Coevorden, Gereformeerde kerk
1876: Op 24 september wordt een orgel in gebruik genomen dat afkomstig is uit Amsterdam.
1912: In de kerkenraadsvergadering van
3 juni wordt
in de rondvraag een voorstel gedaan voor het plaatsen van een nieuw orgel in de kerk. Er wordt
besloten dat enige broeders aan te stellen voor het bijeenkrijgen van de
benodigde gelden. (08)
In de kerkenraadsvergadering van
12 juli wordt besloten de
bouw van een nieuwe kerk te gunnen aan de laagste inschrijver Epping en Brintjes voor F
17.970,- (08)
Op 24 oktober schrijft
waarschijnlijk de directeur van de Coevorder Brood- en Beschuitfabriek van
Haeringen & Westra aan orgelmaker Martinus Vermeulen dat ze dachten dat een kerk een gebruikt orgel aanbood in een
advertentie. De advertentie blijkt echter door Vermeulen te zijn geplaatst. Naar
aanleiding daarvan heeft Vermeulen een offerte gestuurd met tekeningen. Het
aangeboden orgel lijkt echter te groot voor de nieuwe kerk met circa 700 zitplaatsen. Men
gaat dit bespreken en komt er later op terug. (12)
Het nieuws van den
dag : kleine courant 17-10-1912
In de kerkenraadsvergadering van 18 november
wordt besloten een nieuw
orgel aan te schaffen.
In de kerkenraadsvergadering van 20 december
besluit de vergadering het orgel van Vermeulen
uit Woerden aan te schaffen voor f 2.640,-. Vermeulen wordt gevraagd naar
Coevorden te komen voor verdere onderhandelingen en de inruil van het oude
orgel. (08)
1913:
In de kerkenraadsvergadering van
13 januari wordt de orgelmaker 'van der Meulen' genoemd.
Het aangekochte orgel wordt meteen ingericht voor twee manualen. De meerkosten bedragen F 2.600,-
3 maart: Tijdens de inwijdingsdienst voor
het nieuwe kerkgebouw zal een collecte
worden gehouden voor het nieuwe orgel.
11 april: Het orgel is nog niet gereed.
Er moeten afspraken worden gemaakt met 'van der Meulen' wanneer de ingebruikname
kan plaatsvinden.
20 juni: De orgelmaker wordt aangezet tot spoed.
30 juni: Er wordt iemand naar
Woerden gestuurd om poolshoogte te nemen naar de stand van zaken.
26 juli: Er komt aan de orde of de
galerij moet worden gewijzigd. De kosten zijn f 56,-. 'Algemeen wordt goed
bevonden deze verandering niet te maken maar liever voor dit geld eenige
sieraden te koopen boven op het orgel.' Wel wil men J. Jager wordt als orgeltrapper
benoemd. (08)
Het oude orgel zou verkocht zijn aan de
Gereformeerde kerk in Gees. (14)
Dispositie:
Manuaal I | C-f''' | Manuaal II | C-f''' |
Bourdon | 16' | Holpijp (gedekt) | 8' |
Prestant | 8' | Viool | 8' |
Holpijp | 8' | Voix Celeste | 8' |
Octaaf | 4' | Prestant | 8' |
Fluit | 4' | Octaaf | 4' |
Octaaf | 2' | tremulant | |
Mixtuur | 2-3-4 sterk | ventiel | |
Trompet | 8' |
Aangehangen Pedaal
Links: ansichtkaart Rechts: onbekende herkomst
Een anonieme schenking van
f 1.000,- is de basis voor de financiering van het orgel. De ingebruikname is op
donderdag 24 juli met een bespeling door de orgelmaker.
Emmer
courant 30-07-1913
Het nieuws van den
dag : kleine courant 01-08-1913, De Nederlander 25-07-1913
Op 8
augustus schrijft Vermeulen dat hij een betaling kreeg van f 1.200,-,
terwijl hij f 1.400,- verwacht had.
De orgeltrapper bedankt voor
de functie. W. Jonker vraagt ontslag uit de orgelcommissie. Het
bepalen van de
kleur van de orgelgalerij wordt aan de orgelcommissie overgelaten.
