ORGELS IN DRENTHE door W.D. v.d. Kleij en W.H. Zwart
..O. Orgel Klinckend Kerckcieraet'

Wanneer je iets zeggen wilt over orgels in Drenthe, dan is niet alleen het historische belangrijk, maar ook de verscheidenheid.
De diversiteit van kerken in Drenthe heeft ook geleid tot een groot verschil in grootte en kwaliteit ven de in Drenthe voorkomende orgels.
Ook de perioden waarin het orgel werd aangeschaft speelt een rol. Zo kent Drenthe een klein aantal historische orgels, maar het getal van heel gewone, hoewel soms zeer interessante instrumenten, overheerst.

Geen orgelland
Drenthe is geen orgelland bij uitstek, zoals Friesland en Groningen.
De kaart, die Monumentenzorg onlangs samenstelde van de historische orgels in Nederland, toont dit duidelijk aan.
Groningen pronkt met 55 en Friesland zelfs met 76 historische orgels. Drenthe moet het met 17 instrumenten stellen. Hiervan zijn er maar acht oorspronkelijk voor Drenthe gebouwd, de rest kwam van elders over.
Van de genoemde acht orgels zijn die te Anloo, Meppel en Roden uit de 18e eeuw en die te Borger, Dalen, Havelte, Hijkersmilde en Nieuw Buinen 19de eeuws. Het oudste orgel in Drenthe bevindt zich in de Ned. Herv. Kerk te Peize.
De grondslag voor dit orgel is in 1631 gelegd, hoewel het instrument zich toen bevond in de Pepergasthuiskerk te Groningen (afb. 1).

Afbeelding 1 Peize, Dorpskerk

Voor de Reformatie
Het beeld van de orgelgeschiedenis in Nederland geldt ook voor Drenthe.
Dit betekent, dat ook in deze provincie al in de 16e en wellicht reeds eerder van orgels en organisten gerept wordt. Uit de tijd voor de Reformatie maken de archieven melding van
orgels of organisten in de kerken te Coevorden (1510), Eelde (1563) en Meppel (1516) en in de kloosters te Assen (1558) en Ruinen (1571).
Deze orgels waren klein en zullen in een enkel geval draagbaar geweest zijn. In de tijd der hervorming zijn ze verwijderd of afgeschaft.

Na de Reformatie
Ook in de 17e eeuw horen we van orgels in de Drentse kerken. De oude kerkvoogdijarchieven maken melding van orgels te Coevorden (1658), Dwingeloo (1665), Eelde (1649) en Meppel (1664). Of er ook een te Emmen was, wordt wel beweerd maar is niet aangetoond. De aanleiding tot het plaatsen van orgels in de kerken was, dat men het psalmgezang wilde begeleiden, een gebruik, dat pas in het midden der 17e eeuw algemeen werd.
Zeer bijzonder voor Drenthe was de Landschapsresolutie van 1649, waarin het besluit kwam, dat voortaan voor iedere kerk, die een orgel wenste aan te schaffen, uit de Landschapskas een bedrag van f 60, — per jaar werd uitgekeerd om daarvoor een organist te kunnen aanstellen.
Van de genoemde orgels zijn er geen bewaard gebleven.
In de 18e eeuw kwam er een aantal orgels bij. zodat er toen zeven orgels in deze provincie te vinden waren. (Anloo 1718, Eelde 1713 en Zuidlaren 1716.)

Orgelbezit neemt toe
Pas in de 19e eeuw neemt het orgelbezit in Drenthe behoorlijk toe.
Aan het einde van die eeuw zijn er zo'n 40 pijporgels in kerken van diverse pluimage te vinden. In de Nederlands Hervormde kerken komen de meeste voor, dan komen de Gereformeerde kerken en daarna de Rooms- Katholieke kerken. Verder zijn er nog orgels te vinden in de kerkgebouwen van Baptisten, Doopsgezinden, Chr. Gereformeerden, Geref. Vrijgemaakt, Geref. Gemeenten, Remonstranten en een enkele Stichtingskerk. De laatstgenoemde kerkgenootschappen komen dan uiteraard in de 20e eeuw voor.
In onze eeuw groeit het aantal orgels tot ca 160. Hiervan kwamen er ca 30 uit andere plaatsen. De grootste plaatsen hebben de meeste orgels. Assen, Emmen, Hoogeveen, Meppel en Zuidlaren hebben samen ongeveer 40 orgels.
Toch zijn er nog kerkgebouwen waarin geen orgel voorkomt.
In enkele gevallen behelpt men zich met een harmonium en soms komt er een elektronicum voor.

