Coevorden, Gereformeerde kerk

1876: Op 24 september wordt een orgel in gebruik genomen dat afkomstig is uit Amsterdam.
Broeder Weggemans doneert f 200,- en later nog eens f 500,- , Geesje Hofman geeft f 500,-. (11)

Provinciale Drentsche en Asser courant 13-07-1876 en 27-09-1876, Wekstem, jaargang 12, 1876, no. 117, 05-10-1876


Foto (10)

1912: In de kerkenraadsvergadering van 3 juni wordt in de rondvraag een voorstel gedaan voor het plaatsen van een nieuw orgel in de kerk. Er wordt besloten dat enige broeders aan te stellen voor het bijeenkrijgen van de benodigde gelden. (08)
In de kerkenraadsvergadering van 12 juli wordt besloten de bouw van een nieuwe kerk te gunnen aan de laagste inschrijver Epping en Brintjes voor F 17.970,- (08)
Op 24 oktober schrijft waarschijnlijk de directeur van de Coevorder Brood- en Beschuitfabriek van Haeringen & Westra aan orgelmaker Martinus Vermeulen dat ze dachten dat een kerk een gebruikt orgel aanbood in een advertentie. De advertentie blijkt echter door Vermeulen te zijn geplaatst. Naar aanleiding daarvan heeft Vermeulen een offerte gestuurd met tekeningen. Het aangeboden orgel lijkt echter te groot voor de nieuwe kerk met circa 700 zitplaatsen. Men gaat dit bespreken en komt er later op terug. (12)

Het nieuws van den dag : kleine courant 17-10-1912

In de kerkenraadsvergadering van 18 november wordt besloten een nieuw orgel aan te schaffen.
In de kerkenraadsvergadering van 20 december besluit de vergadering het orgel van Vermeulen uit Woerden aan te schaffen voor f 2.640,-. Vermeulen wordt gevraagd naar Coevorden te komen voor verdere onderhandelingen en de inruil van het oude orgel. (08)

1913: In de kerkenraadsvergadering van 13 januari wordt de orgelmaker 'van der Meulen' genoemd. Het aangekochte orgel wordt meteen ingericht voor twee manualen. De meerkosten bedragen F 2.600,-
3 maart: Tijdens de inwijdingsdienst voor het nieuwe kerkgebouw zal een collecte worden gehouden voor het nieuwe orgel.
11 april: Het orgel is nog niet gereed. Er moeten afspraken worden gemaakt met 'van der Meulen' wanneer de ingebruikname kan plaatsvinden.
20 juni: De orgelmaker wordt aangezet tot spoed.
30 juni: Er wordt iemand naar Woerden gestuurd om poolshoogte te nemen naar de stand van zaken.
26 juli: Er komt aan de orde of de galerij moet worden gewijzigd. De kosten zijn f 56,-. 'Algemeen wordt goed bevonden deze verandering niet te maken maar liever voor dit geld eenige sieraden te koopen boven op het orgel.' Wel wil men  J. Jager wordt als orgeltrapper benoemd. (08)
Het oude orgel zou verkocht zijn aan de Gereformeerde kerk in Gees. (14)

Dispositie:

Manuaal I C-f''' Manuaal II C-f'''
Bourdon 16' Holpijp (gedekt) 8'
Prestant 8' Viool 8'
Holpijp 8' Voix Celeste 8'
Octaaf 4' Prestant 8'
Fluit 4' Octaaf 4'
Octaaf 2' tremulant  
Mixtuur 2-3-4 sterk ventiel  
Trompet 8'    

Aangehangen Pedaal (02).



coev01a.jpg (16115 bytes)
Links: ansichtkaart Rechts: onbekende herkomst

Een anonieme schenking van f 1.000,- is de basis voor de financiering van het orgel. De ingebruikname is op donderdag 24 juli met een bespeling door de orgelmaker.

Emmer courant 30-07-1913


Het nieuws van den dag : kleine courant 01-08-1913, De Nederlander 25-07-1913

Op 8 augustus schrijft Vermeulen dat hij een betaling kreeg van f 1.200,-, terwijl hij f 1.400,- verwacht had.
De orgeltrapper bedankt voor de functie. W. Jonker vraagt ontslag uit de orgelcommissie. Het bepalen van de kleur van de orgelgalerij wordt aan de orgelcommissie overgelaten.
Op 12 september wordt een orgeltrapper benoemd. Vermeulen gaat akkoord met het schrijven van Kerkenraad. De busjes voor het orgel komen in een volgende vergadering aan de orde.
Op 10 oktober wordt geconstateerd dat de actie om met busjes lang de deuren te gaan voor het orgel niet goed loopt. De busjes worden in de kerk opgehangen. (08)

1914: Lijst met nieuwe orgels en ingebruiknamedatums

Het Orgel 1914 januari

Op 10 juli vraagt Vermeulen per briefkaart of het orgel al gestemd moet worden. De kerkenraad besluit dat dit nog niet nodig is.
24 juli: Er wordt toch besloten om het orgel te laten stemmen, maar wel op de goedkoopst mogelijke manier.
Op 21 augustus een brief van Vermeulen dat hij nog een restbedrag voor het orgel moet ontvangen. De kerkenraad is echter van mening dat hij hier nog geen recht op heeft. (08)

