Gasselte Hervormde Kerk
Informatie over de kerk
Opnamen d.d.
20 december 2019 door G.J. Pottjewijd
J.S. Bach (1685-1750):
Fuga in G BWV 576
B16, P8, O4, Q3, O2 en Mixt
Hans Friedrich Micheelsen:
Organistenpraxis 01 Wie schon leuchtet der Morgenstern P8, H8, O4, Q3, O2
Hans Friedrich
Micheelsen:
Organistenpraxis 01 Es ist ein Ros entsprungen 1e keer H8 2e keer B16 en H8
octaaf hoger
Hans Friedrich Micheelsen:
Organistenpraxis 01- Kommt und lasst uns Christus Ehren H8, O4, O2
P. Anton
Esterndorfer (1670- 1711):
Gaillarda svi tonj
Ansichtkaart
beschreven in 1932
1885: De kerkvoogdij roept sollicitanten op voor de functie
van koster en voorzanger.
Provinciale
Drentsche en Asser courant 27-10-1885
1911: Van 17 juni dateert een afschrift van de
benoeming van J. Stel, hoofd der school te Gasselte, tot koster, voorlezer en
voorzanger. De genoemde bijlagen en instructie zijn niet bewaard gebleven. Op de
achterkant staan een serie namen, die vermoedelijk betrekking hebben op in 1910
geboren kinderen. (12)
1926: Er worden plannen gemaakt voor de plaatsing van een
orgel.
Provinciale
Drentsche en Asser courant 01-10-1926
1929: In de Kerkenraadsvergaderingen
van 22 maart t/m 28 oktober wordt gesproken over de kerkrestauratie en de aanschaf
van een orgel.
- Op 22 maart wordt meegedeeld dat koster/voorzanger G. Jansen
zal worden opgevolgd door J. Stel tegen een vergoeding van f 4,- per dienst.
-
Op 3 juli deelt de dominee mee dat hij samen met ds. Boonstra uit Gieten een
tweetal orgels heeft bezichtigd. Muziekhandelaar Meek uit Assen biedt een orgel aan
voor f 1.300,-. Orgelmaker Andreas Doornbos voor f 2.200,-. Doornbos verlaagt
later de prijs naar f 2.000,-
Provinciale Drentsche
en Asser courant 11-03-1929, Nieuwe provinciale Groninger courant 14-10-1929
Bij de restauratie van de kerk zal nu ook een 'orgelzolder'
worden gebouwd. Bij de aanschaf van het orgel van Meek zou er een tekort
ontstaan van f 1200,-. Dit kan worden gedekt door het uitschrijven van een
lening met aandelen van f 25,- tegen een rente van 4%. Financiering kan ook door
gebruik te maken van een gift van mej. R.J. Altingh en geld te lenen van
particulieren. Als deskundige voor de kerkrestauratie wordt B. Aalden uit Gasselternijveen aangesteld.
-
Op 12 augustus licht B. Aalden zijn gemaakte bestek voor de kerkrestauratie toe. Het
bestek wordt goedgekeurd. De kosten van de kerkrestauratie werden door hem begroot
op f 1.188,17. Op 24 augustus zal het werk worden aanbesteed. Het College van
Toezicht geeft een subsidie van f 242,27. De wegwijzer die men ontving van de
kerkorgelraad te Hilversum wordt voor kennisgeving aangenomen. Het orgel dat
Meek aanbood is gekocht voor f 1.100,- onder het beding dat hij het voor die
prijs moet leveren en plaatsen met tien jaar garantie.
Een stembeurt kost f 15,-. Betaling van het orgel zal plaatsvinden op 1 november.
-
Op 4 september blijkt dat A. Mulder en G. Jansen het orgel willen bespelen. Een
besluit zal worden genomen na proefspel op 13 oktober op het dan al geplaatste
orgel.