Op 12 september
wordt een
orgeltrapper benoemd. Vermeulen gaat
akkoord met het schrijven van Kerkenraad. De
busjes voor het orgel komen in een
volgende vergadering aan de orde.
Op
10 oktober wordt geconstateerd dat de actie om met busjes lang de deuren te gaan voor het orgel niet goed
loopt. De busjes worden in de kerk opgehangen. (08)
1914: Lijst met nieuwe orgels en ingebruiknamedatums
Het Orgel 1914
januari
Op 10 juli vraagt
Vermeulen per briefkaart of het orgel al gestemd
moet worden. De kerkenraad besluit dat dit nog niet nodig is.
24 juli: Er
wordt toch besloten om het orgel te laten stemmen, maar wel op de goedkoopst mogelijke
manier.
Op
21 augustus een brief van Vermeulen
dat hij nog een restbedrag voor het orgel moet ontvangen. De kerkenraad is
echter van mening dat hij hier nog geen recht op heeft. (08)
Vermeulen
voert de jaarlijkse stemmingen uit voor f 22,50 per keer. In zijn
notitieschrift noteert hij wie de
stemming uitvoert, voor welk bedrag en hoeveel winst hij daarop maakt. Notities
zijn er van 1914-1919. (13)
1940: Orgelmaker Valckx en Van Kouteren uit Rotterdam breidt het orgel
uit.
Op Manuaal II komt er een Sesquialter bij.
Op het Pedaal (C-d') komen een Subbas 16' en een Octaafbas 8' als transmissies van de Bourdon 16' en Holpijp 8'
van Manuaal II.
Er wordt een klavierkoppel als trede toegevoegd. Er wordt er een windmotor geïnstalleerd. (03)
De ingebruikname is op de eerste Kerstdag met een bespeling door Harry Jonker de
zoon van de huidige organist.
Dispositie na deze werkzaamheden:
Manuaal I:
Bourdon 16', Prestant 8', Holpijp 8', Octaaf 4', Fluit 4', Octaaf 2', Mixtuur
IV, Trompet 8'
Manuaal II: Prestant 8', Viola 8', Celeste 8', Gedekt 8',
Octaaf 4', Sesquialter 2 2/3'
Pedaal: Subbas 16', Octaafbas 8'
De standaard
10-10-1940,
Christelijk sociaal dagblad voor Nederland De Amsterdammer 10-10-1940 en
31-12-1940
De standaard 10-10-1940, 31-12-1940
Nieuwsblad van het Noorden 30-12-1940, Nieuwe Utrechtsche courant 03-01-1941
Het Orgel 1941
januari
195?: De fa J. Reil uit Heerde plaatst op het Bovenmanuaal een
Terts 1 3/5' in plaats van de Voix Celeste 8'. (GJP: dit klinkt niet logisch
vanwege de aanwezigheid van de Sesquialter) Op een pneumatische hulplade worden
de registers Quintadena 8', Roerfluit 4', Nasard 2 2/3' en Woudfluit 2'
toegevoegd. (04).
1959: In oktober doet orgelbouwer G.A.C. de Graaf, te Amsterdam het volgende
voorstel:
Vrijblijvende prijsopgave voor een restauratie en uitbreiding van het orgel in de Gereformeerde Kerk te Coevorden.
Deze prijsopgave baseert zich op het restaureren van het bestaande hoofdwerk, dat in zijn geheel verhoogd tegen de torenmuur wordt geplaatst en het bijmaken van een nieuw
rugpositief en een vrij pedaal.