De Nederlands Hervormde Kerk
Monumentale kerken zijn er niet in Drenthe. Monumentale orgels ook niet. Het grootste oude kerkgebouw is te vinden in Meppel. waar ook een oud eerbiedwaardig orgel te vinden is. Het werd in 1712 door Jan Harmens Kamp begonnen en na diens dood in 1722 door Frans Caspar Schnitger voltooid (afb. 2).

Afbeelding 2 Meppel, Grote kerk
Jarenlang werd het orgel bespeeld door leden van de familie Muyzelaer. Van 1712 tot 1802 komen ze voor. Van 1846 tot 1851 was J.H. Bekker organist, die later dirigent werd van de Groningse Orkest Vereniging (1867-1897).
Soms wordt een orgel gesticht uit een schenking. Zo gaf in 1776 bij testament Maria Catharina Hoppinck het vorstelijke bedrag van f 10.000, — aan de kerk te Roden, waarvoor een orgel gemaakt werd door de orgelmaker A.A. Hinsz uit Groningen, dat in 1780 ingewijd werd. Voor de financiele afwikkeling, de onderhoudskosten en andere posten werd het boek ,,Het Orgel tot Rhooden" samengesteld (afb. 3).

Afbeelding 3

Het orgel is nu nog één der klinkendste kerksieraden van Drenthe.
Het orgel te Coevorden van 1658 ontstond uit een loterij, gehouden onder de gemeente. In de nieuwe kerk, gebouwd volgens protestants principe, in 1645 klaargekomen, bouwde de Groningse orgelmaker Theodorus Faber in 1658 een orgel, waarop het merkwaardig opschrift te lezen was: „Ao 1658 Gemaeckt door T. Faber. SST Cand." In 1896 werd het orgel vervangen door een nieuw, geschonken door Aleida Kramer.
Het is na de restauratie en uitbreiding in 1972 één der belangrijkste orgels van Drenthe geworden (afb. 4).

Afbeelding 4 Coevorden, Grote kerk

Te Assen moest men het nog lang zonder orgel doen. Pas in 1819 kwam er een orgel, geplaatst door de R.K. orgelmaker Petrus van Oeckelen, wonende te Groningen en afkomstig van Breda. In 1896 verhuisde dit instrument naar de Hervormde Kerk in Havelte en werd te Assen een nieuw instrument gebouwd door de firma L. v. Dam en Zn. te Leeuwarden. Opmerkelijk is, dat men in de jaren vijftig dacht dat dit instrument nog het orgel uit 1819 was. Het archief van de Ned. Herv. Gemeente wees echter anders uit.
Op het orgel te Assen was veertig jaar organist de musicus J.F.N. Obbes, die veel voor het muziekleven in Assen deed. Van 1911 tot 1922 komen we F.H.C. Bicknese tegen. Hij was echter meer bekend als kapelmeester van de Stafmuziek te Assen.

De Gereformeerde Kerken
Sinds de Afscheiding in 1834 en de Doleantie in 1886 komen in deze kerken orgels voor.
Eerst nog aarzelend, enerzijds wegens het karakter van dit instrument en anderzijds wegens de kosten.
Men stelde zich lange tijd tevreden met afdankertjes uit andere kerken. Toch bevinden zich onder die instrumenten verrassingen.
In Ruinerwold-Koekange (Berghuizen) kwam, na enige omzwervingen, een orgel, dat dateerde uit 1743 en nog gebouwd was door iemand uit de school van Arp Schnitger. Matthias Amoor maakte dit instrument voor de Ned. Herv. Kerk te Raamsdonk.
Maar ook in onze tijd komen nog transacties voor, die een kerk aan een mooi oud orgel kunnen helpen.
Zo heeft de Gerefrmeerde Marturiakerk te Assen nu een orgel, dat in 1790 gebouwd werd voor de Herv. Kerk te Heerenveen (afb. 5).

