Coevorden, Gereformeerde kerk
1876: Op 24 september wordt een orgel in gebruik genomen dat afkomstig is uit Amsterdam.
1912: In de kerkenraadsvergadering van
3 juni wordt
in de rondvraag een voorstel gedaan voor het plaatsen van een nieuw orgel in de kerk. Er wordt
besloten dat enige broeders aan te stellen voor het bijeenkrijgen van de
benodigde gelden. (08)
In de kerkenraadsvergadering van
12 juli wordt besloten de
bouw van een nieuwe kerk te gunnen aan de laagste inschrijver Epping en Brintjes voor F
17.970,- (08)
Op 24 oktober schrijft
waarschijnlijk de directeur van de Coevorder Brood- en Beschuitfabriek van
Haeringen & Westra aan orgelmaker Martinus Vermeulen dat ze dachten dat een kerk een gebruikt orgel aanbood in een
advertentie. De advertentie blijkt echter door Vermeulen te zijn geplaatst. Naar
aanleiding daarvan heeft Vermeulen een offerte gestuurd met tekeningen. Het
aangeboden orgel lijkt echter te groot voor de nieuwe kerk met circa 700 zitplaatsen. Men
gaat dit bespreken en komt er later op terug. (12)
Het nieuws van den
dag : kleine courant 17-10-1912
In de kerkenraadsvergadering van 18 november
wordt besloten een nieuw
orgel aan te schaffen.
In de kerkenraadsvergadering van 20 december
besluit de vergadering het orgel van Vermeulen
uit Woerden aan te schaffen voor f 2.640,-. Vermeulen wordt gevraagd naar
Coevorden te komen voor verdere onderhandelingen en de inruil van het oude
orgel. (08)
1913:
In de kerkenraadsvergadering van
13 januari wordt de orgelmaker 'van der Meulen' genoemd.
Het aangekochte orgel wordt meteen ingericht voor twee manualen. De meerkosten bedragen F 2.600,-
3 maart: Tijdens de inwijdingsdienst voor
het nieuwe kerkgebouw zal een collecte
worden gehouden voor het nieuwe orgel.
11 april: Het orgel is nog niet gereed.
Er moeten afspraken worden gemaakt met 'van der Meulen' wanneer de ingebruikname
kan plaatsvinden.
20 juni: De orgelmaker wordt aangezet tot spoed.
30 juni: Er wordt iemand naar
Woerden gestuurd om poolshoogte te nemen naar de stand van zaken.
26 juli: Er komt aan de orde of de
galerij moet worden gewijzigd. De kosten zijn f 56,-. 'Algemeen wordt goed
bevonden deze verandering niet te maken maar liever voor dit geld eenige
sieraden te koopen boven op het orgel.' Wel wil men J. Jager wordt als orgeltrapper
benoemd. (08)
Het oude orgel zou verkocht zijn aan de
Gereformeerde kerk in Gees. (14)
Dispositie:
Manuaal I | C-f''' | Manuaal II | C-f''' |
Bourdon | 16' | Holpijp (gedekt) | 8' |
Prestant | 8' | Viool | 8' |
Holpijp | 8' | Voix Celeste | 8' |
Octaaf | 4' | Prestant | 8' |
Fluit | 4' | Octaaf | 4' |
Octaaf | 2' | tremulant | |
Mixtuur | 2-3-4 sterk | ventiel | |
Trompet | 8' |
Aangehangen Pedaal
Links: ansichtkaart Rechts: onbekende herkomst
Een anonieme schenking van
f 1.000,- is de basis voor de financiering van het orgel. De ingebruikname is op
donderdag 24 juli met een bespeling door de orgelmaker.
Emmer
courant 30-07-1913
Het nieuws van den
dag : kleine courant 01-08-1913, De Nederlander 25-07-1913
Op 8
augustus schrijft Vermeulen dat hij een betaling kreeg van f 1.200,-,
terwijl hij f 1.400,- verwacht had.
De orgeltrapper bedankt voor
de functie. W. Jonker vraagt ontslag uit de orgelcommissie. Het
bepalen van de
kleur van de orgelgalerij wordt aan de orgelcommissie overgelaten.
Op 12 september
wordt een
orgeltrapper benoemd. Vermeulen gaat
akkoord met het schrijven van Kerkenraad. De
busjes voor het orgel komen in een
volgende vergadering aan de orde.
Op
10 oktober wordt geconstateerd dat de actie om met busjes lang de deuren te gaan voor het orgel niet goed
loopt. De busjes worden in de kerk opgehangen. (08)
1914: Lijst met nieuwe orgels en ingebruiknamedatums
Het Orgel 1914
januari
Op 10 juli vraagt
Vermeulen per briefkaart of het orgel al gestemd
moet worden. De kerkenraad besluit dat dit nog niet nodig is.