- Op 28 oktober wordt besloten een geldlening te sluiten van f
1.100,- bij de Boerenleenbank voor de aanschaf van het orgel. De lening wordt
jaarlijks afgelost tot 1941 en indien mogelijk eerder. Ds. Boonstra uit Gieten
heeft geadviseerd om G. Jansen uit Gasselternijveen te benoemen als organist
voor een periode van 1 jaar met een salaris van f 225,- per jaar. Mocht hij zich
gedurende dat jaar genoeg hebben bekwaamd, dan kan de benoeming worden omgezet in een
vaste benoeming. G. Jelies zal worden benaderd als orgelblaastrapper. (16)
Ook in het tijdschrift de Harp van 1929 (01) staat een
advertentie van Meek: 'Te koop flink kerkorgel met 7 volle stemmen en pedaal voor kerk van
3 à 400 personen. Joh. Meek te Assen'.
In het boekje van J. Kroezenga
(09) over de geschiedenis van de kerk: 'Het orgel, dat in 1929 in de kerk van Gasselte werd geplaatst
dateert oorspronkelijk uit het jaar 1840. Het werd voor f. 1.100.—
aangekocht van een orgelhandelaar en het is helaas niet bekend, waar het
voordien in een kerk heeft dienstgedaan. Het is een instrument met
aangehangen pedaal. De dispositie is als volgt: Prestant 8'; Holpijp 8'; Gamba
8'; Salicionaal 8': Octaaf 4'; Gemshoorn 2' en Fluit 4'. Tijdens de
laatste restauratie in 1963 is het orgel geheel nagezien en werden enkele dode
stemmen door pijpen weer tot leven gebracht.'
De gerestaureerde kerk en
het orgel werden op 17 november weer in gebruik genomen. Het orgel werd bespeeld
door de leverancier Johannes Meek uit Assen. Een collecte bracht f 88,07 op.
Dispositie:
Prestant 8', Holpijp 8', Gamba 8', Salicionaal 8', Octaaf 4', Gemshoorn 2', Fluit 4'
In de map van de kerkrestauratie van de jaren '60 van de vorige
eeuw zat een briefje uit
1929. In het briefje wordt beschreven welke werkzaamheden er tijdens de
kerkrestauratie werden uitgevoerd.
(11)
Provinciale Drentsche en Asser courant 05-08-1929, 16-11-1929
De Noord-Ooster 09-11-1929,
Provinciale Drentsche en Asser courant 19-11-1929
1930:
Op 25 januari 1930 komt de functie
van organist weer aan de orde. Er wordt besloten dat de organist later dit jaar onder
toezicht van ds. Boonstra uit Gieten proef zal spelen. Bij gebleken bekwaamheid
krijgt hij een vaste aanstelling. Er wordt voorgesteld om vooraf aan de dienst de
organist een voorspel te laten spelen. Dit gebeurt nu niet. Als de
orgelblaasbalgtrapper mee wil doen dan kan het worden ingevoerd.
Op
12 april wordt de benoeming van
organist Jansen definitief ingaande per 30 april. Het salaris wordt f 225,- per jaar.
Wederzijdse opzegtermijn is 3 maanden. De organist zal voor de dienst een
voorspel spelen van 3 minuten, waarna de dienst begint. (16)
Provinciale
Drentsche en Asser courant 20-05-1930
1931: Kasboek:
Organist G. Jansen krijgt f 225,- per jaar, orgelblaasbalgtrapper G. Jelies krijgt f 20,-
per jaar en aan onderhoud voor het orgel wordt f 15,- uitgegeven. (10)
De kerkrestauratie kostte f 1.700,-. De kerkelijk gemeente bracht f 2.200,-
bijeen.
Handelingen der
116de Gewone Vergadering van de Algemeene Synode der Nederlandsche Hervormde
Kerk, ten Jare 1931
1942: In de kerkenraadsvergadering
van 12 augustus komt de invoering
van de nieuwe gezangenbundel van 1938 ter sprake. Men is eensgezind om deze in te
voeren. Tegelijkertijd kan dan de nieuwe zangwijze met hele en halve noten worden
ingevoerd. (13)
Kasboek (14)
1941 10 november salaris organist Jansen f 167,50
1942 18 november idem
1943 25 november idem
1944 16 november salaris G. Jansen f 185,-
1945 14
november idem
1946 22 maart reparatie orgel f 22,- 28 mei reparatie orgel H.
