van de baten. Het orgel is van fabrieksmatige makelijk. De
orgelmaker wordt gekenschetst als een prutser.
Beter is het een nieuw orgel
aan te schaffen.
Op 20 mei komt
er een reactie van de kerkvoogdij. Het rapport van de HOC is doorgesproken. Men
is zeer teleurgesteld over het resultaat. Geld voor de aanschaf van een nieuw
orgel is niet beschikbaar. Wat zou een nieuw orgel kosten? Kan de kerkvoogdij
wel doorgaan met Spiering qua onderhoud en stemmen? Er is wel besloten een fonds
te vormen voor de aanschaf van een nieuw orgel. Het orgel is voor f 25.000,-
verzekerd tegen brandschade.
Op 8
oktober meldt de kerkvoogdij aan de HOC dat ze nog steeds geen antwoord
hebben op de brief van 20 mei. (20)
1958: Op
2 januari stelt de HOC voor eind
januari een overleg te voeren tussen kerkvoogdij en Lambert Erné of Cor Edskes.
Op
10 maart schrijft de kerkvoogdij
dat ze graag een overleg willen op 19 maart. (20)

Nieuwe
provinciale Groninger courant 02-01-1958
1967: Van 7 juni stamt een
rapport van Mense Ruiter over het
orgel. Hij beschrijft orgel en techniek nauwkeurig. In het archief van Mense
Ruiter bleven zijn kladaantekeningen
bewaard.
Na de ombouw door Spiering
is van het oude orgel nog aanwezig:
- Het
orgelfront met de frontpijpen. Bespeling was vroeger aan de achterkant.
- Het dak van de oude orgelkast, kastzijde aan de overkant van de
speeltafel en een groot deel van de achterwand.
-
Bijna al het pijpwerk, behalve de Trompet 8'. De toonhoogte was vroeger minstens
een halve toon hoger. Herstel van het nogal dunwandige pijpwerk is de moeite
waard. Na de werzaamheden door Spiering zijn de Quint 2 2/3' van manuaal I en de
Fluit van Manuaal II van plaats verwisseld. De Celeste van Manuaal II is
vervangen door een Terts 1 3/5' discant. Deze Terts zou moeten worden vervangen
door een Sesquilater discant. De tractuur is zeer lui en de klavieren liggen ver
uit elkaar. De pedaalboventoetsen zijn te hoog. De aanwezige super- en
subkoppels zijn 'waardelose dingen'. Evenals de vaste combinaties. Beter is een
vrije combinatie.
Ruiter stelt de volgende
werkzaamheden voor:
- grondige schoonmaak en
houtworm bestrijding
- Vernieuwing van te sterk
aangetaste delen, vooral bij de speeltafel
-
Vervanging van de pneumatisch tractuur door een electrische tractuur en
vernieuwing van alle membranenen balgjes op de membraanlatten
- Herstel van het pijpwerk en weer volledig maken van de Mixtuur
- Opnieuw intoneren en stemmen
- Nieuw
windmachine
De kosten worden geschat op f
20.000,- met een reservering van f 2.000,- als de restauratie van het pijpwerk
tegenvalt.
Daarnaast kan nog het volgende worden
uitgevoerd:
- contactinrichting op beide relais
als stemhulpmiddel
- Vervanging van de Terts door
een Sesquilater discant
- Toevoegen van een vrije
combinatie
- De Bourdon 16' ook als Bourdon 8'
speelbaar maken in het pedaal
- Weer terugzetten
van de Quint 2 2/3 en de Fluit 4' op de oorspronkelijke plek, gecombineerd met
een nieuwe Roerfluit 4'op het onderklavier via een nieuw lade.
- vervanging van de grote balg door 2 kleine regulateurs
Het beste is alle werkzaamheden in een keer uit te voeren omdat dit per saldo
goedkoper is. (31)

Foto
http://www.kerkeninbeeld.nl


Links foto
http://www.kerkeninbeeld.nl
rechts foto orgelcentrum nr. Gr. 3258
1969: In dit jaar
schreef Dr. J. Naarding een serie artikelen over de geschiedenis van Zuidlaren.
In het laatste artikel nr. XI (18 augustus) komt ook het orgel van Zuidlaren aan
bod. Hij meldt dat er in 1716 een nieuw orgel kwam.
Daarna haalt hij het
Meere-orgel dat in 1859 werd aangeschaft en het orgel uit 1716 door elkaar.
Naarding denkt dat het orgel uit 1716 in 1787 is opgeknapt door Meere en in 1845
door 'Kuesten'.