24 juli: Er
wordt toch besloten om het orgel te laten stemmen, maar wel op de goedkoopst mogelijke
manier.
Op
21 augustus een brief van Vermeulen
dat hij nog een restbedrag voor het orgel moet ontvangen. De kerkenraad is
echter van mening dat hij hier nog geen recht op heeft. (08)
Vermeulen
voert de jaarlijkse stemmingen uit voor f 22,50 per keer. In zijn
notitieschrift noteert hij wie de
stemming uitvoert, voor welk bedrag en hoeveel winst hij daarop maakt. Notities
zijn er van 1914-1919. (13)
1940: Orgelmaker Valckx en Van Kouteren uit Rotterdam breidt het orgel
uit.
Op Manuaal II komt er een Sesquialter bij.
Op het Pedaal (C-d') komen een Subbas 16' en een Octaafbas 8' als transmissies van de Bourdon 16' en Holpijp 8'
van Manuaal II.
Er wordt een klavierkoppel als trede toegevoegd. Er wordt er een windmotor geïnstalleerd. (03)
De ingebruikname is op de eerste Kerstdag met een bespeling door Harry Jonker de
zoon van de huidige organist.
Dispositie na deze werkzaamheden:
Manuaal I:
Bourdon 16', Prestant 8', Holpijp 8', Octaaf 4', Fluit 4', Octaaf 2', Mixtuur
IV, Trompet 8'
Manuaal II: Prestant 8', Viola 8', Celeste 8', Gedekt 8',
Octaaf 4', Sesquialter 2 2/3'
Pedaal: Subbas 16', Octaafbas 8'
De standaard
10-10-1940,
Christelijk sociaal dagblad voor Nederland De Amsterdammer 10-10-1940 en
31-12-1940
De standaard 10-10-1940, 31-12-1940
Nieuwsblad van het Noorden 30-12-1940, Nieuwe Utrechtsche courant 03-01-1941
Het Orgel 1941
januari
195?: De fa J. Reil uit Heerde plaatst op het Bovenmanuaal een
Terts 1 3/5' in plaats van de Voix Celeste 8'. (GJP: dit klinkt niet logisch
vanwege de aanwezigheid van de Sesquialter) Op een pneumatische hulplade worden
de registers Quintadena 8', Roerfluit 4', Nasard 2 2/3' en Woudfluit 2'
toegevoegd. (04).
1958: Op 18
november wordt de Orgelcommissie van de Gereformeerde organistenvereniging
(GOV) om advies gevraagd voor herstel van het orgel.
De eigen orgelcommissie
heeft al een rapport geschreven. Het
orgel is nu in een zodanige toestand dat herstel niet meer kan worden uitgesteld.
De laatste herstelling door 'Reijl' was een gedeeltelijk herstel vanwege
ontbrekende financiën.
Het orgel van Coevorden steekt povertjes af bij ander
orgels in de omgeving. Soms moet het orgel tijdens de kerkdienst worden
gerepareerd.
Met zijn 17 stemmen en een nieuwbouwwaarde van f 60.000,- tot f
70.000,- is het orgel goed onderhoud meer dan waard. Daarna volgt een opsomming
van de uit te voeren werkzaamheden met geschatte kosten van f 8.000,-.
Op het
pedaal wil men graag een Subbas 16'. Hiervoor kan de Bourdon van het Manuaal
worden gebruikt. De Mixtuur en de Trompet dienen te worden vervangen. Op de plek
van de Bourdon 16' kan een Quint 2 2/3' worden geplaatst. Ook het toevoegen van
een Cornet discant wordt aangeraden. Op het bovenklavier moet de Gamba worden
vervangen door een Hobo.
Op 27
november schrijft de GOV dat ze bereid zijn een advies uit te brengen. Als
adviseurs worden W.A. Houtman en J.J. de Vos voorgesteld. Volgende week zullen
ze het orgel gaan bekijken.
Op 1
december schijft de GOV dat ze donderdag 4 december naar Coevorden komen.
Op 19 december verschijnt het rapport
van de GOV. In het rapport wordt de
toestand van het orgel als volgt beschreven: Het orgel is oorspronkelijk een
mechanisch sleepladen-orgel geweest mat twee manualen en aangehangen pedaal met
13 stemmen. Het is geleverd door orgelmaker Mart Vermeulen. De oorspronkelijke
bouwer is onbekend.
Manuaal II is enkele jaren geleden door Reil met vier
stemmen op een pneumatische lade uitgebreid. Hiervoor moest de orgelkas worden
vergroot. De windlade is hoog achterin het orgel geplaatst op een moeilijk
bereikbare plaats. Het pedaal is zelfstandig gemaakt door een transmissie van de
Bourdon 16' en de Prestant 8' van Manuaal I. Er zijn enkele storingen in het
pneumatisch gedeelte van het orgel. De toestand van de windladen van het oude
gedeelte zijn redelijk. Er is wel wat overloop van wind. Het pijpwerk is
beschadigd door veelvuldig stemmen en is door de krappe orgelkas moeilijk
bereikbaar. Het voetklavier is versleten en ligt ongemakkelijk door de te korte
boventoetsen. De Meidinger-ventilator produceert ternauwernood voldoende wind.