Vegter f 65,- 1 oktober salaris organist Jansen f 50,- 12 oktober salaris
organist Jansen tot 6 oktober f 20,- 9 december Orgelstemmen 1945 Meek Assen f
15,-
Op 2 april 1946 komt aan de orde
dat organist Jansen ontslag neemt. Men had nog gehoopt dat hij op deze
beslissing zou terugkomen, maar dat is niet het geval. Er wordt besloten een
advertentie in de Provinciale
Drentsche en Asser courant te plaatsen.
Provinciale
Drentsche en Asser courant 06-04-1946
1947 5 oktober 1e gedeelte salaris organist f 100,- 13 december nota organist f
109,75
1948 31 oktober salaris organist f 200,-
1949 4 december salaris
organist 13 okt 48 - 1 nov 1949 f 208,-
1950 18 oktober salaris organist f
200,-1951 29 oktober salaris organist f 200,-
1952 27 oktober salaris
organist f 230,-
1953 3 juni nota Joh. Meek f 32,50 24 oktober organist f
230,-
1954? 30 oktober salaris organist onderhoud f 280,-
Kasboek (15)
1955 31 oktober loon A. Meijer f 230,-
1956 20 juni reparatie orgel eerste
helft f 7,50 31 oktober loon organist Meijer f 257,-
1957 24 oktober jaarloon
Meijer f 250,0
1958 10 november loon A. Meijer organist f 250,- 10 november
orgelstemmen f 10,-
1959 26 oktober Meijer f 250,-
1960 5 november salaris
Meier f 250,-
1961 17 september ventilator orgel f 75,- 28 november salaris
organist Meijer f 300,-
1962 november organist Meijer f 300,- november
arbeidsdienst orgel f 30,-
1963 organist Meijer f 300,-
1964 organist
Meijer f 300,- organist Meijer opslag f 50,-
1965 orgeldienst van 't Hof f
40,- organist Meijer f 350,-
1966 organist Meijer f 350,-
1967 organist
Meijer f 350,-
Van 1929 tot 1946 was G. Jansen organist. Daarna kwam A.
Meijer tot in elk geval 1967. Onderhoud werd gepleegd door Meek en Vegter. In
1961 werd een ventilator gerepareerd.
Foto links (09) Foto rechts Monumenten Bureau Assen: 15515 (24)
(Klik op de afbeelding voor een vergroting)
1960: Op
10 november vraagt de kerkvoogdij
het provinciaal museum een begroting
te maken voor de restauratie van de kerk. Als post 7 is opgenomen 'orgelkast met
galerij'. Het orgel wordt niet genoemd. Wel de pilaren onder het orgel. (22)
1961: Op
19 december wordt orgelmaker Rinkema door de
directeur van het bureau monumenten van het Provinciaal Museum
(BM) gevraagd een begroting in te dienen voor het herstel van het orgel. Als
referentie wordt genoemd de door Rinkema uitgevoerde werkzaamheden in de
Hervormde Kerk van
Diever. (20)
1962: In
januari vraagt de kerkvoogdij
subsidie aan bij het rijk voor de restauratie van het interieur van de kerk. Men heeft inmiddels zelf f 4.500,- bijeengebracht. 'Ook
het 19de-eeuwse orgel moet hersteld'.
Op
18 januari vraagt het BM aan orgelmaker Rinkema of hij al in Gasselte is geweest voor een
prijsopgave.
Op 19 januari
schrijft de echtgenote van Rinkema dat Rinkema bezig is met een opdracht in
Friesland. Waarschijnlijk wordt dat deze week afgerond. Hij zal van zich laten
horen.
Op 10 februari schrijft
Rinkema dat hij op 26 januari het orgel in Gasselte heeft bekeken. Hij hoopt
volgende week een rapport te schrijven.
Op
27 februari stuurt Rinkema het
rapport naar de kerkvoogdij. Door
ziekte is het later geworden. In het archief van Mense Ruiter is een
kladversie
van het rapport bewaard gebleven.
Prestant 8' | het groot octaaf is gecombineerd met de Holpijp c-e' (17 pijpen) staan in het front | |
Holpijp 8' | geheel van hout | |
Gamba 8' | C-d gedekt | |
Aeoline 8' | C-B gecombineerd met Gamba | |
Octaaf 4' | C-D open van hout | |
Gemshoorn 2' | ||
Fluit 4' | geheel van hout |
- Orgelbouwer Rinkema 1e termijn | f 1.000,- | |
- L. Rinkema, orgelbouwer 2e termijn | f 1.000,- | |
- Orgelbouwer Rinkema 3e termijn | f 1.000,- | |
- Kostgeld betaald aan J. Klaassens i.v.m. orgelbouwer | f 960,- | |
- Orgelbankje | f 136,75 | Levering door timmerfabriek Geerts. Zie prijsopgaaf. |
- Mevr. Welmers te Zuidlaren, kosten orgelconcert opening | f 60,- |
Manuaal | Pedaal | |
Praestant | 8' | c-d1 |
Holpijp | 8' | |
Gamba | 8' | |
Celeste | 8' | |
Octaaf | 4' | |
Fluit | 4' | |
Gemshoorn | 2' |
Nieuwsblad van het Noorden 18-06-1964
1965: Op 11 maart
schrijft Rinkema dat hij de rekening voor de restauratie op 7 september 1964
heeft verstuurd, maar nog steeds geen betaling heeft ontvangen. Kan het BM
bemiddelen met de restauratiecommissie?
Op 17 maart belt orgelmaker Ottes uit
Roden naar het BM (zie telefoonnotitie)
hoe het er voor staat met een mogelijke opdrachten voor Emmen Grote Kerk en de Hervormde
Kerk in Rolde. Vanuit het BM wordt hij gevraagd eens te kijken naar het orgel in
Gasselte. Afgesproken wordt er samen naar toe te gaan.
Op 12 april schrijft
het BM per briefkaart naar Gasselte
dat ze op 13 april 's avonds langs komen met een orgeldeskundige om naar het
orgel te kijken.
Op 24 april stuurt orgelmaker Ottes een
rapport over het orgel naar het BM:
- Het orgel heeft geen plafond
- De winddruk is te hoog
- Diverse metalen
pijpen zijn beschadigd en geven een slechte klank
- De deksels van de Holpijp
sluiten niet goed af
- Diverse pijpen zijn te kort en soms met linnen
verlengd
- De Prestant 8' is zeer ongelijk van intonatie en sterkte
- De
Gemshoorn 2 is in verhouding te sterk
- Bij de Salicionaal 8' doen de pijpen
van C tot G praktisch niets
- De Octaaf 4 is van fis2 te sterk
- De Octaaf
2 is ongelijk van sterkte en intonatie
- Diverse toetsen gaan te zwaar
-
Het pedaalklavier rammelt
- De zwarte boventoetsen zijn allemaal verkeerd
gelijmd
- Van 7 witte toetsen is het beleg te kort. Ook zijn er
beschadigingen
- In de balg zit een kleine lekkage
- Voor de Salicionaal is er
geen registerplaatje
Op 6 mei 1965 vraagt Rinkema om
betaling van de laatste termijn van f 2849,10 en brengt een rente van 6% in
rekening voor een termijn van 17 maanden.
Op
19 mei krijgt Rinkema via het
BM het rapport van orgelmaker Ottes van 24 april over het orgel, maar zonder de vermelding
dat dit van orgelmaker Ottes is.
Op
26 juni schrijft Rinkema dat
hij het rapport zal beantwoorden, maar vindt het geen manier van doen om na 11
maanden nog met een rapport te komen.
Op 1 juli vraagt Rinkema aan organist
Meijer hoe de toestand van het orgel is en op
5 juli antwoordt Meijer dat er geen
klachten van betekenis zijn.
Het
antwoord van Rinkema op het rapport is zeer uitvoerig en gaat in op alle genoemde punten.
Als
eerste beschrijft Rinkema welke werkzaamheden in het contract stonden:
1. Uitnemen
van het pijpwerk en elders opbergen. Daarna afdekken van de windlade.
2. Klavier
invoeren en pedaal bijstellen
3. Welarmen en diverse beviltingen
vernieuwen
4. Eventueel koperdraad verbindingen vernieuwen
5. Pijpwerk
herstellen en intoneren
6. Frontpijpen alumineren
7. Houtworm bestrijden
8. Orgel geheel schoonmaken
Andere werkzaamheden worden extra verrekend
Tijdens de werkzaamheden werd nog opdracht verleend voor:
a. Uitbreiding van
het
klavier met 5 tonen en bijbehorend pijpwerk
b. Bijplaatsen van een
Sesquialter. Dit werd later weer terug genomen.