Op 27 juni schrijft het
ministerie dat er in principe subsidie kan worden verleend voor de restauratie
van de kerk. De restauratie moet gericht zijn op consolidatie van de bestaande
toestand. Er is geen bezwaar om het bestaande orgel te vervangen, aangezien het
in 1935 door Spiering is gebouwd. De orgelkas uit het einde van de 18de eeuw
dient echter wel behouden te blijven. (32)
1970: Op
30 juli schrijft H.G. de Olde een
brief aan Dr. Maarten Albert Vente met informatie over het orgel en een aantal
vragen. De Olde maakt melding van de
brief die Garrels in 1718 schreef aan
de schulte van Meppel over het te bouwen orgel in Meppel.
Hij schrijft daar:
'believe mijn Heer syok te addresseren bij mijn Heer Bormannie grietman die opt
huijs breeten bie Sohneek zijn wohning heeft voor de welck een orgel tot Eelde
up die drente ververdiget ende naederhand weder eens tot Suedlaeren ende nu eene
onderhanden hebbe waer an een grooet gedeelte geavanceert voor Mevrou Ellens
beneffens mijne Heeren haere soons tot Anloo welcke alle gelov-werdige persoonen
niet sullen weigeren van mijne arbeijt getuijgenisse te geve'.
Ook citeert
hij de volgende vermelding uit een kerkvoogdijboek van 25 december 1716: 'An die
beide orgelmaeckers van Kercken Gelt uitgegeven Een som van hondert gld jeder
gld 20 stuyver segge 100-0-0'. deze tekst duidt er volgens de schrijver er
op dat het orgel maar deels door de kerk werd betaald en dat de rest werd
gefinancierd door de familie Van Selbach, die toen op Laarwoud woonde.
De Olde heeft de volgende vragen voor Vente:
- Zijn er publicaties over
de orgelmaker Garrels?
- Is bekend waar het orgel van Zuidlaren is
gebleven?
- Is de prijs van f 100,- realistisch?
- Zijn er
publicaties over Abraham Meere?
- Wat zijn de karakteristieken van een
orgel door Meere?
- Wat zou de oorspronkelijke kleur geweest kunnen
zijn?
Op 3 augustus volgt er een
antwoord van Vente aan De Olde. Hij geeft informatie over de orgelmakers Meere
en Garrels. Hij weet niet waar het orgel uit Zuidlaren is gebleven. Misschien
zijn in Poortvliet nog sporen van de oorspronkelijke kleuren van een Meere-orgel.
Informeren bij orgelmaker Blank. De wijzigingen van Spiering zijn inderdaad een
ramp voor het orgel geweest. Er dient gedegen ondezoek gedaan te worden welke
delen van het orgel bewaard zijn gebleven. Als er genoeg bewaard is geleven
behoord restauratie met subsidie tot de mogelijkheden. (25)
1971: In de begroting van de kerkrestauratie van oktober
zijn PM-posten opgenomen voor de orgelkas en de orgelrestauratie. In de
begroting van het binnenwerk staan wel stelposten voor het orgel. Orgelgalerij f
1.000,-, orgeltrap f 500,-, orgelkast f 4.000,-, orgelrestauratie p.m (32)
Op 6
december schrijft Klaas Bolt aan H.G. de Olde. Bolt heeft contact gehad met
de rijksorgeladviseur Oussoren. Er dient een onderzoek plaats te vinden en op
basis daarvan zou Blank een offerte in kunnen dienen. Blank heeft al twee
Meere-orgels gerestaureerd.
In november schrijft Klaas Bolt een
restauratierapport.
Op 23
december stuurt Bolt een nota met de onkosten van zijn bezoek aan Zuidlaren.
(25)
1972: Op
22 februari stuurt Blank een
kostenopgave om het orgel op te meten en een reconstructietekening te maken.
Op 3 maart dankt Klaas Bolt De Olde
voor zijn historisch rapport over het orgel. Hij vindt het een prima werkstuk.
Uit dezelfde tijd zal een transcriptie
door De Olde stammen van een boek met uitgaven voor de kerk in de periode
1715-1750
Op 10 mei vraagt de kerkvoogdij aan
Bolt of er toekenning van subsidie is te verwachten. In dat geval zou de
kerkvoogdij positief kunnen beslissen om in zee te gaan met Blank.
Op
25 september stuurt Blank een voorlopig
bestek.
Op
29 september bericht de gemeente
Zuidlaren dat ze bereid zijn de concertserie van het seizoen 72/73 te
subsidieren.
