Wilhelminaoord Rooms Katholieke kerk
1885: Er werd door Gradussen een orgel geleverd voor 700 gulden. Waarschijnlijk werd materiaal verwerkt uit een eerder orgel van misschien Graindorge. Dit orgel zou dan rond 1845 moeten zijn gebouwd.
1965: De oude kerk wordt afgebroken en een nieuwe kerk wordt gebouwd. Het orgel wordt in de nieuwe kerk geplaatst naast het altaar achter een kolom. Het orgel is vanuit de kerk niet of nauwelijks zichtbaar. De oude kas wordt voor een deel hergebruikt maar opnieuw omtimmert.
1998: Restauratie door Schreurs uit Rotterdam.
Dispositie:
Manuaal | |
Prestant | 8' |
Viola da Gamba | 8' |
Bourdon | 8' |
Prestant | 4' |
Fluit | 4' |
Octaaf | 2' |
Cornet | III disc. |
2006: Er zijn plannen om de orgelkas te reconstrueren (01)
Rapportage door Victor Timmer en Hubert
Scheurs d.d. 21-02-1987:
Voor de vorige kerk werd de eerste steen gelegd op 5 augustus 1845. De
"eerste steen" werd bewaard, ingemetseld in de muur (binnenzijde) van
het huidge kerkgebouw, dat dateert uit 1965. Het eerste orgel in de parochiekerk
werd geplaatst in 1880, maar was spoedig onbruikbaar en werd in 1885 door een
orgel van de gebr. Gradussen (Winssen) . Dit instrument is nu nog (sterk
gewijzigd) aanwezig. Van het huidige gebouw is het gedeelte, aansluitend aan de
pastorie, vrij laag, maar naar het altaar toe loopt het plafond schuin omhoog.
Het orgel staat rechts van het altaar, gedeeltelijk achter een stenen kolom,
waarin de kerkverwarming is geplaatst.
Huidige toestand van het orgel:
Het betreft een eenvoudig éénklaviers instrument met een aangehangen
pedaal. Het was oorspronkelijk voorzien van een eenvoudige rechthoekige kast van
naaldhout, beschilderd met een imitatiehoutsoort-verf beschilderd. Zijkanten en
achterzijde zijn intact gelaten, al is over het bestaande hout een dunne
gelaagde plaat nieuw hout gespijkerd. Dit is ook gedaan voor de onderkant van
het front. In het front 9 sprekende (oude) pijpen. Links en rechts van het
pijpfront weer nieuw latwerk. De luiken aan de achterzijde laten nog delen zien
van de oorspronkelijke kleur.
Herkomst:
Het instrument werd in 1885 voor f 700,- geleverd door de fa. Gradussen.
Merkwaardigerwijs vermeldt het plaatje bij het
klavier: "Gebouwd door A.J. Graindorge à Liège 1846". Het huidige
instrument vertoont alle kenmerken van Gradussen. Mogelijk is bovenstaand
opschrift op één van de pijpen van oudere datum aangetroffen. Het ligt voor de
hand dat Gradussen ouder pijpwerk heeft gebruikt in dit orgel.
Onder bovengenoemd plaatje bevindt zich een ander plaatje met als opschrift:
"Gerestaureerd en overgeplaatst naar de nieuwe kerk door J. Vermeulen
Alkmaar 1965". De laatste jaren is het orgel niet mee onderhouden.
Inventarisatie van het inwendige:
Onderin de kas ligt een magazijnbalg (in prima staat) met een uitslaande en een
inliggende vouw en aan de lange zijde 2x2 ijzeren coulissen. Aan de
onderzijde van de balg nog de oude schepbalgen. DE windvoorziening vindt plaats
door een Meidinger ventilator in een dempkist achter de orgel.
Boven de balg ligt het wellenraam met achtkantige grenen walsen met ijzeren
armpjes.
Daarboven ligt de rechthoekige eiken windlade. Dit is typisch werk van Gradussen.