De dispositie is als volgt:
Pedaal: Subbas 16', Prestant 8' (transmissie)
Manuaal I: Bourdon 16', Prestant 8', Holpijp 8', Octaaf 4', Fluit 4', Octaaf 2',
Mixtuur II-II-IV, Trompet 8'
Manuaal II: oude sleeplade -> Prestant 8',
Holpijp 8', Viool 8', Octaaf 4', Terts 1 3/5' Pneumatische lade: Quintadena 8',
Roerfluit 4', Nasard 2 2/3', Woudfluit 2'.
Het materiaal van het orgel is
over het algemeen goed en de tractuur ziet er nog redelijk uit.
Het
instrument staat tegen de achtermuur, waardoor uitbreiding daar niet mogelijk
is. Het naar voren plaatsen is kostbaar.
Voorgesteld wordt de tractuur
volledig elektrisch-pneumatisch te maken. De sleeplade van Manuaal II kan worden
gehandhaafd maar wordt voorzien van een nieuwe tractuur.
De windladen van
Manuaal II worden vervangen door een nieuwe windlade voor 11 stemmen.
Er komt
nieuwe pedaalwindlade voor drie unit-registers: . De magazijnbalg vervalt en
wordt vervangen door drie regulateurs.
Er komt een nieuwe windmachine en
nieuwe windkanalen. Er wordt een nieuwe elektrische speeltafel geïnstalleerd. De
dispositie wordt gewijzigd en uitgebreid.
Voorgestelde dispositie:
Manuaal
I: Prestant 8', Bourdon 8', Octaaf 4', Fluit 4', Octaaf 2', Sesquialter II,
Mixtuur II-II-IV, Trompet 8'
Manuaal II: Prestant 8', Holpijp 8', Quintadeen
8', Viola 8', Octaaf 4', Roerfluit 4', Nasard 2 2/3', Woudfluit 2', Terts 1
3/5', Scherp III, Dulciaan 8'
Pedaal: Subbas 16', Gedekt 8', Fluit ';
Prestant 8', Octaaf 4', en Zwegel 2'; Fagot 16', Basson 8', Schalmey 4'.
De
kosten worden geschat op f 20.000,-. (16)
1959:
Op 26 mei wordt gevraagd of de GOV
naar aanleiding van het rapport van 19 december 1958 en het overleg op 2 mei een
restauratieplan kan maken voor de varianten zonder uitbreiding en met
uitbreiding.
Op 19 juni schrijft
de GOV dat ze een bestek hebben gemaakt op basis van de brief van 26 mei. Plan I
is een restauratie, verbouwing en uitbreiding en elektrificatie zoals
voorgesteld in het rapport van 19 december 1958. Een restauratie van de
bestaande toestand lijkt de GOV niet raadzaam, omdat het toegevoegd pneumatische
gedeelte de meeste storingen geeft. Om tegemoet te komen aan de vraag of er een
goedkoper alternatief is, is er een plan II toegevoegd dat minder ingrijpend is
als plan I.
Op 1 juli beantwoordt
de GOV de vraag of het mogelijk is een bestek uit te werken voor een rein-mechanisch
orgel. Dit is mogelijk maar hiervoor is de orgelkas niet groot genoeg en ook zal
het balkon dienen te worden aangepast. De kosten worden ingeschat op f 15.000,-
De GOV werkt een ongedateerd plan III
uit.
In een ongedateerd bestek worden drie
varianten van uitbreiding en restauratie beschreven.
Op 9 juli schrijft dhr.
Kalteren van de CvB aan de GOV dat besloten is een aantal orgelmakers uit te
nodigen voor het maken van een offerte voor drie plannen:
- Plan I
restauratie, uitbreiding en elektrificatie
- Plan II restauratie zonder
uitbreiding maar met elektrificatie
- Plan III restauratie, wijziging
dispositie maar met mechanische overbrenging
Naast de orgelmakers
gespecialiseerd in elektrische tractuur ook twee orgelmakers uitnodigen
gespecialiseerd in mechanische tractuur.
Op
11 juli schrijft de GOV dat ze vijf
orgelmakers een brief met een bestek
hebben toegestuurd. Er zijn drie protestantse bouwers (Fonteijn & Gaal, Leeflang,
de Koff) uitgenodigd en twee
rooms-katholieke (Pels en Verschueren).
Op
13 juli antwoordt De Koff dat ze
geen offerte uitbrengen vanwege een te volle orderportefeuille.