Van 9 oktober
dateert een offerte van Blank voor de restauratie van het orgel. De kosten
bedragen f 96.672,-
- Volledige demontage van het orgel wegens de
kerkrestauartei en opslag in de werkplaats van Blank.
- Herplaatsing in
de kerk na de kerkrestauratie
- Reconstructie van de originele
dispostie van meere en Kuerten
- Oorspronkelijke kasdiepte herstellen.
Rechterzijwand herstellen naar het voorbeeld van de bewaard gebleven linkerkant.
De niet originele onderkast wordt gehandhaafd.
- Oude pijpwerk
herstellen
- Nieuwe windmachine met dempkist. Nieuwe balgstoel met twee spaanbalgen.
-
Twee nieuwe windladen
- Klavieren en tractuur volledig nieuw
-
Reconstructie van de Trompet 8' en de Cornet III (25)
Bouwvergadering 9 november: Orgel wordt ingekist. Er is pas in 1975 ruimte voor
subsidie. Subsidieaanvraag wordt deze maand ingediend. (32)

Oostermoer-Noordenveld 18 februari 1972 Klik op de afbeelding voor een
vergroting (29)
1973: Op 7 juni
bericht het ministerie van CRM dat het orgel monumentale waarde heeft. Helaas is
er op dit moment geen geld beschikbaar. Verwacht wordt dat dit over enkele jaren
wel het geval zal zijn. Er kan dan opnieuw een subsidieverzoek worden ingediend.
In september een algemene brief van
de Orgelcommissie van de Nederlandse Hervormde Kerk aan alle kerkvoogdijen
waarin de commissie uitlegt welke taak de commissie
heeft. (25)
1978: Van
4 april dateert een nieuwe offerte van
K.B. Blank voor restauratie en reconstructie van het orgel na de uitbreiding
door Kuerten in 1845. De totale kosten worden ingeschat op f 166.624,26
-
Op het hoofdwerk worden de registers Cornet III en Trompet gereconstrueerd. Van
alle andere registers is nog pijpwerk aanwezig.
- De oorspronkelijke
afmetingen van de orgelkas worden hersteld. Nieuwe klavierbak en registerpanelen
aan de achterzijde.
- Reparatie van het oude pijpwerk en zo mogelijk de
oude toonhoogte herstellen. De labia van de frontpijpen worden verguld.
-
Nieuwe windmachine met dempkist. Nieuwe balgstoel met twee spaanbalgen.
-
Twee nieuwe windladen
- Klavieren en tractuur volledig nieuw
Uit
1978 zijn aantekeningen bewaard
gebleven van H.G. de Olde met betrekking tot de financiering van de restauratie.
Op 2 november schrijft het
Ministerie van CRM dat ze akkoord gaan met de aanvang van de restauratie op
eigen kosten. Op dit moment zijn er geen middelen voor subsidie. In principe
zou 50% worden toegekend.
197x: In een ongedateerde
brochure Beknopt overzicht van de geschiedenis en de bezienswaardigheden der
nederlands Hervormde kerk te Zuidlaren staat: Orgel: gebouwd in 1787 door
de Utrechtse orgelbouwer Abraham Meere voor de kerk van Beusichem, in 1815 van
een tweede klavier voorzien door A. A. Kuerten to Huisen; geplaatst In
ZuZuidlaren in 1859, ter vervanging van een orgel van Rudolph Gariels (1716).
Ingrijpend veranderd in 1935 door de fa. Spiering te Dordrecht. Restauratie van
het orgel is in voorbereiding. Koororgel: gebouwd in 1972 door K. B. Blank en
Zoon te Herwijnen.
1979 : Op
20 maart schrijft de kerkvoogdij
aan het bureau monumentenzorg dat ze subsidie hebben
aangevraagd bij de provincie. Kan
het bureau gunstig adviseren?
Op 6
april geeft het bureau monumentenzorg aan de provincie een positief advies
voor de restauratie van het orgel. De door de kerkvoogdij ingediende stukken
zijn echter nog niet volledig. Ook is er geen begroting voor het schilderwerk.
Op 1 juni schrijft de provincie dat
ze voorlopig geen subsidie kunnen verlenen. Dit kan pas als het rijk ook
subsidie toezegt.
Op 28 augustus
schrijft het ministerie dat ze akkoord gaan met het restauratieplan. Het is nu
nog niet mogelijk subsidie te verlenen. De basis voor de subsidieverlening wordt
vastgesteld op f 200.000,-. Er is geen zekerheid dat in de toekomst subsidie
wordt toegezegd.(32)
1980: Aanvang van restauratie door Blank op basis van
het
restauratierapport
door Klaas Bolt uit november 1972.