Hij is gesponseld en aan de onderzijde beplakt met leer en papier. Aan de
achterzijde twee opliggende voorslagen, elk vastgezet met 3 voorslagijzers. In
de ventielkast vinden we geen pulpeten, de trektraden lopen door een koperen
strip.
De ventielen zijn aan de achterzijde spits en vastgezet met leren staarten onder
een lat. Ze zijn aan de voorzijde recht.
Door Vermeulen zijn de dammen verhoogd en zijn op de slepen
telescoophulzen aangebracht. Stokken en roosters zijn nog origineel.
Dispositie in ladevolgorde van achter naar voor:
Cornet | III discant | Samenstelling: 2 2/3', 2' - 1 3/5' Geplaatst op de lade op een stok die doorloopt tot C. Spitsboog gekrast bovenlabium en rond gekrast onderlabium. Inscriptie met Oost-Indische inkt op het bovenlabium en ook ingekrast op de voet. Rode soldeerverf gebruikt. Al dit pijpwerk is op lengte gemaakt (Graindorge?) |
Octaaf | 2' | Pijpwerk met langwerpig puntig vlak gedrukt bovenlabium en vlak gedrukt onderlabium. (Gradussen?) Inscripties aan achterzijde pijp op ca. 20 cm. boven de kernsoldeernaad. Op C staat: "C 0 2". Geen soldeerverf aanwezig. Het hoogste octaaf is bijgezocht pijpwerk van een andere factuur |
Fluit | 4' | C-B dezelfde factuur als Octaaf 2'. O C de inscriptie "C
F 4". c-e'' dezelfde actuur als de cornet. Pijpwerk tot f'' gedekt, rest open. Op bovenlabium pijp c: cornet (met inkt) f'' waarschijnlijk van Gradussen. Rest weer cornet-factuur. |
Prestant | 4' | Gradussen-factuur. Inscriptie op D: "D P 4". Uitzondering is C, met lang spitsboog gekrast bovenlabium en dito onderlabium. Op zijkant rechts staat "3". All pijpen zijn voorzien van expressions. |
Bourdon | 8' | C-B van naaldhout. Grijsgeverfd met eiken stoppen. Rechte achtkantige handvatten met afgeronde top. Rest metaalgedekt in Gradussen-factuur. Inscriptie op c: "c B 8" |
Viola di Gamba | 8' | Gradussen factuur. Alle pijpen met expressions. c' t/m met breidels. De bas is een transmissie van de bourdon 8'. |
Prestant | 8' | C-B metaal en gedekt. Is opgesteld achter de beide zijvelden en spreken naar binnen uit. Gradussen factuur met breidels. c-gis in het front met vergulde spitbooglabia. Vanaf a op de lade. Verbinding frontpijpen met lade dmv. westaflex slangen. |
Ladeindeling:
Van opzij naar het midden aflopend. Cis-kant aan de klavierkant. De
windtoevoer van de balg naar de lade is aan de linkerzijde met een plat schuin
omhooglopend windkanaal.
Mechanieken:
Registermechaniek:
Eenvoudig gedraaide ronde knoppen met op de kop porseleinen plaatjes met
opschriften.
Van links naar rechts in schrijfletters:
gedicht gat |
Prestant |
Viola di Gamba 8 Vt |
Bourdon 8 Vt |
Prestant 4 Vt |
Fluit 4 Vt |
Octaaf 2 Vt |
Cornet |
Knoppen boven de lessenaar aan de rechterkant van het orgel. Ronde trekstokken met platte ijzeren balansen. Bij het draaipunt een taille.
Speelmechaniek:
Manuaalomvang: C-f'''. Toetsen aan de bovenkant voorzien van ivoor, vastgezet
met koperen nagels. Frontons gezwart. Semitonen van ebbenhout. Rechthoekige
eiken bakstukken en klavieromlijsting. Rechthoekig oud klavierdeksel, imitatie
eiken geschilderd. Eenvoudige orgelbank van imitatie eiken en een nieuwe leren
zitting. Klavieromvang van het aangehangen pedaal is C-c (13 toetsen).
Onder de toetsen draadveer met één lus.
Noten:
E-Mail d.d. 23-01-2006 van Victor Timmer