Op
21 juli antwoordt Verschueren dat ze
volgende week een offerte gaan maken.
Op
13 oktober schrijft de
orgelcommissie aan de GOV dat er door vier orgelmakers (Fonteijn & Gaal,
Leeflang, Verschueren en Pels) is ingeschreven. De CvB heeft echter besloten
niet op deze offertes in te gaan. Het adviestraject met de GOV is daarmee
beëindigd.
Op 26 november stuurt
de GOV een nota voor het advies van f 201,79. (16)
In oktober doet orgelbouwer G.A.C. de Graaf, te Amsterdam
een prijsopgave voor een restauratie en uitbreiding.
Deze prijsopgave baseert zich op het restaureren van het bestaande hoofdwerk, dat in zijn geheel verhoogd tegen de torenmuur wordt geplaatst en het bijmaken van een nieuw
rugpositief en een vrij pedaal.
Voorgestelde dispositie:
Hoofdwerk: | Rugpositief: | Pedaal | |||
Prestant (oud) | 8' | Holpijp (oud) | 8' | Subbas (oud) | 16' |
Roerfluit (van Holp. 8) | 8' | Prestant (nieuw) | 4' | Gemshoorn (nieuw - koper) | 8' |
Octaaf (oud) | 4' | Roerfluit (oud) | 4' | Nachthoorn (van bourdon 16') | 4' |
Fluit (oud) | 4' | Octaaf (van man.I) | 2' | Fagot (nieuw, 8-voets koperen bekers) | 16' |
Nasard (van man.II) | 2 2/3' | Tertiaan (van Mixt.) | 1-2 st | Schalmei (nieuw) | 4' |
Gemshoorn (van Woudluit 2') | 2' | Scherp (nieuw) | 3 st | ||
Mixtuur (nieuw) | 4 st | Dulciaan (nieuw) | 8' | ||
Trompet (oud) | 8' |
Hiertoe behoren de volgende werkzaamheden:
De prijs voor deze werkzaamheden bedraagt, inclusief reiskosten, transporten en
omzetbelasting fl. 20.500,-, alsmede al het overblijvende materiaal dat niet meer gebruikt
wordt. Echter wordt hierbij aangenomen, dat tijdens de werkzaamheden in de kerk twee of
drie mensen bij lidmaten van de gemeente logies kunnen krijgen. De montage in de kerk kan
ongeveer 6 tot 8 weken in beslag nemen.
In deze prijs zijn niet begrepen:
Op alle werkzaamheden wordt garantie verleend, zolang men mij, tegen de normaal daarvoor
geldende condities, in staat stelt het orgel naar behoren te onderhouden.
Levertijd: ongeveer 6 tot 8 maanden. Amsterdam, 30 oktober 1959.
In een brief van de kerkenraad, d.d. 14 november 1959, verklaart de kerkenraad zich (na
ingewonnen advies van de commissie van beheer) akkoord met de voorstellen van de Graaf.
Als adviseur en technisch deskundige heeft de kerkenraad benoemd Dhr. W.H. Zwart te Emmen.
Op diens advies zou men graag nog de Quintadeen 8', een bestaande stem in het huidige
orgel, overgebracht zien in het gerestaureerde orgel. (15)
1961: Uitbreiding van het orgel met een rugpositief en een zelfstandig
pedaal door G.A.C. de Graaf.
Van de kegellade van Reil wordt een
noodorgeltje gemaakt (8', 4', 2' en Mixtuur) dat waarschijnlijk heeft
dienstgedaan tijdens de restauratie. Later ging het orgel naar de Paters
Kapucijnen in IJmuiden en diende daar als hoofdwerk, na een verbouwing door
Vermeulen orgelbouw te Alkmaar. Vervolgens ging het orgel nog naar de Kapucijnen
in Tilburg, waar ze geen orgel hadden. (15)
Het orgel had voor de verbouwing in 1961 waarschijnlijk de volgende dispositie:
(15)
Manuaal I | ||
Bourdon | 16' | |
Prestant | 8' | |
Holpijp | 8' | |
Octaaf | 4' | |
Fluit | 4' | |
Octaaf | 2' | |
Mixtuur 2-4 sterk | II-IV | |
Trompet | 8' | |
Manuaal II: | ||
Prestant | 8' | (Groot octaaf gedekt,14 frontpijpen) |
Holpijp | 8' | |
Viool | 8' | (Groot octaaf Holpijp) |
Octaaf | 4' | |
Terts | 1 3/5' | (Nieuw pijpwerk) |
Quintadeen | 8' | |
Roerfluit | 4' | |
Nasard | 2 2/3' | |
Woudfluit | 2' | |
Pedaal | ||
Subbas | 16' | Transmissie 25 tonen. |
Links: Beeldbank Drents
Archief Rechts: Reliwiki (xx)
Coevorder krant 1961: 'Gerestaureerd en uitgebreid orgel overgedragen
De heer Zwart verzorgde presentatieconcert
Met een presentatieconcert van de Emmer musicus Willem Hendrik Zwart werd zaterdagavond
j.l. het gerestaureerde orgel in de Gereformeerde Kerk in gebruik genomen. De heer G.J.