Op
19 maart kent de gemeente Zuidlaren
een krediet toe van 30% van f 200.000,-.
Op
23 juli schrijft het ministerie dat
ze een subsidie geven van 50% van f 200.000,-. Het bedrag wordt in de loop van
dit jaar ter beschikking gesteld.
Op
15 oktober schrijft de kerkvoogdij dat het rijk heeft besloten om 50%
subsidie te verlenen. Kan de provincie nu ook subsidie toekennen?
Op
7 november schijft het bureau monumentenzorg aan de provincie dat er nog
steeds geen begroting is voor het schilderwerk. Het restauratieplan is verder in
orde. Wel dient duidelijk te worden vermeld dat het schilderwerk niet is
inbegerepen.
Op 28 november
deelt de provincie mee dat ze 10% subsidie verlenen. (32)
1981: Op 26 januari
schrijft Blank dat de restauratie geheel is afgerond. Tijdens dit proces kwamen
nog een aantal zaken aan de orde die nog gedaan zouden moeten worden:
-
Bij de intonatie bleek dat de grote prestantpijpen te dunwandig waren om een
goed klankresultaat te berieken. Deze zouden moeten worden versterkt.
-
Toevoeging van een Flute d'amour 8'
- De nieuwe registerbordjes worden
niet in rekening gebracht. (25)
1982: Begin januari gaat er een
brief uit naar de genodigden voor
de ingebruikname op zondag 24 januari met een concert door de adviseur Klaas
Bolt. Op deze datum wordt een
informatiefolder over de geschiedenis van het orgel gepresenteerd.
Op 29
januari 1982 schrijft Klaas Bolt dat er overleg dient plaats te vinden over
de nieuwste nota van Blank. Hij hoopt binnenkort het orgel te bezoeken samen met
Blank, Wiersma en Van Beek.
Op 1
februari 1982 stuurt Blank een rekening voor het meerwerk van de restauratie
voor een bedrag van f 11.665,78. De volgende werkzaamheden werden uitgevoerd:
-
Versteviging van de dunwandige grote prestantpijpen.
- Nieuw pijpwerk
voor de Fluit d'amour 8' naar een voorbeeld van Courtain/Nolting
-
Extra verblijfkosten
Op 7 april 1982
verschijnt het eindrapport. Men is zeer gelukkig met het eindresultaat. Er wordt
aangeraden in de kerk matig te stoken. Men is minder te spreken over de onder
het manuaal aangebracht manuaal pedaalverlichting. De ontstande warnte kan de
klaviatuur ontregelen. (25)

Foto (03)
Huidige dispositie:
Hoofdwerk |
|
Onderpositief |
|
Pedaal |
|
Bourdon |
16' |
Roerfluit |
8' |
C-d1 |
|
Prestant |
8' |
Viola da Gamba |
8' |
|
|
Holpijp |
8' |
Flute d'amour |
4' |
|
|
Octaaf |
4' |
Prestant |
4' |
|
|
Fluit |
4' |
Woudfluit |
2' |
|
|
Quint |
2 2/3' |
|
|
|
|
Superoctaaf |
2' |
|
|
|
|
Cornet |
III |
|
|
|
|
Mixtuur |
III-IV |
|
|
|
|
Trompet |
8' |
|
|
|
|

Foto (03)

Reformatorisch Dagblad, 20 maart 1982, p. 18.
1983: Op 7
juni schrijft het ministerie dat de extra kosten van f 14.962,- ook worden
gesubsidieerd. Op 28 juni doet de provincie dezelfde toezegging. (32)
1988:
Artikel over het orgel in het Nieuwsblad van het Noorden d.d. 21-01-1988 Titel:
'Hervormde kerk Zuidlaren neemt centrale plaats in'.

2001: Naar
aanleiding van 400 jaar hervorming verschijnt een
boekje Hervormde Gemeente Zuidlaren
400 jaar. De orgelgeschiedenis wordt niet genoemd op het zinnetje 'Een eerste
orgel verscheen in 1717' na.
Bronvermelding:
- H.G. de Olde: Oostermoer - Noordenveld van 18 februari 1972
De lotgevallen van de orgels in de Nederlands Hervormde kerk te Zuidlaren
- Klaas Bolt: Restauratierapport
- www:
http://reliwiki.nl/index.php/Zuidlaren,_Kerkbrink_3_-_Dorpskerk
- E-Mail Ad Fahner d.d. 10 november 2020
- Boek: Teus den Toom: De Orgelmakers Witte (II) blz
106/1007
- Archief Jaap Brouwer
- Boek: Édouard G.J. Gregoir, Historique de la facture
et des facteurs d'orgue, Imprimerie l. Deal Montagne, 1865
- Drents Archief 0404 Nederlands Hervormde Gemeente
Zuidlaren 243 Bestek en voorwaarden voor de restauratie van het orgel; 1936
- E-Mail d.d. 20 mei 2008 door Wim Opgelder
- Boek: Jaap Brouwer: Johan van Meurs - Een studie over
een pionierend orgeladviseur. blz. 92-94
- Tijdschrift:
F. Talstra, De orgelmakers Lohman te Groningen en
Assen, De Mixtuur nr. 5 december 1971 blz. 75
- Tijdschrift: Gustav Fock: Een tweetal aanvullingen op Hess' Dispositiën
uit 1774, Het Orgel, jubileumnummer 1960, p.47-62, i.c1 p.48.
- Drents Archief: Kerkvoogdijboek 1715-1797. Archief Hervormde Gemeente Zuidlaren. Volgens Romein werd het orgel op 8 November 1716 voor het eerst gebruikt (T.A. Romein: De Hervormde
Predikanten van Drenthe sedert de Hervorming tot in 1861, Groningen 1861, p.134)
- De Olde: De familie Van Selbach woonde sedert het begin van de 17e eeuw op het Laarwoud te Zuidlaren; de erfgenamen van deze familie bleven tot 1750 eigenaar van
het huis. De familie De Drews bezat in de 17e en de 18e eeuw Meerwijk aan het Zuidlaardermeer. Zie voor genealogische aantekeningen over de
familie Van Selbach o.m. J. Belonje en J. Westra van Holthe: 'Genealogische en Heraldische Gedenkwaardigheden in en uit de kerken der Provincie
Drenthe', Assen 1937, p.164-166. Idem over de familie De Drews o.m. O.J. Polvliet:
'Geslacht de Drews, De
Nederlandsçhe Leeuw' 31 (1913), 239-243 en 263-266. Verschillende leden van beide families
waren kerkvoogd van de Hervormde Gemeente Zuidlaren, veelal in de functie van voorzitter van het college van kerkvoogden. In de kerk van
Zuidlaren bevinden zich nog de familiegestoelten van Van Selbach en De Drews. Mevrouw Van Selbach (waarschijnlijk de weduwe van Stephen van
Selbach, overl. 1714) gaf op 2 November 1715 een zwart laken aan de kerkvoogdij, ten gebruike bij begrafenissen; Kerkvoogdijboek 1715-1797.
- Drents Archief: Handelingen van den Kerkenraad te Zuidlaren 1859-1909. Archief Hervormde Gemeente Zuidlaren.
- De Olde: De kleurwijzigingen zijn in elk geval van deze eeuw en waarschijnlijk niet lang voor of zelfs nog in
1936 en latere jaren tot stand gebracht. Sommige oudere ingezetenen herinneren zich, nog dat het rood vervangen werd door zwart en korte
tijd later een deel van het zwart door zilver; de jaren waarin dit gebeurd is zijn moeilijk exact vast te stellen. De combinatie bruin met
goud dateert wellicht van September 1938, toen ook de banken 'donker eiken' werden geschilderd (Oostermoer-Noordenveld, 1 Oktober
1938).
- Drents Archief 0404 Nederlands Hervormde Gemeente
Zuidlaren Kerkvoogdijboek 1868-1933. Archief Hervormde Gemeente Zuidlaren
- Oostermoer-Noordenveld 26 September 1936.
- Oostermoer-Noordenveld van 24 December 1936.
- Drents Archief 0404 Nederlands Hervormde Gemeente
Zuidlaren 101 Notulen van de vergaderingen van kerkvoogden en notabelen,
1871, 1872, 1906- 1910; met bijlagen, 1906-1910
- Drents Archief 0404 Nederlands Hervormde Gemeente
Zuidlaren 165 Bewijzen van terugbetaling door de kerkvoogden van de
renteloze leningen van gemeenteleden voor herstel van het orgel; 1938
- Drents Archief 0404 Nederlands Hervormde Gemeente
Zuidlaren 233 Intekenlijsten ten behoeve van de collecte voor de restauratie
van het orgel, z.jr
- Drents Archief 0404 Nederlands Hervormde Gemeente
Zuidlaren 259 Foto's van de kerk voor en na restauratie
- Drents Archief 0404 Nederlands Hervormde Gemeente
Zuidlaren 153 Rekeningen en verantwoordingen wegens de inkomsten en uitgaven,
met bijlagen; 1869- 1936
- Drents Archief 0404 Nederlands Hervormde Gemeente
Zuidlaren 258 Materiaal ten behoeve van een historisch onderzoek door dr.