Als Rinkema het
keuringsrapport daarnaast legt kan hij niet inzien waar hij in gebreke is
gebleven. Daarna volgt een behandeling van alle punten uit het
keuringsrapport.
Op 17 augustus volgt er een betaling van f 1500,- Er
resteert nog een bedrag van f 1394,10. (22, 20)
1966: Op 22 mei overlijdt Rinkema na een ziekteperiode vanaf december 1965.
De laatste termijn is nog niet betaald.
Mense Ruiter neemt
het onderhoud van Rinkema over
en begint een logboek van de gebeurtenissen
sinds 1961.
Mevrouw Ruiter bezoekt de kerkvoogdij van Gasselte op 15 juni. (22, 20)
1967: Op 13 januari stuurt weduwe Rinkema een
brief naar de
kerkvoogdij van Gasselte.
In februari
schrijft de kerkvoogdij aan het BM
dat weduwe Rinkema gevraagd heeft de laatste termijn van f 1.400,- te betalen.
Er zijn nog wat onvolkomenheden aan het orgel. Wat adviseert het BM?
In februari 1967
schrijft de kerkvoogdij naar weduwe
Rinkema dat ze advies hebben gevraagd aan dhr Helbers van het Drents Museum
omdat er nog onvolkomenheden in het orgel zijn. Deze dienen te worden verholpen
voordat de laatste termijn kan worden voldaan. (22, 20)
1968: Op 20
februari blijkt dat de rente inmiddels is opgelopen tot f 626,- over een periode
van 3 jaar en 6 maanden.
Op 21 februari spreken Ruiter en zijn vrouw met de
kerkvoogdij van Gasselte. Ruiter beschrijft de toestand van het orgel in een
notitie.
- De klaviertoetsen liggen iets ongelijk. Dit is bijgeregeld.
-
De pedaalveren zijn losgeraakt door houtkrimp. Dit is gerepareerd.
- Het houten
pijpwerk van de Holpijp 8' en de Fluit 4' zijn niet meer bruikbaar wegens
ontstemming en slechte aanspraak.
- Verder functioneert het orgel heel
behoorlijk hoewel de windlade behoorlijk lek is.
- De organist is zelf ook
aan het stemmen geweest
Op 29 februari een gesprek met Corneille F. Janssen
van het BM. (Corneille Janssen is de opvolger van dhr. Helbers)
Op 13 maart
vraagt het BM aan Cor
Edskes of hij de documentatie van het orgel eens kan doornemen om te adviseren
hoe om te gaan met het betalen van de laatste termijn aan weduwe Rinkema.
Op
25 juni schrijft het BM aan de
kerkvoogdij dat Rinkema het orgel heeft hersteld zoals het was en in een zo goed
mogelijke staat gebracht. Deze herstellingen zijn volgens de rijksorgeladviseur Cor
Edskes goed uitgevoerd. Janssen adviseert dan ook de laatste termijn te betalen.
Van 27
augustus dateert een brief van orgelmaker Mense Ruiter aan de directeur van het Drents Museum Corneille
F. Janssen. In de brief wordt gevraagd of er toestemming verleend kan worden om
de laatste termijn van de orgelrestauratie uit te betalen aan de weduwe van
orgelmaker Rinkema. Mense Ruiter komt op voor de weduwe Rinkema
die het financieel zeer matig heeft. Ze leeft alleen van haar weduwenpensioen en
wacht op de betaling uit Gasselte om haar huis te kunnen repareren.
Op
30 augustus schrijft het BM aan
Ruiter dat hij zich moet wenden tot de kerkvoogdij. Het BM heeft de kerkvoogdij
reeds geadviseerd.
Op 18 oktober
adviseert de burgemeester van Gasselte de kerkvoogdij om de rekening te betalen. (22, 20)
Foto
links: (24) Foto rechts: Bron onbekend
1978: Op een
begroting van het BM van 21 maart 1978 voor diverse
restauratiewerkzaamheden staat een post van f 500,-: 'orgel beschermen tijdens
het werk'.