Hartemink droeg met een korte toespraak namens de commissie van beheer het prachtige
instrument over aan de kerkenraad. Men kent het in 1914 aangeschafte orgel niet weer, zo
mag vastgesteld worden. Zowel in- als uitwendig vonden grote veranderingen plaats. Het
door de bouwer G.A.C. de Graaf uit Amsterdam gerestaureerde orgel heeft drie klavieren en
niet minder dan 1800 pijpen, variërend van enkele centimeters tot 5 meter. Al deze pijpen
konden niet in de bestaande kast worden weggewerkt, zodat 'n zogenaamde rugpositief werd
gebouwd, dat voor het orgelfront is geplaatst Tussen het eigenlijke orgelfront en dit
rugpositief is de plaats van de organist. Het orgel werd voorzien van een geheel nieuw
pedaal. Het gerestaureerde en uitgebreide orgel werd in barokstijl geschilderd door de
heer Terwey volgens advies van de Hilversumse expert H. Nassenstein. De restauratie werd
uitgevoerd onder toezicht van de heer W.H. Zwart uit Emmen. In zijn overdrachtspeech
herinnerde de heer Hartemink er aan dat de plannen voor restauratie reeds enige jaren
bestonden voordat in 1960 met de werkzaamheden werd begonnen. Hij richtte dankwoorden aan
't adres van de heren Zwart en de Graaf voor het geleverde werk. De heer B. Euving die
namens de kerkenraad het orgel aanvaardde sprak de hoop uit dat het instrument volledig zou
voldoen aan het gestelde doel, namelijk een goede begeleiding van de gemeentezang ter ere
van God. Na samenzang van psalm 150 vers 3 speelde de heer Zwart werken van Bach, G.F.
Händel, H. Andriessen en van Jan Zwart. Het concert werd ook bijgewoond door enige oud
organisten van de Gereformeerde Kerk.'
1964:
Op 18 november beantwoordt Mense
Ruiter een aantal vragen vanuit
Coevorden. Een generale stemming kost f 250,-. Indien er alleen wordt
bijgestemd dan wordt een uurtarief in rekening gebracht. De kosten voor een nieuwe
tremulant en een nieuwe Prestant Quint 3' in plaats van de huidige Nasard 3' kan
alleen na een bezoek aan het orgel worden gegeven. Het beste is dit te
onderzoeken tijdens een stembeurt.
1967: Het hoofdwerk heeft kort na de restauratie van 1961 weer gebreken.
Dit blijkt uit een
brief van 14 november van de orgelcommissie aan de kerkenraad: 'Ons kerkorgel dat elke zondag dienstdoet en naar wij hopen tot uw tevredenheid,
begint enkele gebreken te vertonen. Deze gebreken zijn niet zodanig, dat de orgelbouwer,
die destijds het orgel heeft verbouwd en gerestaureerd enig verwijt kan worden gemaakt,
omdat de gebreken zich voordoen in het oude materiaal, dat toen niet is vervangen in
verband met de hoge kosten.
Wanneer dit wel was gedaan destijds, had de restauratie f 15.000.- meer moeten kosten. Een
geheel nieuw orgel had minstens een uitgave gevergd van f 65.000.- Als voorbeeld wordt
gesteld, dat de Hervormde Kerk alhier f 80.000.- voor een orgel van dezelfde omvang als het
onze heeft uitgetrokken. Het is niet nodig in het hoofdwerk, gelijk als in het Rugwerk
nieuwe pijpen te plaatsen, alhoewel dat prachtig zou zijn om een homogeen geheel te
krijgen en wij als het ware ook een geheel nieuw orgel kregen. Wij weten, dat de financiën altijd het probleem is, waardoor de initiatieven niet gerealiseerd
kunnen worden en het bij een vrome wens blijft.'
De Tertiaan van het rugwerk voldoet niet aan de verwachtingen. In
een brief van dhr. de Groot aan orgelbouwer G.A.C. de Graaf blijkt dat dit register moet
worden vervangen door een Sesquialter I-II, liefst van enge mensuur. Niet alleen het
hoofdwerk, maar ook het rugwerk vertoonde 1967 problemen. Genoemde brief
vermeldt dat de mechaniek van het rugwerk sterk geoxideerd is, zodat deze niet afgesteld
kan worden, teneinde breuk te voorkomen. (15)
1970: Uit een brief 7
februari blijkt dat orgelbouwer de Graaf in het kerkgebouw is geweest om eventuele
verbeteringen aan het orgel te bestuderen. In een zestal punten geeft de Graaf
aan wat er veranderd c.q. verbeterd moet worden. Het blijft echter bij plannen.