Afbeelding 5 Assen, Marturiakerk
We vinden in de Gereformeerde kerken ook een aantal orgels, dat gemaakt is in de periode van het fabrieksorgel.
Bekende firma's, die deze orgels maakten waren, A.S.J. Dekker te Goes, A. Standaart te Schiedam en Valckx en Van Kouteren te Rotterdam. In de Geref. Zuiderkerk te Assen en in Emmen komen orgels van de laatst genoemde firma voor. Deze orgels zijn gemaakt volgens het pneumatisch principe.
In deze zelfde periode komen echter ook goede orgels voor. Te Coevorden staat nu in de Gereformeerde Kerk aan de Van Heutzsingel een instrument uit 1914, dat nu, na restauratie in 1960, er toch nog wel wezen mag, zoals het in deze kerk in zijn donkerrode kast te pronken staat.

De Rooms Katholieke Kerk
Deze kerkformatie heeft in Drenthe eigenlijk de oudste rechten.
We noemden al voorbeelden van orgels uit de 16e eeuw. Assen (1510), waar de organist Claes Wetsinghe „weder vredelick toe wesen myt de broeders" beloven moest.
Of te Meppel, waar de Gildenmeisters in 1516 een organist dienst laten doen bij een nieuw altaar. Een oud manuscript vertelt van een organist: Verscreven ende vuleindet anno 1571 dorch Gerhardum Harmanni. alias Loppersum Organistam in Ruinen (afb. 6).

Afbeelding 6 Manuscript

In de 17e eeuw en daarna moet de R.K. kerk onderduiken. In Coevorden mag er nog vanwege het garnizoen gekerkt worden (Resolutie 1786).
Het is de enige schuilkerk dié in Drenthe voorkomt.
In 1836 komt er een orgel te Veenhuizen, gemaakt door J.W. Timpe. Maar hier is er verband met de kolonie aldaar. Het orgel wordt in 1926 vervangen. Na 1850, als de R.K. kerk weer haar hiërarchie herstellen mag, komen er in Nederland en dus ook in Drenthe weer R.K. kerken met hier en daar ook orgels erin.
De functie van het orgel is in de R.K. liturgie een andere dan bij de Protestanten. Het alterneren staat in deze kerken voorop terwijl in de Protestantse kerken de leiding en begeleiding van de gemeentezang hoofdzaak is. Voordien werd dat door een voorzanger gedaan.
In de R.K. kerken komen eenvoudige, kleine instrumenten voor.
Een voorbeeld is het instrument in Erica, dat in 1893 gebouwd werd door de firma Maarschalkerweerd uit Utrecht en slechts 8 stemmen heeft. Te Zorgvliet komen we een kabinet- orgel tegen, dat in 1980 gerestaureerd werd (afb. 7).

Afbeelding 7 Zorgvliet, Hervomde kapel "Obadja"

Andere kerkgenootschappen
Tenslotte noemen we nog van de andere kerkgenootschappen het orgel in de Doopsgezinde kerk te Meppel (afb. 8), dat in 1896 voltooid werd door de firma Bakker en Timmenga te Leeuwarden.

Afbeelding 8 Meppel, Doopsgezinde kerk

Van de orgels, die onder invloed van de orgelbeweging na 1945 gebouwd werden en meer het mechanisch principe hebben en de oude opbouw in „werken", noemen we Meppel, de Gereformeerde Kerk aan de Thorbeckelaan (1963) door E. Leeflang te Apeldoorn; Klazienaveen Ned. Herv. Kerk (1971), door L. Verschueren, Heythuysen (afb. 9) en Tweede Exloërmond Ned. Herv. Kerk (1976) door Gebr. Reil te Heerde.

Afbeelding 9 Klazienaveen, Hervomde Kruiskerk

Veel zou nog te vertellen zijn over orgels en organisten in Drenthe.
Dit artikel — voorloper van het boek „Orgels in Drenthe" dat door de schrijvers voorbereid wordt — probeert een bijdrage te zijn aan de Drentse geschiedenis en appelleert eraan, dat orgelgeschiedenis altijd een stukje regionale kerk- en cultuurgeschiedenis inhoudt.