H.G. de Olde
- Drents Archief 0404 Nederlands Hervormde Gemeente
Zuidlaren 237 Diaconieboek; 1715-1797
- Boek:
Freek Veldman en Lieke Veldman-Planten, Barok in
Groningen 1650-1750, WBOOKS, 2022, blz. 205
- Boek: Cor Edskes en Harald Vogel, Arp
Schnitger en zijn werk, Verlag H.M. Hauschild, 2009 blz. 61
- Drents Archief: 236 Krantenknipsel over
de historie van het orgel; 1972
- Tijdschrift Het Orgel 2018-01 Victor
Timmer: "Een zeer aftandsch instrument' Uit Groninger kerken verdwenen
huispijporgels (en verwante instrumenten)
- Mense Ruiter oude archief
- Drents Archief: 0913 Archief van de
afdeling Monumentenzorg van de provincie Drenthe 1782 Zuidlaren, Brink 9 (NH
kerk); 1970-1986
Koororgel
197x: Dit orgel stond in Winschoten als noodorgel toen een nieuw orgel
werd gebouwd voor de Vennekerk, door Blank te Herwijnen.
Nadat dit orgel voltooid was, heeft Zuidlaren het noodorgel aangekocht, omdat het
Meere-orgel in
slechte staat was.

Foto Geert Jan Pottjewijd
Dispositie:
Prestant 4'
Fluit 8'
Fluit 4'
Octaaf 2'
Mixtuur
Aangehangen pedaal. (09)
Organisten:
Jan Abbinga (1764-?) Organist in Zuidlaren
van 1785-1787


Das gelehrte Teutschland oder Lexikon der jetzt lebenden teutschen
Schriftsteller
Bijlagen
Restauratierapport door Klaas Bolt
uit november 1972
HUIDIGE STAAT VAN HET ORGEL IN DE NEDERLANDS HERVORMDE KERK TE ZUIDLAREN (Dr.)
Gebouwd in het jaar 1787 door Abraharam Meere (1761-1841},orgelmaker te Utrecht voor de N.H. kerk te Beusichem. In 1845 vergroot met een onderpositief door H.A. Kuerten te Huissen (zoon van Jean Courtain) De klaviatuur bevond zich aan de achterzijde van het orgel.
In 1859 overgeplaatst naar de kerk te Zuidlaren, waarschijnlijk door Van Oeckelen. Nieuwe onderkas (60 cm. lager), balustrade en balg.
In 1936 omgebouwd door de fa. Spiering: pneumatische kegelladen, de kas verdiept, een speeltafel opzij, de omvang uitgebreid van f3 tot g3. In
de jaren 1940/45 is door de toenmalige organist nog aan het orgel geknutseld.
Van het oude orgel is het volgende nog aanwezig:
- Het fraaie front met de frontpijpen. De oorspronkelijke kleur was rood mahonie. (De twee vazen op de zijtorens zijn verdwenen).
- Het dak van de grenen orgelkas, de zijde daarvan tegenover de speeltafel en een groot deel van de achterwand. Inscripties: op de zijdeur t.o. de
speeltafel met potlood: 'onder discant'; op achterluik met potlood: 'bas achter',
'discant achter', 'L achter bas'.
- Bijna alle pijpen, behalve de Trompet en de Cornet.
- De blaasbalg, waarschijnlijk uit 1859.
Specificatie van het oude pijpwerk |
I = Meere, 1787 |
|
II =Kuerten, 1845 |
|
III= Spiering,1936 |
Manuaal 1
|
Bourdon 16 |
II C - h' grenen pijpen, vermolmde voeten door Spiering vernieuwd. I vanaf c'' nieuw pijpje voor g'''. |
Prestant 8 |
I hiervan C - g'' in het front. Hoog tingehalte. In de discant is de labium-breedte meer dan 1/4. Nieuwe pijpjes: g'', gis''-h'', g''' |
Octaaf 4 |
I (pijpje f''' nieuw). Inscriptie van Meere op C: 'octaaf 4 voet C' + inscriptie van Kuerten:
'Manuaal'. |
Holpijp 8 |
III C - H van hout I vanaf c - kl. |
Fluit 4 |
I gedekt, de hoogste 6 open cylindrisch. (h'' nieuw) Inscriptie van Meere op C:
'Fluyt 4 voet L' + inscriptie van Kuerten: 'Manuaal'. |
Octaaf 2 |
I (pijpje c': II). N.B. g''' heeft oude inscriptie: a''' Inscriptie van Meere op C:
'Octaaf 2 voet L' + inscriptie van Kuerten: 'Manuaal'. |
Mixtuur 2,3,4 st. |
I bijna helemaal oud, lijkt niet te zijn verschoven doch wel verschillende pijpjes onderling verwisseld. Van de hoogste twee koren ontbreken er 37 pijpjes.