Een maand later is er contact met de Fa. Hagels en Zn. Kerkorgelbouw te Lutten. Uit
een brief van 9 maart van de orgelbouwer aan de commissie van beheer
blijkt dat de problemen met het orgel zijn besproken. Hagels wil een aparte
blaasbalg voor het Pedaal. Het rugwerk kan ongewijzigd blijven. Uit een
aantekening van organist de Groot op de brief blijkt dat ook andere orgelbouwers een offerte hebben uitgebracht. Hun prijzen liggen aanmerkelijk hoger.
Hagels krijgt de opdracht tot restauratie. De Trompet 8' van het Hoofdwerk en de
Subbas 16' van het pedaal worden vernieuwd. Er wordt bladgoud aangebracht op de
frontpijpen en het houtsnijwerk. (15)
Na 1970: Aan het eind van de jaren zeventig wordt het onderhoud enkele
jaren verzorgd door de orgelbouwer Hendriksen & Reitsma te Nunspeet. Daarna
wordt het onderhoud weer uitgevoerd door de fa. Hagels en Zn. (15)
De Orgelvriend van 1973-04
De datering van 1890 is niet correct.
1986: Op 2 mei schrijft
organist Piet Rippen dat hij door de kerkenraad is gevraagd advies aan te vragen
bij de GOV. Graag advies omtrent de volgende punten:
- de algehele staat van
het orgel
- de wenselijkheid van het toevoegen van een eenvoetsregister op een
kantsleep van het Hoofdwerk
- toevoeging van een Cornet V op het Hoofdwerk.
Er is een Cornet beschikbaar van een afgebroken orgel.
Op
3 mei antwoordt de GOV dat ze advies
willen geven en op 7 mei wordt de
overeenkomst getekend.
In mei 1986 onderzoeken H.R. Smedema
en D. Ronner van de GOV het orgel. Er wordt een uitvoerig rapport geschreven. Het orgel
verkeert in zeer
slechte staat van onderhoud. Verder uitstel van onderhoud is onverantwoord.
Op 8 augustus stuurt de GOV een nota
van f 544,20 voor het advieswerk.
(15) (16)
1989: Organist de Groot neemt vanwege gezondheidsredenen ontslag. Op dinsdag 25 april
is er een
afscheidsconcert door Willem Hendrik Zwart en de Groot.
De Orgel Adviescommissie
stelt een renovatieplan op,
in nauwe samenwerking met de commissie van beheer en de kerkenraad en stelt
voor een offerte aan te vragen bij enkele gerenommeerde orgelmakers. Dr. A.J. Gierveld
wordt aangesteld als adviseur.
Orgelmaker Mense Ruiter krijgt de opdracht en doet de volgende voorstellen:
1992: Op 25 januari
schrijft de GOV dat ze de voorwaarden zullen toesturen voor het uitbrengen van
een advies. Er wordt op gewezen dat het uitbrengen van een advies niet erg
zinvol is, omdat dit in 1986 als is gebeurd. Toch wordt er een
overeenkomst gesloten.
Op 6 mei
komt het rapport van de GOV (2e
pagina mist) uit op basis van een bezoek aan de kerk op 9 april.
De
bevindingen uit het rapport van juni 1986 gelden nog steeds. De speelaard van de
klavier en vooral die van het koppelklavier is bijzonder zwaar. De ruimte in de
orgelkas is te kliein om goed in te kunnen werken. De tot nu toe uitgevoerde
werkzaamheden door Hagels getuigen van amateurisme. Deze werkzaamheden zijn
inmiddels gestopt.
Er wordt geadviseerd offerte uit te laten brengen door
Mense Ruiter en Kaat & Tijhuis. Eventueel kan Leeflang nog daaraan worden
toegevoegd.
In mei (2e pagina
mist) vraagt de GOV aan Mense Ruiter en Kaat & Tijhuis om een offerte uit te
brengen.
Op 19 augustus stuurt Kaat & Tijhuis zijn
offerte. Daarnaast stelt Kaat &
Tijhuis nog een aantal verbeteringen voor die apart worden gecalculeerd.
Op
27 augustus brengt Mense Ruiter een
offerte uit. Het orgel is op 27 mei en 24 augustus onderzocht. Het rapport
van de GOV kan volledig worden onderschreven. Uitgangspunt is het herstel en
verbetering van het concept van G.A.C. de Graaf uit 1961. Ook hier wordt een
aantal posten apart gecalculeerd.
Op 29
oktober schrijft de GOV aan Kaat & Tijhuis om een aangepast offerte. De GOV
wil graag een definitieve prijsopgave.
Op 19 november komt Kaat & Tijhuis met
een aangepaste offerte.