Vermeulen voert de jaarlijkse stemmingen uit voor f 22,50 per keer. In zijn notitieschrift noteert hij wie de stemming uitvoert, voor welk bedrag en hoeveel winst hij daarop maakt. Notities zijn er van 1914-1919. (13)

1940: Orgelmaker Valckx en Van Kouteren uit Rotterdam breidt het orgel uit. Op Manuaal II komt er een Sesquialter  bij.
Op het Pedaal (C-d') komen een Subbas 16' en een Octaafbas 8' als transmissies van de Bourdon 16' en Holpijp 8' van Manuaal II.
Er wordt een klavierkoppel als trede toegevoegd. Er wordt er een windmotor geïnstalleerd. (03)
De ingebruikname is op de eerste Kerstdag met een bespeling door Harry Jonker de zoon van de huidige organist.

Dispositie na deze werkzaamheden:
Manuaal I: Bourdon 16', Prestant 8', Holpijp 8', Octaaf 4', Fluit 4', Octaaf 2', Mixtuur IV, Trompet 8'
Manuaal II: Prestant 8', Viola 8', Celeste 8', Gedekt 8', Octaaf 4', Sesquialter 2 2/3'
Pedaal: Subbas 16', Octaafbas 8'


De standaard 10-10-1940, Christelijk sociaal dagblad voor Nederland De Amsterdammer 10-10-1940 en 31-12-1940


De standaard 10-10-1940, 31-12-1940


Nieuwsblad van het Noorden 30-12-1940, Nieuwe Utrechtsche courant 03-01-1941


Het Orgel 1941 januari

195?: De fa J. Reil uit Heerde plaatst op het Bovenmanuaal een Terts 1 3/5' in plaats van de Voix Celeste 8'. (GJP: dit klinkt niet logisch vanwege de aanwezigheid van de Sesquialter) Op een pneumatische hulplade worden de registers Quintadena 8', Roerfluit 4', Nasard 2 2/3' en Woudfluit 2' toegevoegd. (04).

1958: Op 18 november wordt de Orgelcommissie van de Gereformeerde organistenvereniging (GOV) om advies gevraagd voor herstel van het orgel.
De eigen orgelcommissie heeft al een rapport geschreven. Het orgel is nu in een zodanige toestand dat herstel niet meer kan worden uitgesteld. De laatste herstelling door 'Reijl' was een gedeeltelijk herstel vanwege ontbrekende financiën.
Het orgel van Coevorden steekt povertjes af bij ander orgels in de omgeving. Soms moet het orgel tijdens de kerkdienst worden gerepareerd.
Met zijn 17 stemmen en een nieuwbouwwaarde van f 60.000,- tot f 70.000,- is het orgel goed onderhoud meer dan waard. Daarna volgt een opsomming van de uit te voeren werkzaamheden met geschatte kosten van f 8.000,-.
Op het pedaal wil men graag een Subbas 16'. Hiervoor kan de Bourdon van het Manuaal worden gebruikt. De Mixtuur en de Trompet dienen te worden vervangen. Op de plek van de Bourdon 16' kan een Quint 2 2/3' worden geplaatst. Ook het toevoegen van een Cornet discant wordt aangeraden. Op het bovenklavier moet de Gamba worden vervangen door een Hobo.
Op 27 november schrijft de GOV dat ze bereid zijn een advies uit te brengen. Als adviseurs worden W.A. Houtman en J.J. de Vos voorgesteld. Volgende week zullen ze het orgel gaan bekijken.
Op 1 december schijft de GOV dat ze donderdag 4 december naar Coevorden komen.
Op 19 december verschijnt het rapport van de GOV. In het rapport wordt de toestand van het orgel als volgt beschreven: Het orgel is oorspronkelijk een mechanisch sleepladen-orgel geweest mat twee manualen en aangehangen pedaal met 13 stemmen. Het is geleverd door orgelmaker Mart Vermeulen. De oorspronkelijke bouwer is onbekend.
Manuaal II is enkele jaren geleden door Reil met vier stemmen op een pneumatische lade uitgebreid. Hiervoor moest de orgelkas worden vergroot. De windlade is hoog achterin het orgel geplaatst op een moeilijk bereikbare plaats. Het pedaal is zelfstandig gemaakt door een transmissie van de Bourdon 16' en de Prestant 8' van Manuaal I. Er zijn enkele storingen in het pneumatisch gedeelte van het orgel. De toestand van de windladen van het oude gedeelte zijn redelijk. Er is wel wat overloop van wind. Het pijpwerk is beschadigd door veelvuldig stemmen en is door de krappe orgelkas moeilijk bereikbaar. Het voetklavier is versleten en ligt ongemakkelijk door de te korte boventoetsen. De Meidinger-ventilator produceert ternauwernood voldoende wind.
De dispositie is als volgt:
Pedaal: Subbas 16', Prestant 8' (transmissie)
Manuaal I: Bourdon 16', Prestant 8', Holpijp 8', Octaaf 4', Fluit 4', Octaaf 2', Mixtuur II-II-IV, Trompet 8'
Manuaal II: oude sleeplade -> Prestant 8', Holpijp 8', Viool 8', Octaaf 4', Terts 1 3/5' Pneumatische lade: Quintadena 8', Roerfluit 4', Nasard 2 2/3', Woudfluit 2'.
Het materiaal van het orgel is over het algemeen goed en de tractuur ziet er nog redelijk uit.
Het instrument staat tegen de achtermuur, waardoor uitbreiding daar niet mogelijk is. Het naar voren plaatsen is kostbaar.
Voorgesteld wordt de tractuur volledig elektrisch-pneumatisch te maken. De sleeplade van Manuaal II kan worden gehandhaafd maar wordt voorzien van een nieuwe tractuur.
De windladen van Manuaal II worden vervangen door een nieuwe windlade voor 11 stemmen.
Er komt nieuwe pedaalwindlade voor drie unit-registers: . De magazijnbalg vervalt en wordt vervangen door drie regulateurs.
Er komt een nieuwe windmachine en nieuwe windkanalen. Er wordt een nieuwe elektrische speeltafel geïnstalleerd. De dispositie wordt gewijzigd en uitgebreid.
Voorgestelde dispositie:
Manuaal I: Prestant 8', Bourdon 8', Octaaf 4', Fluit 4', Octaaf 2', Sesquialter II, Mixtuur II-II-IV, Trompet 8'
Manuaal II: Prestant 8', Holpijp 8', Quintadeen 8', Viola 8', Octaaf 4', Roerfluit 4', Nasard 2 2/3', Woudfluit 2', Terts 1 3/5', Scherp III, Dulciaan 8'
Pedaal: Subbas 16', Gedekt 8', Fluit '; Prestant 8', Octaaf 4', en Zwegel 2'; Fagot 16', Basson 8', Schalmey 4'.
De kosten worden geschat op f 20.000,-. (16)

1959: Op 26 mei wordt gevraagd of de GOV naar aanleiding van het rapport van 19 december 1958 en het overleg op 2 mei een restauratieplan kan maken voor de varianten zonder uitbreiding en met uitbreiding.
Op 19 juni schrijft de GOV dat ze een bestek hebben gemaakt op basis van de brief van 26 mei. Plan I is een restauratie, verbouwing en uitbreiding en elektrificatie zoals voorgesteld in het rapport van 19 december 1958. Een restauratie van de bestaande toestand lijkt de GOV niet raadzaam, omdat het toegevoegd pneumatische gedeelte de meeste storingen geeft. Om tegemoet te komen aan de vraag of er een goedkoper alternatief is, is er een plan II toegevoegd dat minder ingrijpend is als plan I.
Op 1 juli beantwoordt de GOV de vraag of het mogelijk is een bestek uit te werken voor een rein-mechanisch orgel. Dit is mogelijk maar hiervoor is de orgelkas niet groot genoeg en ook zal het balkon dienen te worden aangepast. De kosten worden ingeschat op f 15.000,-
De GOV werkt een ongedateerd plan III uit.
In een ongedateerd bestek worden drie varianten van uitbreiding en restauratie beschreven.
Op 9 juli schrijft dhr. Kalteren van de CvB aan de GOV dat besloten is een aantal orgelmakers uit te nodigen voor het maken van een offerte voor drie plannen:
- Plan I restauratie, uitbreiding en elektrificatie
- Plan II restauratie zonder uitbreiding maar met elektrificatie
- Plan III restauratie, wijziging dispositie maar met mechanische overbrenging
Naast de orgelmakers gespecialiseerd in elektrische tractuur ook twee orgelmakers uitnodigen gespecialiseerd in mechanische tractuur.
Op 11 juli schrijft de GOV dat ze vijf orgelmakers een brief met een bestek hebben toegestuurd. Er zijn drie protestantse bouwers (Fonteijn & Gaal, Leeflang, de Koff) uitgenodigd en twee rooms-katholieke (Pels en Verschueren).
Op 13 juli antwoordt De Koff dat ze geen offerte uitbrengen vanwege een te volle orderportefeuille.
Op 21 juli antwoordt Verschueren dat ze volgende week een offerte gaan maken.
Op 13 oktober schrijft de orgelcommissie aan de GOV dat er door vier orgelmakers (Fonteijn & Gaal, Leeflang, Verschueren en Pels) is ingeschreven. De CvB heeft echter besloten niet op deze offertes in te gaan. Het adviestraject met de GOV is daarmee beëindigd.
Op 26 november stuurt de GOV een nota voor het advies van f 201,79. (16)

In oktober doet orgelbouwer G.A.C. de Graaf, te Amsterdam een prijsopgave voor een restauratie en uitbreiding.
Deze prijsopgave baseert zich op het restaureren van het bestaande hoofdwerk, dat in zijn geheel verhoogd tegen de torenmuur wordt geplaatst en het bijmaken van een nieuw rugpositief en een vrij pedaal.

Voorgestelde dispositie:

Hoofdwerk:   Rugpositief:   Pedaal  
Prestant (oud) 8' Holpijp (oud) 8' Subbas (oud) 16'
Roerfluit (van Holp. 8) 8' Prestant (nieuw) 4' Gemshoorn (nieuw - koper) 8'
Octaaf (oud) 4' Roerfluit (oud) 4' Nachthoorn (van bourdon 16') 4'
Fluit (oud) 4' Octaaf (van man.I) 2' Fagot (nieuw, 8-voets koperen bekers) 16'
Nasard (van man.II) 2 2/3' Tertiaan (van Mixt.) 1-2 st Schalmei (nieuw) 4'
Gemshoorn (van Woudluit 2') 2' Scherp (nieuw) 3 st    
Mixtuur (nieuw) 4 st Dulciaan (nieuw) 8'    
Trompet (oud) 8'        

Hiertoe behoren de volgende werkzaamheden:

  1. Opstelling: De bestaande kast wordt ongeveer 2 meter verhoogd en in de diepte ingekort. De nieuwe onderbouw biedt plaats aan de speeltafel en de pedaalwindladen. Hiertoe is het noodzakelijk om het gat in de toren, nu ongeveer 135 cm breed, tot ongeveer 220 cm te verbreden, teneinde toegang tot de kleppenkast van de hoofdwerklade te verschaffen. Tevens kan hierdoor vooral de Trompet 8 worden gestemd. Het rugpositief wordt voor de balustrade op twee, door de kerk te verzorgen, stalen balken opgebouwd.
  2. Windvoorziening: De bestaande grote magazijnbalg met scheppers komt te vervallen. Hiervoor worden aan alle windladen afzonderlijk eigen balgen aangebouwd. De winddruk wordt zoveel mogelijk verlaagt.
  3. Windladen: De grote hoofdwerklade wordt grondig gerestaureerd, d.w.z. naar Amsterdam gebracht en in de werkplaats op alle gebreken gecontroleerd, zodat deze na reparatie niet meer voor een nieuwe lade behoeft onder te doen. De laden voor rugpositief en pedaal worden geheel nieuw uit prima materialen en volgens de nieuwste ervaringen vervaardigd.
  4. Toetstractuur: Deze wordt geheel vernieuwd. Uitsluitend het hout van de abstracten zal weer gebruikt worden. Ook de klavieren worden door nieuwe vervangen, en de nieuwe speeltafel volgens de moderne normalisatie geconstrueerd.
  5. Registertractuur: Door de nieuwe opstelling wordt ook een nieuwe register tractuur noodzakelijk. De eveneens nieuwe registertrekkers zullen niet meer boven, maar links en rechts van de klavieren worden aangebracht. De koppelingen als treden boven het pedaal.
  6. Pijpwerk: Voor zover het oude pijpwerk weer wordt gebruikt, worden waar nodig de kernsteken dichtgedrukt, de opsneden verlaagt en de voeten geheel geopend. De mensuren zijn over het algemeen bruikbaar, zodat een zeer goed resultaat verwacht mag worden.

De prijs voor deze werkzaamheden bedraagt, inclusief reiskosten, transporten en omzetbelasting fl. 20.500,-, alsmede al het overblijvende materiaal dat niet meer gebruikt wordt. Echter wordt hierbij aangenomen, dat tijdens de werkzaamheden in de kerk twee of drie mensen bij lidmaten van de gemeente logies kunnen krijgen. De montage in de kerk kan ongeveer 6 tot 8 weken in beslag nemen.

In deze prijs zijn niet begrepen:

  1. Het aanleggen of verplaatsen van elektrische leidingen, lichtpunten, schakelaars en dergelijk elektricienswerk.
  2. Eventuele kosten van metsel- of schilderwerk.

Op alle werkzaamheden wordt garantie verleend, zolang men mij, tegen de normaal daarvoor geldende condities, in staat stelt het orgel naar behoren te onderhouden.
Levertijd: ongeveer 6 tot 8 maanden. Amsterdam, 30 oktober 1959.

In een brief van de kerkenraad, d.d. 14 november 1959, verklaart de kerkenraad zich (na ingewonnen advies van de commissie van beheer) akkoord met de voorstellen van de Graaf. Als adviseur en technisch deskundige heeft de kerkenraad benoemd Dhr. W.H. Zwart te Emmen. Op diens advies zou men graag nog de Quintadeen 8', een bestaande stem in het huidige orgel, overgebracht zien in het gerestaureerde orgel. (15)

1961: Uitbreiding van het orgel met een rugpositief en een zelfstandig pedaal door G.A.C. de Graaf.
Van de kegellade van Reil wordt een noodorgeltje gemaakt (8', 4', 2' en Mixtuur) dat waarschijnlijk heeft dienstgedaan tijdens de restauratie. Later ging het orgel naar de Paters Kapucijnen in IJmuiden en diende daar als hoofdwerk, na een verbouwing door Vermeulen orgelbouw te Alkmaar. Vervolgens ging het orgel nog naar de Kapucijnen in Tilburg, waar ze geen orgel hadden. (15)

Het orgel had voor de verbouwing in 1961 waarschijnlijk de volgende dispositie: (15)

Manuaal I    
Bourdon 16'  
Prestant 8'  
Holpijp 8'  
Octaaf 4'  
Fluit 4'  
Octaaf 2'  
Mixtuur 2-4 sterk II-IV  
Trompet 8'  
Manuaal II:    
Prestant 8' (Groot octaaf gedekt,14 frontpijpen)
Holpijp 8'  
Viool 8' (Groot octaaf Holpijp)
Octaaf 4'  
Terts 1 3/5' (Nieuw pijpwerk)
Quintadeen 8'  
Roerfluit 4'  
Nasard 2 2/3'  
Woudfluit 2'  
Pedaal    
Subbas 16' Transmissie 25 tonen.



Links: Beeldbank Drents Archief Rechts: Reliwiki (xx)

Coevorder krant 1961: 'Gerestaureerd en uitgebreid orgel overgedragen
De heer Zwart verzorgde presentatieconcert
Met een presentatieconcert van de Emmer musicus Willem Hendrik Zwart werd zaterdagavond j.l. het gerestaureerde orgel in de Gereformeerde Kerk in gebruik genomen. De heer G.J. Hartemink droeg met een korte toespraak namens de commissie van beheer het prachtige instrument over aan de kerkenraad. Men kent het in 1914 aangeschafte orgel niet weer, zo mag vastgesteld worden. Zowel in- als uitwendig vonden grote veranderingen plaats. Het door de bouwer G.A.C. de Graaf uit Amsterdam gerestaureerde orgel heeft drie klavieren en niet minder dan 1800 pijpen, variërend van enkele centimeters tot 5 meter. Al deze pijpen konden niet in de bestaande kast worden weggewerkt, zodat 'n zogenaamde rugpositief werd gebouwd, dat voor het orgelfront is geplaatst Tussen het eigenlijke orgelfront en dit rugpositief is de plaats van de organist. Het orgel werd voorzien van een geheel nieuw pedaal. Het gerestaureerde en uitgebreide orgel werd in barokstijl geschilderd door de heer Terwey volgens advies van de Hilversumse expert H. Nassenstein. De restauratie werd uitgevoerd onder toezicht van de heer W.H. Zwart uit Emmen. In zijn overdrachtspeech herinnerde de heer Hartemink er aan dat de plannen voor restauratie reeds enige jaren bestonden voordat in 1960 met de werkzaamheden werd begonnen. Hij richtte dankwoorden aan 't adres van de heren Zwart en de Graaf voor het geleverde werk. De heer B. Euving die namens de kerkenraad het orgel aanvaardde sprak de hoop uit dat het instrument volledig zou voldoen aan het gestelde doel, namelijk een goede begeleiding van de gemeentezang ter ere van God. Na samenzang van psalm 150 vers 3 speelde de heer Zwart werken van Bach, G.F. Händel, H. Andriessen en van Jan Zwart. Het concert werd ook bijgewoond door enige oud organisten van de Gereformeerde Kerk.'

1964: Op 18 november beantwoordt Mense Ruiter een aantal vragen vanuit Coevorden. Een generale stemming kost f 250,-. Indien er alleen wordt bijgestemd dan wordt een uurtarief in rekening gebracht. De kosten voor een nieuwe tremulant en een nieuwe Prestant Quint 3' in plaats van de huidige Nasard 3' kan alleen na een bezoek aan het orgel worden gegeven. Het beste is dit te onderzoeken tijdens een stembeurt.

1967: Het hoofdwerk heeft kort na de restauratie van 1961 weer gebreken. Dit blijkt uit een brief van 14 november van de orgelcommissie aan de kerkenraad: 'Ons kerkorgel dat elke zondag dienstdoet en naar wij hopen tot uw tevredenheid, begint enkele gebreken te vertonen. Deze gebreken zijn niet zodanig, dat de orgelbouwer, die destijds het orgel heeft verbouwd en gerestaureerd enig verwijt kan worden gemaakt, omdat de gebreken zich voordoen in het oude materiaal, dat toen niet is vervangen in verband met de hoge kosten. Wanneer dit wel was gedaan destijds, had de restauratie f 15.000.- meer moeten kosten. Een geheel nieuw orgel had minstens een uitgave gevergd van f 65.000.- Als voorbeeld wordt gesteld, dat de Hervormde Kerk alhier f 80.000.- voor een orgel van dezelfde omvang als het onze heeft uitgetrokken. Het is niet nodig in het hoofdwerk, gelijk als in het Rugwerk nieuwe pijpen te plaatsen, alhoewel dat prachtig zou zijn om een homogeen geheel te krijgen en wij als het ware ook een geheel nieuw orgel kregen. Wij weten, dat de financiën altijd het probleem is, waardoor de initiatieven niet gerealiseerd kunnen worden en het bij een vrome wens blijft.'
De Tertiaan van het rugwerk voldoet niet aan de verwachtingen. In een brief van dhr. de Groot aan orgelbouwer G.A.C. de Graaf blijkt dat dit register moet worden vervangen door een Sesquialter I-II, liefst van enge mensuur. Niet alleen het hoofdwerk, maar ook het rugwerk vertoonde 1967 problemen. Genoemde brief vermeldt dat de mechaniek van het rugwerk sterk geoxideerd is, zodat deze niet afgesteld kan worden, teneinde breuk te voorkomen. (15)

1970: Uit een brief 7 februari blijkt dat orgelbouwer de Graaf in het kerkgebouw is geweest om eventuele verbeteringen aan het orgel te bestuderen. In een zestal punten geeft de Graaf aan wat er veranderd c.q. verbeterd moet worden. Het blijft echter bij plannen.
Een maand later is er contact met de Fa. Hagels en Zn. Kerkorgelbouw te Lutten. Uit een brief van 9 maart van de orgelbouwer aan de commissie van beheer blijkt dat de problemen met het orgel zijn besproken. Hagels wil een aparte blaasbalg voor het Pedaal. Het rugwerk kan ongewijzigd blijven. Uit een aantekening van organist de Groot op de brief blijkt dat ook andere orgelbouwers een offerte hebben uitgebracht. Hun prijzen liggen aanmerkelijk hoger. Hagels krijgt de opdracht tot restauratie. De Trompet 8' van het Hoofdwerk en de Subbas 16' van het pedaal worden vernieuwd. Er wordt bladgoud aangebracht op de frontpijpen en het houtsnijwerk. (15)

Na 1970: Aan het eind van de jaren zeventig wordt het onderhoud enkele jaren verzorgd door de orgelbouwer Hendriksen & Reitsma te Nunspeet. Daarna wordt het onderhoud weer uitgevoerd door de fa. Hagels en Zn.  (15)



De Orgelvriend van 1973-04 De datering van 1890 is niet correct.

1986: Op 2 mei schrijft organist Piet Rippen dat hij door de kerkenraad is gevraagd advies aan te vragen bij de GOV. Graag advies omtrent de volgende punten:
- de algehele staat van het orgel
- de wenselijkheid van het toevoegen van een eenvoetsregister op een kantsleep van het Hoofdwerk
- toevoeging van een Cornet V op het Hoofdwerk. Er is een Cornet beschikbaar van een afgebroken orgel.
Op 3 mei antwoordt de GOV dat ze advies willen geven en op 7 mei wordt de overeenkomst getekend.
In mei 1986 onderzoeken H.R. Smedema en D. Ronner van de GOV het orgel. Er wordt een uitvoerig rapport geschreven. Het orgel verkeert in zeer slechte staat van onderhoud. Verder uitstel van onderhoud is onverantwoord.
Op 8 augustus stuurt de GOV een nota van f 544,20 voor het advieswerk.  (15) (16)

1989: Organist de Groot neemt vanwege gezondheidsredenen ontslag. Op dinsdag 25 april is er een afscheidsconcert door Willem Hendrik Zwart en de Groot.
De Orgel Adviescommissie stelt een renovatieplan op, in nauwe samenwerking met de commissie van beheer en de kerkenraad en stelt voor een offerte aan te vragen bij enkele gerenommeerde orgelmakers. Dr. A.J. Gierveld wordt aangesteld als adviseur.
Orgelmaker Mense Ruiter krijgt de opdracht en doet de volgende voorstellen:

1992: Op 25 januari schrijft de GOV dat ze de voorwaarden zullen toesturen voor het uitbrengen van een advies. Er wordt op gewezen dat het uitbrengen van een advies niet erg zinvol is, omdat dit in 1986 als is gebeurd. Toch wordt er een overeenkomst gesloten.
Op 6 mei komt het rapport van de GOV (2e pagina mist) uit op basis van een bezoek aan de kerk op 9 april.
De bevindingen uit het rapport van juni 1986 gelden nog steeds. De speelaard van de klavier en vooral die van het koppelklavier is bijzonder zwaar. De ruimte in de orgelkas is te kliein om goed in te kunnen werken. De tot nu toe uitgevoerde werkzaamheden door Hagels getuigen van amateurisme. Deze werkzaamheden zijn inmiddels gestopt.
Er wordt geadviseerd offerte uit te laten brengen door Mense Ruiter en Kaat & Tijhuis. Eventueel kan Leeflang nog daaraan worden toegevoegd.
In mei (2e pagina mist) vraagt de GOV aan Mense Ruiter en Kaat & Tijhuis om een offerte uit te brengen.
Op 19 augustus stuurt Kaat & Tijhuis zijn offerte. Daarnaast stelt Kaat & Tijhuis nog een aantal verbeteringen voor die apart worden gecalculeerd.
Op 27 augustus brengt Mense Ruiter een offerte uit. Het orgel is op 27 mei en 24 augustus onderzocht. Het rapport van de GOV kan volledig worden onderschreven. Uitgangspunt is het herstel en verbetering van het concept van G.A.C. de Graaf uit 1961. Ook hier wordt een aantal posten apart gecalculeerd.
Op 29 oktober schrijft de GOV aan Kaat & Tijhuis om een aangepast offerte. De GOV wil graag een definitieve prijsopgave.
Op 19 november komt Kaat & Tijhuis met een aangepaste offerte.
Op 3 december schrijft Gierveld van de GOV dat aspirant-adviseur Roelof van Luit is vervangen door Victor Timmer voor het verdere adviestraject.
Op 4 december protesteert Mense Ruiter tegen de gang van zaken om Kaat & Tijhuis om een aanvullende offerte te vragen om een idee uit te werken uit de offerte van Mense Ruiter.
Op 21 december beantwoordt de Arend Jan Gierveld van de GOV de brief van Mense Ruiter.
Op 24 december stuurt Mense Ruiter een tekening van de pedaalkas en de betimmering van de torenmuur. De in eigen regie te maken onderdelen zijn in rood aangegeven. De bouw van het orgel vordert goed. De oude Bourdon is gereconstrueerd en de nieuw Subbas is klaar. De windlade voor het pedaal is bijna afgerond. In januari wordt gestart met de pedaalkas en de balg. (16)

1993: Vergadering van de orgelcommissie op 5 januari. Er wordt gekozen voor een volledige renovatie zonder opdeling in fases. Het voorstel van Kaat & Tijhuis voor een Mixtuur op 5 1/3' wordt door de organisten afgewezen. Dit geeft teveel beperkingen in het literatuurspel. De voorkeur gaat uit naar de offerte van Mense Ruiter. Op de gemeenteavond van 8 maart moet er beslist worden.
Vergadering orgelcommissie op 14 januari met organisten, orgelmakers en adviseurs. Het plan van Mense Ruiter komt als beste naar voren. De Fluit 4' in het Pedaal zal worden vervangen door een Octaaf 4'. Het Pedaal verhuist naar een plek achter het orgel, waardoor er ruimte komt om de Bourdon 16', aangevuld met de Fluit 4' weer op het Hoofdwerk te plaatsen.
Op 8 maart geeft adviseur Gierveld tijdens een gemeenteavond een toelichting op de orgelrenovatieplannen. Sinds 1961 is er onvoldoende onderhoud gepleegd en dat kan niet langer uitgesteld worden. De gemeente gaat akkoord. Zie ook het verslag.
Van 31 maart dateert een werkomschrijving door Mense Ruiter.
Op 2 april dankt Mense Ruiter voor het verlenen van de opdracht. De tijdsplanning is als volgt:
- augustus 1993: start met demontage van het Pedaal
- november 1993: uitnemen mechanieken en pijpwerk Hoofdwerk en Rugwerk
- Januari/februari 1994: terugplaatsing mechaniek, inbouw pedaal
- maart/april 1994: intonatie
Op 13 april wordt door Mense Ruiter de eerste termijn in rekening gebracht.
Op 16 april vergadert de orgelcommissie. Het contract met Mense Ruiter is getekend op 7 april. In de laatste week van juli wordt het Pedaal weggehaald. Het orgel blijft nog bespeelbaar tot november. In de tijd dat het orgel niet bespeelbaar is zal een piano worden gebruikt.
Op 17 april stuurt de GOV een nota van f 2932,50 voor de advieskosten. De advieskosten zijn gebaseerd op de bouwkosten van f 117.300,-.
Vergadering van de orgelcommissie op 9 juli. De financiering loopt goed. De eenmalige giftenactie heeft f 70.000,- opgeleverd. De obligaties zijn goed voor f 40.000,-. Aan giften is er nog eens f 11.000,- binnengekomen. er zal geprobeerd worden tijdelijk een klein pijporgel te huren. de ramen aan de kant van de Rabenhauptstraat moeten worden voorzien van gordijnen om ontstemmingen in het orgel te voorkomen. De orgelmaker zal onderzoeken of de Schalmei 4' kan worden omgezet in een Schalmei 8' (Trompet).
In de laatste week van juli wordt het pedaalwerk gedemonteerd. Hoofdwerk en Rugwerk blijven voorlopig nog bespeelbaar.
Op 28 juli wordt door Mense Ruiter de tweede termijn in rekening gebracht. Op 29 juli wordt aan de GOV gemeld dat begonnen is met de demontage van het pedaal.
In november wordt het resterend pijpwerk uit het orgel gehaald. Er worden voorbereidingen getroffen om het pedaal in de nis achter het orgel te plaatsen. 
Op 22 november brengt Mense Ruiter de derde termijn in rekening.
Op 7 december schrijft Mense Ruiter dat het binnenwerk is gedemonteerd. Hierdoor zijn een aantal verborgen gebreken aan het licht gekomen. De windlade is in het midden doorgezakt, veel slepen zijn krom. De lade dient grondig te worden gerestaureerd. De koperen wellen van het rugpositief zijn gescheurd in de lengte richting en dienen te worden vervangen door metalen wellen. Deze tegenvallers wil Ruiter tegen kostprijs uitvoeren voor f 15.000,- en f 8.500,-. (15) (16)

1994: Op 2 februari dankt Mense Ruiter voor de opdracht om de tegenvallers van laderestauratie en de vervanging van de wellen uit te voeren. In februari wordt de nieuwe windlade en balg voor het pedaal in de nis achter het orgel geplaatst.  Het Pedaal krijgt een de nieuwe Subbas 16'.
Op 21 februari wordt de vierde termijn in rekening gebracht vanwege de start met de inbouw van de mechaniek.
Op 30 maart wordt de vijfde termijn in rekening gebracht vanwege het plaatsen van de gerestaureerde windlade van het Hoofdwerk en de vervanging van de walsen.
Op 23 juni krijgt Gierveld een uitnodiging voor het bijwonen van de ingebruikname op 15 juli.
Op 19 juli wordt de laatste termijn rekening gebracht vanwege de oplevering van het orgel.
De Trompet 8' van het hoofdwerk is vervangen door een nagenoeg identiek exemplaar, afkomstig uit een Bakker & Timmenga-orgel uit 1913 in Metslawier.
Op 14 juli wordt het gerestaureerde orgel weer in gebruik genomen.  Voor de te zingen liederen werd een apart vouwblad gemaakt. Zie de brochure Orgel gereformeerde kerk Coevorden voor het ingebruikname programma en de geschiedenis van het orgel.
Op 20 juli verschijnt het eindrapport door de GOV. het orgel is op vrijdagmiddag gekeurd. Het werk is uitgevoerd conform het bestek. Er is nu een betrouwbaar orgel ontstaan dat haar karakter van de jaren '60 niet heeft verloren. De verschillen in de intonatie van het Hoofdwerk en het Rugwerk zijn verkleind zodat een homogener klankbeeld is ontstaan. De plaatsing van het pedaal in de torennis is op fraai wijze gerealiseerd. De windtoevoer is veel stabieler geworden. Het is zeer te waarderen dat de tegenvallers op basis van kostprijs zijn opgelost. Boven bestek zijn drie nieuw slepen en een nieuw rooster voor de Trompet gemaakt. De Trompet bleek veel slechter dan verwacht en is door Ruiter gratis vervangen door een beschikbare trompet uit het orgel van de Hervormde Kerk van Metslawier. In de intonatie zitten nog wat oneffenheden. Hier zal nog aan gewerkt worden. Al met al kan worden gesproken van een geslaagde operatie.
Op 13 augustus verstuurt de GOV de eindafrekening voor de advieskosten. (15) (16)

Dispositie.

Hoofdwerk   Rugpositief   Pedaal  
Bourdon 16' Quintadeen 8' Subbas 16'
Prestant 8' Holpijp 8' Baarpijp 8'
Holpijp 8' Prestant 4' Octaaf 4'
Octaaf 4' Roerfluit 4' Fagot 16'
Fluit 4' Octaaf 2' Schalmei 4'
Nasard 2 2/3' Tertiaan I-II    
Gemshoorn 2' Scherp IV    
Mixtuur III-IV Dulciaan 8'    
Trompet 8' Tremulant      
Tremulant          

2020: Groot onderhoud door Hendriksen & Reitsma. Adviseur is Stef Tuinstra.
De volgende werkzaamheden worden uitgevoerd:
Pedaal: Pijpwerk verwijderen, lade en pijpwerk schoon maken, vervangen stiften in de windlade, afregelen van mechaniek en slepen, nalopen van de intonatie
Hoofdwerk: de beweegbare bodem onder de lade is verwijderd, de fundamentbalk en de ventielbak zijn hersteld, pijpwerk en lade schoongemaakt, afregelen mechaniek en slepen , De Trompet heeft rugstukken gekregen, de intonatie is nagelopen.
Rugwerk: de lade is gerestaureerd met nieuwe dammetjes en slepen, het pijpwerk is schoongemaakt, de mechaniek is afgeregeld en de intonatie is aangepast.
In de oude situatie beschikte het orgel over 3 balgen, voor ieder werk één.
Het balg uit 1994 van het pedaal is gehandhaafd.
De balgen van het Hoofdwerk en het Rugwerk hebben een nieuwe balg gekregen. De balg is in de hoofdkast geplaatst.
De flexibele windkanalen zijn vervangen door kanalen van grenenhout.
Het hoofdwerk en het rugwerk hebben nu beide een pneumatische tremulant in plaats van een elektrische tremulant
Het gehele orgel is gestemd. (09)


Foto's: Hendriksen & Reitsma (Facebook 27 oktober 2020)
 
Bronvermelding:

  1. Het Proper-orgel zou van omstreeks 1890 dateren. Zie De Orgelvriend 1973, no 4/24. (GJP: Het Proper?-orgel is in 1914 vervangen)
  2. Vriendelijke mededeling van Mr. A. Bouman te Paterswolde.
  3. Het Orgel, december 1940/11 en idem januari 1941/13. De Harp 1941/22.
  4. Zie Het Orgelblad 1961, no 7-8/ 115.
  5. 05 vervallen E-Mail van Victor Timmer d.d. 5-5-2006
  6. Brochure: Orgel gereformeerde kerk Coevorden bij de ingebruikname van het orgel in 1994
  7. www: http://reliwiki.nl/index.php/Coevorden,_Van_Heutszsingel_21_-_Gereformeerde_Kerk
  8. Drents Archief: 0414 Gereformeerde Kerk te Coevorden Notulen van vergaderingen van de kerkenraad 06.01.1910 - 27.11.1922
  9. E-Mail d.d. 28-01-2021 van Geurt de With van Hendriksen en Reitsma.
  10. Boek: G.J. Kok Vaak was het plegen op de rotsen blz. 297
  11. www: https://gereformeerdekerken.info/2021/07/17/de-gereformeerde-kerk-te-coevorden-1/ (10-08-2024)
  12. E-Mail Wim Olthof d.d. 26 augustus 2022
  13. Notitieboek van M. Vermeulen Organist der Gr. Kerk Woerden: Jaarlijks onderhoud van de Kerkorgels in bezit van Wim Olthof
  14. www: https://gereformeerdekerken.info/2021/07/20/de-gereformeerde-kerk-te-coevorden-2/
  15. Archief W.D. van der Kleij
  16. VU-Archief: 669 Gereformeerde Organisten Vereniging (GOV) - Orgelbouwadviescommissie 1-780 Doos 42 128. Coevorden, Gereformeerde Kerk, 1958-1959, 1986, 1992-1994

 

 coevgk.jpg (18669 bytes)