Inscriptie: 'Mixtuer C'''
Samenstelling:
C: 2, 1 1/3
c: 2 2/3, 2, 1 1/3
c': 4, 2 2/3, 2, weg
c''': 5 1/3, 4, 2 2/3, weg |
Trompet 8 |
III Laukhuf, groot-octaaf zinken bekers |
Manuaal II
|
Woudfluit 2 |
II deels ronde opsneden, waarschijnlijk origineel. Is dit register misschien een afgesneden Flute travers van Kuerten? Halve toon opgeschoven: nieuwe pijp voor C. |
Quint 3 |
I Afkomstig van het eerste manuaal. Spiering veranderde de intonatie door de voetopeningen toe te drukken: het register moest zachter worden
'als een Nasard'. Inscriptie van Meere op C: 'Quint 3 voet Manuaal L'. |
Prestant 4 |
II vanaf c-kl. een halve toon opgeschoven. (pijp c: Meere-pijp, een Flute travers met een gaatje in het corpus). C - H engere mensuur en expressions. (Spiering: zinken pijpen). Enkele Meere-pijpen ertussen. |
Roerfluit 8 |
II groot octaaf grenen pijpen; vermolmde voeten door Spiering vernieuwd. Inscriptie op c-kl.:
'1845 L Roerfluit 8 vt C Positief Beusichern A Kuerten Orgelmaker te
Huissen' |
Terts 1 3/5 |
I uit verdwenen Cornet? Enkele nieuwe pijpjes ertussen. Het klein ootaaf spreekt als Quint 5 en is gemaakt van Celeste-pijpen. |
Viola 8 |
II een halve toon verschoven. Inscriptie op c' thans cis': '1845
Viola di Gamba Positief Beusichem A A Kuerten Orgelmaker t Huissen den 1
February' |
(Cornet 3 st. I is verdwenen).
Stemkrullen: in alle open pijpen tot +;-voetc lengte. (gedekten afgesneden?)
Baarden: aan veel pijpen. (Ook van spiering)
Expressions: Octaaf 4 het groot octaaf. Prestant 8 geheel, behalve de 7 kleinste pijpen, Prestant 4 het groot octaaf.
Toonhoogte: iets boven a-440. Waarschijnlijk gelijk aan de oorspronkelijke toonhoogte.
Kanaalmaten: 25,5 bij 17 cm.
Klank: Nog duidelijk herkenbaar fraai Meere/Kuerten-orgel. (Slechts de Quint 3 is expres omgeïntoneerd door Spiering).
Reconstructie: De historische en artistieke belangrijkheid van het nog aanwezige pijpwerk, het front, de kas en andere delen, wettigt ten volle een reconstructie van de
toestand van 1845. Een en ander is, in overleg met mij, nader uitgewerkt in de offerte van de firma Blank.
Haarlem, november 1972. Klaas Bolt.
-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-
PRIJSOPGAVE
EN VOORSTEL TOT DEMONTAGE EN REMONTAGE ALSMEDE PLAN TOT RESTAURATIE EN RECONSTRUCTIE VAN DE ONTBREKENDE ONDERDELEN VAN HET MEERE-ORGEL IN DE HERVORMDE KERK TE ZUIDLAREN
door de firma K.B. Blank & Zn, Kerkorgelbouw, te Herwijnen.
Demontage: I.v.m. de ophanden zijnde kerkrestauratie en werkzaamheden aan de muur achter het orgel, is het het beste om het
orgel inclusief de kast geheel te demonteren en goed op te bergen Kosten: De kosten voor het geheel demonteren van het orgel en goed opbergen in onze opslagplaats waarbij
het metalen pijpwerk weer in de roosters wordt geplaatst, bedragen:
Remontage:
Na het voltooien der kerkrestauratie het orgel weer in de bestaande toestand opstellen en inbouwen met herstel van die gebreken welke door het demonteren ontstaan. De kosten hiervoor bedragen:
Restauratie en rekonstruktieplan: Herstel van de oorspronkelijke dispositie van Meere en van het werk van Kuertin,
waarbij de niet meer aanwezige delen zo nauwkeurig mogelijk worden bijgemaakt.
Dispositie |
|
Hoofdwerk Meere |
Positief Kuerten |
Prestant 8 voet oud |
Prestant 4 voet |
Bourdon 16 voet oud |
Roerfluit 8 voet |
Holpijp 8 voet oud |
Viola di Gamba 8 voet |
Octaaf 4 voet oud |
Flûte travers 4 voet |
Quit 3 voet oud |
Woudfluit 2 voet |
Super Octaaf 2 voet oud |
|
Cornet 3 sterk nieuw |
|
Mixtuur 4 sterk bas en diskant oud |
|
Trompet 8 voet bas en diskant nieuw |
|
Hulpregisters: Tremulant op het gehele werk. Eventueel Klavierkoppel? Pedaal aangehangen aan het hoofdwerk.
Omschrijving van werkzaamheden: De kas weer in oorspronkelijke afmetingen herstellen, d.w.z. De rechterzijkas, naar
het voorbeeld van de nog aanwezige linkerkant bijmaken, de achterwand weer herstellen en het liggerwerk bijmaken op de wijze zoals dat oorspronkelijk geweest is. De niet
originele onderkas onder het front wordt gehandhaafd in de huidige staat. Het dak waarnodig herstellen en alle
andere beschadigingen aan deuren, scharnieren enz. weer herstellen. Het snijwerk tegen houtworm prepareren Kosten:
Pijpwerk: Het oude pijpwerk van Meere en Kuertin, zorgvuldig nazien, d.w.z. waar nodig beschadigingen herstellen, w.o. gescheurde houten
pijpen lijmen. Het pijpwerk in het orgel bij-intoneren en stemmen.
Kosten: De frontpijpen met tinfolie beleggen. Stelpost
Rekonstruktie-werk:
Windvoorziening: Een nieuwe windmachine merk Meidinger 0,5 pk leveren en deze in een dempkist op veren opstellen, alsmede reguleringen
aanbrengen. Een nieuwe balgenstoel met 2 spaanbalgen maken. Deze balgen naar het voorbeeld van Meere te maken, o.m. in Rheden is nog de oude aanleg aanwezig. De
balgen en kanalen te maken van eikehout. In het hoofdwerk een inliggende tremulant aanbrengen o.m. in Poortvliet is nog een voorbeeld. De kosten voor de hele aanleg van de
windvoorziening bedragen:
Windladen: 2 nieuwe windladen vervaardigen waarbij de hoofdwerklade zo nauwkeurig mogelijk naar de gegevens uit de verschillende Meere-orgels
gemensureerd wordt. De windlade geheel op de oude wijze te maken met sponsels. Dit laatste is verantwoord omdat in Zuidlaren geen heteluchtverwarming wordt
aangebracht. Het pijpwerk op de laden plaatsen en van hang en sluitwerk voorzien. Kosten:
Traktuur en Registratuur: De klavieren en de traktuur nieuw te maken, zo nauwkeurig mogelijk naar de Meere factuur, e.e.a. wordt van te voren in
tekening gebracht. Evenzo wordt de registratuur naar oude voorbeelden aangelegd. Kosten:
Rekonstruktie Pijpwerk: Het register Trompet 8 voet zal zo nauwkeurig mogelijk naar een originele Meere Trompet worden gecopieerd en geïntoneerd. Kosten:
Cornet 3 sterk diskant: Dit pijpwerk wordt eveneens nauwkeurig naar de Meere faktuur bijpassend gemaakt en geïntoneerd. Kosten :
Vervoerkosten-reiskosten en verblijfkosten tijdens het inbouwen en intoneren:
Levertijd: Het werk kan worden opgeleverd 18 maanden na datum van opdracht. Gedurende de levertijd kunnen wij na het gereedkomen der
kerkrestauratie gratis een positief van 5 stemmen ter beschikking stellen om de gemeentezang te begeleiden.
Doorberekening loonkostenstijgingen: Deze offerte is terzake van de loonkosten gecalculeerd naar de C.A.0. voor het orgelmakersbedrijf per
1-10-72, stijgingen van loonkosten worden naar rato doorberekend op 2/3
van de aanneemsom. 1/3 zijn materiaalkosten, hierop vinden geen doorberekeningen plaats. Het is ook mogelijk een vaste prijs te offreren; daarvoor zou het jaar-gemiddelde van
loonkostenstijgingen moeten worden omgerekend op het loonkostengedeelte en de levertijd.
Garantie: Op het gehele werk geven wij tien jaar garantie.
Herwijnen, 25 september 1972. (w.g.) Fa. K.B. Blank &Zn.