Eén en ander met de volgende dispositie:
Hoofdwerk: | Rugpositief: | Pedaal | |||
Prestant (oud) | 8' | Holpijp (oud) | 8' | Subbas (oud) | 16' |
Roerfluit (van Holp. 8) | 8' | Prestant (nieuw) | 4' | Gemshoorn (nieuw - koper) | 8' |
Octaaf (oud) | 4' | Roerfluit (oud) | 4' | Nachthoorn (van bourdon 16') | 4' |
Fluit (oud) | 4' | Octaaf (van man.I) | 2' | Fagot (nieuw, 8-voets koperen bekers) | 16' |
Nasard (van man.II) | 2 2/3' | Tertiaan (van Mixt.) | 1-2 st | Schalmei (nieuw) | 4' |
Gemshoorn (van Woudluit 2') | 2' | Scherp (nieuw) | 3 st | ||
Mixtuur (nieuw) | 4 st | Dulciaan (nieuw) | 8' | ||
Trompet (oud) | 8' |
Hiertoe behoren de volgende werkzaamheden:
De prijs voor deze werkzaamheden bedraagt, inclusief reiskosten, transporten en
omzetbelasting fl. 20.500,-, alsmede al het overblijvende materiaal dat niet meer gebruikt
wordt. Echter wordt hierbij aangenomen, dat tijdens de werkzaamheden in de kerk twee of
drie mensen bij lidmaten van de gemeente logies kunnen krijgen. De montage in de kerk kan
ongeveer 6 tot 8 weken in beslag nemen.
In deze prijs zijn niet begrepen:
Op alle werkzaamheden wordt garantie verleend, zolang men mij, tegen de normaal daarvoor
geldende condities, in staat stelt het orgel naar behoren te onderhouden.
Levertijd: ongeveer 6 tot 8 maanden. Amsterdam, 30 oktober 1959.
In een brief van de kerkenraad, d.d. 14 november 1959, verklaart de kerkenraad zich (na
ingewonnen advies van de commissie van beheer) akkoord met de voorstellen van de Graaf.
Als adviseur en technisch deskundige heeft de kerkenraad benoemd Dhr. W.H. Zwart te Emmen.
Op diens advies zou men graag nog de Quintadeen 8', een bestaande stem in het huidige
orgel, overgebracht zien in het gerestaureerde orgel. (15)
1961: Uitbreiding van het orgel met een rugpositief en een zelfstandig
pedaal door G.A.C. de Graaf.
Van de kegellade van Reil wordt een
noodorgeltje gemaakt (8', 4', 2' en Mixtuur) dat waarschijnlijk heeft
dienstgedaan tijdens de restauratie. Later ging het orgel naar de Paters
Kapucijnen in IJmuiden en diende daar als hoofdwerk, na een verbouwing door
Vermeulen orgelbouw te Alkmaar. Vervolgens ging het orgel nog naar de Kapucijnen
in Tilburg, waar ze geen orgel hadden. (15)
Het orgel had voor de verbouwing in 1961 waarschijnlijk de volgende dispositie:
(15)
Manuaal I | ||
Bourdon | 16' | |
Prestant | 8' | |
Holpijp | 8' | |
Octaaf | 4' | |
Fluit | 4' | |
Octaaf | 2' | |
Mixtuur 2-4 sterk | II-IV | |
Trompet | 8' | |
Manuaal II: | ||
Prestant | 8' | (Groot octaaf gedekt,14 frontpijpen) |
Holpijp | 8' | |
Viool | 8' | (Groot octaaf Holpijp) |
Octaaf | 4' | |
Terts | 1 3/5' | (Nieuw pijpwerk) |
Quintadeen | 8' | |
Roerfluit | 4' | |
Nasard | 2 2/3' | |
Woudfluit | 2' | |
Pedaal | ||
Subbas | 16' | Transmissie 25 tonen. |
Links: Beeldbank Drents
Archief Rechts: Reliwiki (xx)
Coevorder krant 1961: 'Gerestaureerd en uitgebreid orgel overgedragen
De heer Zwart verzorgde presentatieconcert
Met een presentatieconcert van de Emmer musicus Willem Hendrik Zwart werd zaterdagavond
j.l. het gerestaureerde orgel in de Gereformeerde Kerk in gebruik genomen. De heer G.J.