Ongedateerde tekening (18) Klik op de tekening voor een
vergroting
1986: In een
inventarisatie van de Drentse kerk in 1986 door Roberta Hilbrandie-Meijer
wordt het orgel als volgt omschreven: 'ORGEL (westwand) ca. 250 x 300 cm; hout;
1840. Wit geverfd, met vergulde details. Drie halfronde torens. Onder de torens
consoles met geschilderd bladwerk. Vleugelstukken open, krullend, met bladwerk.
Herkomst: aangekocht in 1929 voor 1.110,- bij een orgelhandelaar. Literatuur:
Kroezenga, p 27, afb. op p. 24 Bijzonderheden: te oordelen naar de foto in
Kroezenga was het orgel voor 1963 in een donkere kleur geverfd. Foto nr. Dr. 21.
34.'
1987: Op 9
maart schrijft het BM aan de kerkvoogdij dat er binnenkort in overleg met de
rijksorgeladviseur O.B. Wiersma een advies over het orgel zal komen.
Op
dezelfde datum stuurt het BM het
rapport van de Hervormde Orgel
Commissie (HOC) van 6 januari 1983 door Aart van Beek door naar de
rijksorgeladviseur. Het BM vraagt zich af of het verstandig is het advies van de
HOC op te volgen.
Aart van Beek bezocht het orgel op 22 november 1982. Het in
1929 geplaatste is in zeer slechte staat. Herstel is zinloos. Het pijpwerk en de
windlade dateren uit de tweede helft van de 19de eeuw. De herstelkosten zullen de
prijs van een nieuw instrument met 5 stemmen te boven gaan. Een voorlopig
rapport uit 1976 had dezelfde strekking. Voor f 30.000,- tot f 40.000,- kan een
orgel uit de jaren zestig worden aangekocht. Voor een prijs tussen de f 40.000,- en f
50.000,- kan een nieuw orgel met 4-5 stemmen worden aangeschaft. Het huidige
orgel heeft een verkoopwaarde van f 1.000,- tot f 1.500,-. Bij een demontage is
het aan te bevelen de delen uit de 19de eeuw nader te bestuderen. De
pijpinscripties wijzen op een Duitse afkomst. De chromatische windlade had
oorspronkelijk een omvang van 49 tonen. Mogelijk is de windlade en het pijpwerk
van Ibach. Het front is volgens het rapport afkomstig uit 1929.
1994: De actie om geld in te zamelen voor de aankoop van
een orgel loopt voorspoedig. Er is al een bedrag van f 85.000,- bijeengebracht.
Nieuwsblad van het Noorden 16-04-1991
1995: Een plaatselijke
orgelcommissie, geadviseerd door Stef Tuinstra, heeft voorkeur voor het plaatsen van
een historisch instrument. Na uitvoerige oriëntatie komt de orgelcommissie een historisch windlade
met pijpwerk op het spoor, dat al jaren opgeslagen ligt in de werkplaats van
de orgelmaker Bakker en Timmenga in Leeuwarden.
De geschiedenis van het
instrument:
Om financiële redenen wordt besloten de werkzaamheden in Gasselte in
twee fasen uit te voeren.
In de eerste fase worden de windlade, de klaviatuur,
de mechanieken en zes registers pijpwerk grondig hersteld en achter het
bestaande front geplaatst.
Het orgel wordt op 7 juli 1995 in gebruik genomen met een bespeling door de vier plaatselijke organisten en adviseur Stef Tuinstra.
Dispositie:
Manuaal | Pedaal | |
Prestant | 8' | Aangehangen |
Holpijp | 8' | |
Octaaf | 4' | |
Fluit | 4' | |
Quint | 3' | |
Woudfluit | 2' |
Dispositie na de werkzaamheden in 2002:
Manuaal | Pedaal | |
Aangehangen | ||
Bourdon | 16' | Registerstand half: Hele klavier Registerstand helemaal: Alleen het groot octaaf klinkt |
Prestant | 8' | |
Holpijp | 8' | |
Octaaf | 4' | |
Fluit | 4' | |
Quint | 3' | |
Woudfluit | 2' | |
Mixtuur | IV | |
Trompet | 8' |