Op
3 december schrijft Gierveld van de
GOV dat aspirant-adviseur Roelof van Luit is vervangen door Victor Timmer voor
het verdere adviestraject.
Op
4 december protesteert Mense Ruiter
tegen de gang van zaken om Kaat & Tijhuis om een aanvullende offerte te vragen
om een idee uit te werken uit de offerte van Mense Ruiter.
Op
21 december beantwoordt de Arend Jan
Gierveld van de GOV de brief van Mense Ruiter.
Op 24 december stuurt Mense
Ruiter een tekening van de pedaalkas en de betimmering van de torenmuur. De in
eigen regie te maken onderdelen zijn in rood aangegeven. De bouw van het orgel
vordert goed. De oude Bourdon is gereconstrueerd en de nieuw Subbas is klaar. De
windlade voor het pedaal is bijna afgerond. In januari wordt gestart met de
pedaalkas en de balg. (16)
1993: Vergadering van de orgelcommissie op
5 januari. Er wordt gekozen voor een
volledige renovatie zonder opdeling in fases. Het voorstel van Kaat & Tijhuis
voor een Mixtuur op 5 1/3' wordt door de organisten afgewezen. Dit geeft teveel
beperkingen in het literatuurspel. De voorkeur gaat uit naar de offerte van
Mense Ruiter. Op de gemeenteavond van 8 maart moet er beslist worden.
Vergadering orgelcommissie op 14 januari
met organisten, orgelmakers en adviseurs. Het plan van Mense Ruiter komt als
beste naar voren. De Fluit 4' in het Pedaal zal worden vervangen door een Octaaf
4'. Het Pedaal verhuist naar een plek achter het orgel, waardoor er ruimte komt
om de Bourdon 16', aangevuld met de Fluit 4' weer op het Hoofdwerk te plaatsen.
Op 8 maart geeft adviseur Gierveld tijdens een gemeenteavond een
toelichting op de orgelrenovatieplannen. Sinds 1961 is er onvoldoende onderhoud gepleegd en dat kan niet langer
uitgesteld worden. De gemeente gaat akkoord. Zie ook het
verslag.
Van
31 maart dateert een
werkomschrijving door Mense Ruiter.
Op
2 april dankt Mense Ruiter voor het
verlenen van de opdracht. De tijdsplanning is als volgt:
- augustus 1993:
start met demontage van het Pedaal
- november 1993: uitnemen mechanieken en
pijpwerk Hoofdwerk en Rugwerk
- Januari/februari 1994: terugplaatsing
mechaniek, inbouw pedaal
- maart/april 1994: intonatie
Op 13 april wordt
door Mense Ruiter de eerste termijn in rekening gebracht.
Op
16 april vergadert de orgelcommissie.
Het contract met Mense Ruiter is
getekend op 7 april. In de laatste week van juli wordt het Pedaal weggehaald.
Het orgel blijft nog bespeelbaar tot november. In de tijd dat het orgel niet
bespeelbaar is zal een piano worden gebruikt.
Op
17 april stuurt de GOV een nota van
f 2932,50 voor de advieskosten. De advieskosten zijn gebaseerd op de bouwkosten
van f 117.300,-.
Vergadering van de orgelcommissie op
9 juli. De financiering loopt goed.
De eenmalige giftenactie heeft f 70.000,- opgeleverd. De obligaties zijn goed
voor f 40.000,-. Aan giften is er nog eens f 11.000,- binnengekomen. er zal
geprobeerd worden tijdelijk een klein pijporgel te huren. de ramen aan de kant
van de Rabenhauptstraat moeten worden voorzien van gordijnen om ontstemmingen in
het orgel te voorkomen. De orgelmaker zal onderzoeken of de Schalmei 4' kan
worden omgezet in een Schalmei 8' (Trompet).
In de laatste week van juli wordt
het pedaalwerk gedemonteerd. Hoofdwerk
en Rugwerk blijven voorlopig nog bespeelbaar.
Op 28 juli wordt door Mense
Ruiter de tweede termijn in rekening gebracht. Op
29 juli wordt aan de GOV gemeld dat
begonnen is met de demontage van het pedaal.
In november wordt het resterend pijpwerk uit het orgel gehaald.
Er worden voorbereidingen
getroffen om het pedaal in de nis achter het orgel te plaatsen.
Op 22
november brengt Mense Ruiter de derde termijn in rekening.
Op
7 december schrijft Mense Ruiter dat
het binnenwerk is gedemonteerd. Hierdoor zijn een aantal verborgen gebreken aan
het licht gekomen. De windlade is in het midden doorgezakt, veel slepen zijn
krom. De lade dient grondig te worden gerestaureerd. De koperen wellen van het
rugpositief zijn gescheurd in de lengte richting en dienen te worden vervangen
door metalen wellen. Deze tegenvallers wil Ruiter tegen kostprijs uitvoeren voor f
15.000,- en f 8.500,-. (15) (16)
1994: Op 2 februari
dankt Mense Ruiter voor de opdracht om de tegenvallers van laderestauratie en de
vervanging van de wellen uit te voeren. In februari wordt de nieuwe windlade en balg voor het pedaal in de nis achter het orgel
geplaatst. Het Pedaal krijgt een de nieuwe Subbas 16'.