Hartemink droeg met een korte toespraak namens de commissie van beheer het prachtige
instrument over aan de kerkenraad. Men kent het in 1914 aangeschafte orgel niet weer, zo
mag vastgesteld worden. Zowel in- als uitwendig vonden grote veranderingen plaats. Het
door de bouwer G.A.C. de Graaf uit Amsterdam gerestaureerde orgel heeft drie klavieren en
niet minder dan 1800 pijpen, variërend van enkele centimeters tot 5 meter. Al deze pijpen
konden niet in de bestaande kast worden weggewerkt, zodat 'n zogenaamde rugpositief werd
gebouwd, dat voor het orgelfront is geplaatst Tussen het eigenlijke orgelfront en dit
rugpositief is de plaats van de organist. Het orgel werd voorzien van een geheel nieuw
pedaal. Het gerestaureerde en uitgebreide orgel werd in barokstijl geschilderd door de
heer Terwey volgens advies van de Hilversumse expert H. Nassenstein. De restauratie werd
uitgevoerd onder toezicht van de heer W.H. Zwart uit Emmen. In zijn overdrachtspeech
herinnerde de heer Hartemink er aan dat de plannen voor restauratie reeds enige jaren
bestonden voordat in 1960 met de werkzaamheden werd begonnen. Hij richtte dankwoorden aan
't adres van de heren Zwart en de Graaf voor het geleverde werk. De heer B. Euving die
namens de kerkenraad het orgel aanvaardde sprak de hoop uit dat het instrument volledig zou
voldoen aan het gestelde doel, namelijk een goede begeleiding van de gemeentezang ter ere
van God. Na samenzang van psalm 150 vers 3 speelde de heer Zwart werken van Bach, G.F.
Händel, H. Andriessen en van Jan Zwart. Het concert werd ook bijgewoond door enige oud
organisten van de Gereformeerde Kerk.'
1964:
Op 18 november beantwoordt Mense
Ruiter een aantal vragen vanuit
Coevorden. Een generale stemming kost f 250,-. Indien er alleen wordt
bijgestemd dan wordt een uurtarief in rekening gebracht. De kosten voor een nieuwe
tremulant en een nieuwe Prestant Quint 3' in plaats van de huidige Nasard 3' kan
alleen na een bezoek aan het orgel worden gegeven. Het beste is dit te
onderzoeken tijdens een stembeurt.
1967: Het hoofdwerk heeft kort na de restauratie van 1961 weer gebreken.
Dit blijkt uit een
brief van 14 november van de orgelcommissie aan de kerkenraad: 'Ons kerkorgel dat elke zondag dienstdoet en naar wij hopen tot uw tevredenheid,
begint enkele gebreken te vertonen. Deze gebreken zijn niet zodanig, dat de orgelbouwer,
die destijds het orgel heeft verbouwd en gerestaureerd enig verwijt kan worden gemaakt,
omdat de gebreken zich voordoen in het oude materiaal, dat toen niet is vervangen in
verband met de hoge kosten.
Wanneer dit wel was gedaan destijds, had de restauratie f 15.000.- meer moeten kosten. Een
geheel nieuw orgel had minstens een uitgave gevergd van f 65.000.- Als voorbeeld wordt
gesteld, dat de Hervormde Kerk alhier f 80.000.- voor een orgel van dezelfde omvang als het
onze heeft uitgetrokken. Het is niet nodig in het hoofdwerk, gelijk als in het Rugwerk
nieuwe pijpen te plaatsen, alhoewel dat prachtig zou zijn om een homogeen geheel te
krijgen en wij als het ware ook een geheel nieuw orgel kregen. Wij weten, dat de financiën altijd het probleem is, waardoor de initiatieven niet gerealiseerd
kunnen worden en het bij een vrome wens blijft.'
De Tertiaan van het rugwerk voldoet niet aan de verwachtingen. In
een brief van dhr. de Groot aan orgelbouwer G.A.C. de Graaf blijkt dat dit register moet
worden vervangen door een Sesquialter I-II, liefst van enge mensuur. Niet alleen het
hoofdwerk, maar ook het rugwerk vertoonde 1967 problemen. Genoemde brief
vermeldt dat de mechaniek van het rugwerk sterk geoxideerd is, zodat deze niet afgesteld
kan worden, teneinde breuk te voorkomen. (15)
1970: Uit een brief 7
februari blijkt dat orgelbouwer de Graaf in het kerkgebouw is geweest om eventuele
verbeteringen aan het orgel te bestuderen. In een zestal punten geeft de Graaf
aan wat er veranderd c.q. verbeterd moet worden. Het blijft echter bij plannen.
Een maand later is er contact met de Fa. Hagels en Zn. Kerkorgelbouw te Lutten. Uit
een brief van 9 maart van de orgelbouwer aan de commissie van beheer
blijkt datde problemen met het orgel zijn besproken. Hagels wil een aparte
blaasbalg voor het Pedaal. Het rugwerk kan ongewijzigd blijven. Uit een
aantekening van organist de Groot op de brief blijkt dat ook andere orgelbouwers een offerte hebben uitgebracht. Hun prijzen liggen aanmerkelijk hoger.
Hagels krijgt de opdracht tot restauratie. De Trompet 8' van het Hoofdwerk en de
Subbas 16' van het pedaal worden vernieuwd. Er wordt bladgoud aangebracht op de
frontpijpen en het houtsnijwerk. (15)
Na 1970: Aan het eind van de jaren zeventig wordt het onderhoud enkele
jaren verzorgd door de orgelbouwer Hendriksen & Reitsma te Nunspeet. Daarna
wordt het onderhoud weer uitgevoerd door de fa. Hagels en Zn. (15)
De Orgelvriend van 1973-04
De datering van 1890 is niet correct.
1986: In mei 1986 onderzoeken H.R. Smedema
en D. Ronnervan de Orgelbouw Adviescommissie van de Gereformeerde
Organistenvereniging het orgel. Er wordt een uitvoerig rapport geschreven. Het orgel
verkeert in zeer
slechte staat van onderhoud. Verder uitstel van onderhoud is onverantwoord.
(15)
1989: Organist de Groot neemt vanwege gezondheidsredenen ontslag. Op dinsdag 25 april
is er een
afscheidsconcert door Willem Hendrik Zwart en de Groot.
De Orgel Adviescommissie
stelt een renovatieplan op,
in nauwe samenwerking met de commissie van beheer en de kerkenraad en stelt
voor een offerte aan te vragen bij enkele gerenommeerde orgelmakers. Dr. A.J. Gierveld
wordt aangesteld als adviseur.
Orgelmaker Mense Ruiter krijgt de opdracht en doet de volgende voorstellen:
1993: Op 8 maart geeft adviseur Gierveld tijdens een gemeenteavond een
toelichting op de orgelrenovatieplannen. Sinds 1961 is er onvoldoende onderhoud gepleegd en dat kan niet langer
uitgesteld worden.
De gemeente gaat akkord.
Op 7 april wordt de opdracht
voor de renovatie verstrekt aan orgelmaker Mense Ruiter.
In de laatste week van juli wordt
het pedaalwerk gedemonteerd. Hoofdwerk
en Rugwerk blijven voorlopig nog bespeelbaar.
In november wordt het resterend pijpwerk uit het orgel gehaald.
Er worden voorbereidingen
getroffen om het pedaal in de nis achter het orgel te plaatsen. (15)
1994: In februari wordt de nieuwe windlade en balg voor het pedaal in de nis achter het orgel
geplaatst. Het Pedaal krijgt een de nieuwe Subbas 16'.
De windlade van het hoofdwerk
heeft meer gebreken dan verwacht, waardoor de kosten 20% hoger uitvallen.
De Bourdon 16' van het pedaal aangevuld met
pijpwerk van de Gedekt Fluit 4', wordt weer teruggeplaatst op het Hoofdwerk. De
binnenpijpen van de Prestant 8' worden op een kantsleep geplaatst. Bij de frontpijpen was
dit uiteraard al het geval.
De mechaniek is gereviseerd. De wellen Hoofdwerk
en Rugwerk zijn vervangen. Alle westaflex conducten in het hoofdwerk zijn vervangen door loden conducten. De
conducten van het rugwerk zijn ongewijzigd gebleven. De Gedekt Fluit 4' van het pedaal is
vervangen door een Octaaf 4'. De Trompet 8' van het hoofdwerk is vervangen door een
nagenoeg identiek exemplaar, afkomstig uit een Bakker & Timmenga-orrgel uit 1913
in Metslawierl.
Op 15 juli wordt het gerestaureerde
orgel weer in gebruik genomen. (15) (zie programma)
Dispositie.
Hoofdwerk | Rugpositief | Pedaal | |||
Bourdon | 16' | Quintadeen | 8' | Subbas | 16' |
Prestant | 8' | Holpijp | 8' | Baarpijp | 8' |
Holpijp | 8' | Prestant | 4' | Octaaf | 4' |
Octaaf | 4' | Roerfluit | 4' | Fagot | 16' |
Fluit | 4' | Octaaf | 2' | Schalmei | 4' |
Nasard | 2 2/3' | Tertiaan | I-II | ||
Gemshoorn | 2' | Scherp | IV | ||
Mixtuur | III-IV | Dulciaan | 8' | ||
Trompet | 8' | Tremulant | |||
Tremulant |
2020: Groot onderhoud door Hendriksen & Reitsma.
Adviseur is Stef Tuinstra.
De volgende werkzaamheden worden uitgevoerd:
Pedaal:
Pijpwerk verwijderen, lade en pijpwerk schoon maken, vervangen stiften in de windlade,
afgeregelen van mechaniek en slepen, nalopen van de intonatie
Hoofdwerk: de beweegbare bodem onder de lade is verwijderd,
de fundamentbalk en de ventielbak zijn hersteld, pijpwerk en lade schoongemaakt,
afregelen mechaniek en slepen , De Trompet heeft rugstukken gekregen, de intonatie
is nagelopen.
Rugwerk: de lade is gerestaureerd
met nieuwe dammetjes en slepen, het pijpwerk is schoongemaakt,
de mechaniek is afgeregeld en de intonatie is aangepast.
In de oude situatie beschikte
het orgel over 3 balgen, voor ieder werk één.
Het balg uit 1994 van het pedaal
is gehandhaafd.
De balgen van het Hoofdwerk en het Rugwerk hebben een nieuwe balg
gekregen. De balg is in de hoofdkast geplaatst.
De felxibele windkanalen zijn
vervangen door kanalen van grenenhout.
Het
hoofdwerk en het rugwerk hebben nu beide een pneumatische tremulant in plaats
van een
elektrische tremulant
Het gehele orgel is gestemd. (09)
Foto's: Hendriksen & Reitsma (Facebook 27 oktober 2020)
Bronvermelding:
Programma ingebruikname van het gerenoveerde orgel
in de Gereformeerde Kerk te Coevorden op 15 juli 1994
1. Opening door de voorzitter van de orgelcommissie, ds. H. Klein Ikkink
2. Uit Das wohltemperierte Klavier van Johann Sebastian Bach (1685 - 1750) Praeludium I in C Dur, BWV 846
3. Overdracht van het orgel door de orgelbouwer, dhr. J. Veldkamp, directeur van Mense
Ruiter Orgelmakers B.V. te Zuidwolde - Groningen, aan de kerk in de persoon van dhr.
P.B. Toering, lid van de orgelcommissie
4. Samenzang: Psalm 149 : 1, 2 en 3 (overgang van piano naar orgel)
5. Orgelbespeling door Arjen van Lunen
1. Voluntary in D, John Alcock (1715 - 1806)
2. Twee koraalbewerkingen over Allein Gott in der Höh sei Ehr, Johann Pachelbel (1653 - 1706)
3. Twee koraalbewerkingen van Johann Ludwig Krebs (1713 - 1780)
a. 0 Ewigkeit, du Donnerwort
b. Was Gott tut das ist wohlgetan
6. Toelichting door de adviseur, dr. A.J. Gierveld, coördinator van de Orgelbouw
Advies Commissie
7. Orgelbespeling door Jan Kamphuis
1. Enige koraal voorspelen uit het Orgelbüchlein van Johann Sebastian Bach
a. Der Tag, der ist so freudenreich, BWV 605
b. Jesu, meine Freude, BWV 610
c. Alle Menschen müssen sterben, BWV 643
d. Wer nur den lieben Gott lässt walten, BWV 642
2. Magnificat primi toni, BuxWV 203, Dietrich Buxtehude (1637 - 1707)
8. Samenzang: Gezang 409 : 1, 2, 5
9. Sluiting door ds. T.J. Oldenhuis
********