Op 21 februari
wordt de vierde termijn in rekening gebracht vanwege de start met de inbouw van
de mechaniek.
Op 30 maart wordt de vijfde termijn in rekening gebracht
vanwege het plaatsen van de gerestaureerde windlade van het Hoofdwerk en de
vervanging van de walsen.
Op 23 juni
krijgt Gierveld een uitnodiging voor het bijwonen van de ingebruikname op 15
juli.
Op 19 juli wordt de laatste termijn rekening gebracht vanwege de
oplevering van het orgel.
De Trompet 8' van het hoofdwerk is vervangen door een
nagenoeg identiek exemplaar, afkomstig uit een Bakker & Timmenga-orgel uit 1913
in Metslawier.
Op 14 juli wordt het gerestaureerde
orgel weer in gebruik genomen. Voor de te zingen liederen werd een apart
vouwblad gemaakt. Zie de brochure
Orgel gereformeerde kerk Coevorden
voor het ingebruikname programma en de geschiedenis van het orgel.
Op 20 juli
verschijnt het eindrapport door de GOV. het orgel is op vrijdagmiddag gekeurd.
Het werk is uitgevoerd conform het bestek. Er is nu een betrouwbaar orgel
ontstaan dat haar karakter van de jaren '60 niet heeft verloren. De verschillen
in de intonatie van het Hoofdwerk en het Rugwerk zijn verkleind zodat een
homogener klankbeeld is ontstaan. De plaatsing van het pedaal in de torennis is
op fraai wijze gerealiseerd. De windtoevoer is veel stabieler geworden. Het is
zeer te waarderen dat de tegenvallers op basis van kostprijs zijn opgelost.
Boven bestek zijn drie nieuw slepen en een nieuw rooster voor de Trompet gemaakt.
De Trompet bleek veel slechter dan verwacht en is door Ruiter gratis vervangen
door een beschikbare trompet uit het orgel van de Hervormde Kerk van Metslawier.
In de intonatie zitten nog wat oneffenheden. Hier zal nog aan gewerkt worden. Al
met al kan worden gesproken van een geslaagde operatie.
Op 13 augustus
verstuurt de GOV de eindafrekening
voor de advieskosten. (15) (16)
Dispositie.
Hoofdwerk | Rugpositief | Pedaal | |||
Bourdon | 16' | Quintadeen | 8' | Subbas | 16' |
Prestant | 8' | Holpijp | 8' | Baarpijp | 8' |
Holpijp | 8' | Prestant | 4' | Octaaf | 4' |
Octaaf | 4' | Roerfluit | 4' | Fagot | 16' |
Fluit | 4' | Octaaf | 2' | Schalmei | 4' |
Nasard | 2 2/3' | Tertiaan | I-II | ||
Gemshoorn | 2' | Scherp | IV | ||
Mixtuur | III-IV | Dulciaan | 8' | ||
Trompet | 8' | Tremulant | |||
Tremulant |
2020: Groot onderhoud door Hendriksen & Reitsma.
Adviseur is Stef Tuinstra.
De volgende werkzaamheden worden uitgevoerd:
Pedaal:
Pijpwerk verwijderen, lade en pijpwerk schoon maken, vervangen stiften in de windlade,
afregelen van mechaniek en slepen, nalopen van de intonatie
Hoofdwerk: de beweegbare bodem onder de lade is verwijderd,
de fundamentbalk en de ventielbak zijn hersteld, pijpwerk en lade schoongemaakt,
afregelen mechaniek en slepen , De Trompet heeft rugstukken gekregen, de intonatie
is nagelopen.
Rugwerk: de lade is gerestaureerd
met nieuwe dammetjes en slepen, het pijpwerk is schoongemaakt,
de mechaniek is afgeregeld en de intonatie is aangepast.
In de oude situatie beschikte
het orgel over 3 balgen, voor ieder werk één.
Het balg uit 1994 van het pedaal
is gehandhaafd.
De balgen van het Hoofdwerk en het Rugwerk hebben een nieuwe balg
gekregen. De balg is in de hoofdkast geplaatst.
De flexibele windkanalen zijn
vervangen door kanalen van grenenhout.
Het
hoofdwerk en het rugwerk hebben nu beide een pneumatische tremulant in plaats
van een
elektrische tremulant
Het gehele orgel is gestemd. (09)
Foto's: Hendriksen & Reitsma (Facebook 27 oktober 2020)
Bronvermelding: