Anloo, Hervormde kerk
Informatie over de kerk.
Afbeelding uit de
Nieuwe
Drentsche Volksalmanak van 1888
Foto: Dennis Wubs
1716-1723: In het archief van de Etstoel is een
map bewaard met daarin een aantal
documenten over de bouw van het orgel.
In 1716 werd de balkenzoldering vervangen door een houten
tongewelf. Dit is af te leiden uit een opschrift gevonden bij de restauratie in 1936.
Op balken uit het schip stond in gouden letters met blauw fond de volgende tekst: 'In t' jaar 1716 is
dese solderingh tot een gewelf verheven, wanneer predikant en kerkvoogden waren
U.D. de Vries, den ontvanger-generaal H. Jan Ellents ende Ette Barelt Homan'.
Deze
wijziging was nodig omdat men plannen had voor de bouw van een orgel.
Het orgel werd geschonken door de rijke
weduwe Anna Geertruyd Ellents, geboren Sichterman (1659-1727) en haar zonen Wolter Hendrik
(1683-1724), Gerard
Coenraad (1685-1737), Hendrik Jan (1690-1736) en Coenraad (1692-1761).
Op de orgelbalustrade vijf uitgekapte
wapenschilden:
1.'H:J:Ellents/(raad en landschrijver)/Van de Lant-/schap
Drenthe'.
2.'W:H:Ellents/(Raat en Lantschrijver)der/landschap Dre-/nthe en
vrouwe/Roedolphina Anna/Ellents geboren/Lemker'
3.'A:G:Sichterman/wed:wijlen de
He/er C:Ellents(ontfanger Gene/raall)van de lantschap/Drenthe
1719'.
4.'G:C:Ellents/mede(Gedeputeerde State?)van de lantschap Drent/he en vrou
E:Ell/ents geboren Jullens'.
5.'C:Ellents sc-/holt van Anloo/Gieten en
suyd/L:Bank.scholt/int Oostermoer/en Rolderding-/spil'.
De bouw werd
opgedragen aan de orgelmakers Jan Radeker en Rudolf
Garrels
Er werd een
bestek en tekening gemaakt gedateerd
op 5 maart 1717. (01)
De kosten werden volgens onderstaande akte verdeeld tussen
de weduwe en haar zonen:
- Anna Geertruid Ellents-Sichterman 476,-
- Hendrik Jan Ellents 250,-
- Wolter Hendrik en
Roedolphina Anna Ellents-Lemker 250,-
-
Gerard Coenraad en Engelina Ellents-Jullens 250,-
- Coenraad Ellents 250,-
Links: de akte met de verdeling van de kosten. Rechts: de wapenschilden van de weduwe
Ellents en haar 4 zonen. (Klik op de afbeeldingen voor een vergroting)
Akte van aanbesteding 5 maart 1717 (01)
Klik op de afbeeldingen voor een vergroting.
Voor een transcriptie van de tekst zie hieronder.
Transcriptie:
Opstell van een Nieuw Orgel Soo tot Anloo sal werden gebouwt.
1. Nemen de Orgelmakers J. Radeker en R. Garls ande striktuir en het gesneden werk volgens dese afteikeninge te maken van goet eiken hout mits dat de Eede Heeren bestederen de solderinge en trappen tot haren lasten hebben te houden en de Orgelmakers de bekledinge van de trap sullen maken naer het fatsoen van de borst wering en het puisterhuis.
2. In 't manuael een geheel Nieuwe sleep wintlade met Registractuir en abstracktuir op welke lade navolgende stemmen te staen komen voeten
1. Principael 8 van claer Engels tin soo veele in het ge sighte te staen komen van groot C Cs etc. en soo voorts |
2. Quintadena 16 |
3. Hol oft roerpijp 8 |
4. Octav 4 |
5. Spitspijp 4 |
6. Quint 3 |
7. Super Octav 2 |
8. Sexquialter 2 sterk |
9. Mixtuir 4/5/6 sterk |
10. Trompet 8 |
11. Vox humana 8 |
3. In 't Borstpositijf een geheel Nieuw sleep wintlade met Registractuir en abstractuir,alwaer navolgen de stemmen op te staen komen voeten
1. Gedact 8 |
2. floit 4 |
3. Octav 2 |
4. Sijfloit 1 1 2 |
5. Scherp 3 sterk |
6. Dulciaen 8 voet |
4. Tot werk behoren 4 puisters van 8 voet langh en 5 voet breet
5. Hijr toe behoren 2 hant clavieren van C Cs D Ds F Gs tot c''' in alles 49 Claves
bveneffens een aenhenght pedael van C tot d' in alles 27 Claves
6. Tot jeder Clavier een speerventiel en een tremulant gemaeckt worden
7. Als mede dat de Orgelmakers het werk an't boort van 't schip moeten leveren en dan
vervolgens ten laste van de Eedele Heren bestederen blijft om schip en wagenvraght te
bekostigen
8. Als mede hebben de orgelmakers angenomen nae de leverantie van 't werk nogh drie
jaren te onderhouden en de defecten daer an komende te restitueren
9. De Capitelen van de pilaren onder 't orgel met sneden werk te leveren als mede
tusschen de beide pilaren an de borstweringe een geproportioneert loofwerk
10. Wanneer de orgelmakers hier toe alle materialen verschaffen als al het pijpwerk dat
voor in 't gesighte koomt(namelijk C Cs D Ds etc. en soo vervolgens) van goet Engels tin,
het ander pijpwerk van goet me tael,alle angehengen en veren van messingh en
messigh draet, en vervolgens alles eerlijk verveerdigen wanneer door Lieden hijr van
kennis hebbende is gevisiteert opgenomen en vervolgens geapprobeert mits dat de Eedele
Heren bestederen sullen leveren het hout tot de pilaren onder de borstweringe en de balken
onder het orgel mitsgaders de solderingh van 't orgel en geduirende het stemmen
an de Orgelmakers een puistertreder werde verschaft en wil het als dan kosten de somma
van etc.
Dit werk is bedongen en van de orgelmakers angenomen met de schilden al waer het loofwerk om zijn sal om de wapens op te staen voor de somma van Een Duisent vier hondert en vijftig Car. gld. Hijr van twie gelijkluidende gemaeckt en van werkanten getekent. Actum Zuidlaren den 5 Mart 1717.
(w.g.) A.G. Sichterman (w.g.) J. Raidker orgelmaker
weduwe Ellents Rudolph Garrels orgelmaker
voor mij en mijn sonen '.
Rekening
van fl 15-4-0 uit 1716 van de slotenmaker.
Rekening uit 1717 voor fl 0-16-8
door Albert Coops voor de levering van materiaal
Rekening voor de periode 1716-1718
van fl 49-8-0. Afgerekend in 1719.
Rekening voor geleverde materialen in
de periode augustus-oktober voor fl 46-9-8
Rekening voor geleverd materiaal en
arbeid in 1716 en 1717
Rekening
van Radeker over de periode 1717-1719 van fl 119-4-10
Rekening van fl 9-15-0 met
posten van 18 mei 1717 en uit 1719. Omschrijving voorzijde: '... voor Jan
Wolters? tot Anloo Ten last van de Orgelmakers'
Rekening van 1719 door Radeker en
Garrels voor leveranties en werk van de smid Lucas Jan uit Anloo.
Rekening uit 1719 van Radeker en
Garrels voor eten, drinken en slapen voor fl 15-14-0
Rekening uit augustus 1719 van fl
4-12-0 voor werkzaamheden aan het wapenbord.
Rekening voor tin en lood door Jans
Hooft? voor fl 94-10-4. Op 11 december 1719 stuurt Rudolf Garrels de
rekening voor tin en lood door.
Serie rekeningen genummerd 1 t/m 7
opgenomen in het orgeldossier.
Overzicht betalingen '1719 Mijn Soon de Ontvanger die landschriver? ...
Ellens heeft ongeveer voor mij an de Orgelmaekers betaalt' fl 205-0-0. De andere
posten op dit overzicht hebben betrekking op andere uitgaven. De post van fl
205-0-0 komt ook nog voor op een
notitiebriefje.
Overzicht van de
betalingen aan Radeker en Garrels 'Betalingen gedaan aan de Orgelmakers
Radeker en de Rudolph Garrels .... strekkende tot mindering van 't geen
haarlieden competeert voor het maken van het nieuwe orgel in de kerken van Anloo,
welk werk ingevolge accoort van den 17 bedongen voor eene Somme van Een Duizent
vier Hondert en Vijftig Gulden .. 1450-0-0'.
Door Engelbert van Zoonen geleverde
materialen in 1716 en 1717.
Arbeid en materiaal 1716-1718
Document uit 1717 met ontvangsten en
betalingen door de orgelmakers.
Uit 1717 is een document waar
Garrels en Radeker tekenen voor de ontvangst van bedragen van fl 150,- en fl 25,- en een niet te lezen bedrag. Ene Jan Peters tekent voor
fl 50-1-0
Ontvangsten in 1717 van 45,-, 45,- en
50,-
Op 24 oktober 1717 tekent
Radeker voor de ontvangst van fl 110,-
Van 1717 dateert een
document met geleverde materialen. De
eerste levering is op 11 mei 1717 en de laatste op 5 november? Er wordt geleverd
voor een bedrag van fl 247-14-0. Om onduidelijke redenen wordt er nog
een bedrag van fl 33-4-0 in mindering gebracht.
Op
14 december 1717 levert E. van Zoonen
materiaal voor de blaasbalgen van het orgel.
Uit 1718 dateert een
document met een nog te ontcijferen
tekst, getekend door Radeker.
Materialenijst van 1717 en 1718 voor een bedrag van fl 121-13-2.
Betaald op 16 jul 1719.
Op 2 mei 1718
tekent Garrels voor de ontvangst van
fl 100.
Het orgel
wordt in gebruik genomen op 16
oktober 1718 (02).
Op 15 november 1718
tekenen Radeker en Garrels voor de ontvangst van fl 50.
Op 28
januari 1719 tekenen Garrels en
Radeker voor de ontvangst van fl 35.
Van
9 februari dateert een rekening van
de kistenmaker Hermannus Niemeijer van 12-10-6
Op
7 maart 1719 declareert houtsnijder
Jan de Rijk aan Garrels fl 50 voor werkzaamheden.
Op
13 juni 1719 vragen Garrels en
Radeker om betaling van de laatste termijn van fl 60,-
Op 30 september 1719 tekent
Radeker voor de ontvangst van fl 20,-
Op een niet
te lezen datum (11 november 1719?) tekent
Radeker voor de ontvangst van het laatste bedrag van fl 65.
Kwitantie van Jan de Rijk voor H.J. Ellents; ondertekend op 22 oktober 1719 voor houtsnijwerk.
(01)
Klik
op de afbeelding voor een vergroting
Transcriptie:
'Jan de Rijk heeft
‘door Jannes Ratie en Rudolf Garles ordere eenighe cirade gemackt aan
het orgel tot Anloo voor de heren en mevrou Ellens en dat aan genoomen voor | f 75 gl |
Op de borstwering de wapenschilden voor de heren en vrouwen | f 36-,,- |
373 letters voor | f 9-„- |
2 ronde ‘Jonicase Captieelen’ ieder 4 gl | f 8-„- |
Op 14 november 1719
wordt het orgel gekeurd door de organist van de Martinikerk in Groningen en zijn zoon
Gerardus Havingha, die toen organist was te Appingedam. (01)
Transcriptie:
'Door order van Haer Eedel Achtbaerheden/(Mevrouw A.G.Sichterman weduwe van de
Eedele Hr. Ontfanger Generael C.Ellents de Hr.Lantschriver W.H.Ellents de Hr.Gedeputeerde
G.Ellents de Hr. Ontfanger Generael H.I.Ellents de Hr.Schulte C.Ellents)geroepen zijnde om
het nieuwe Orgel tot Anloo, soo door de orgelmakers J.Radeker en R.Garrels is gemaekt te
visiteren en examineren, verklaren wij ondergeschreven mits desen,dat
wintladen registractuir en abstractuir, puisters, pijpen, canalen alle angehengen en
veeren van Messingh draet conform het bestek in alle stucken goet en dughtigh
gemaekt zijn, soo dat wij het selve in een goeje oodre gevonden hebbende en nae onse beste
geweten van stuk tot stuck nagesien,en in een goet accoort t'samen gestemt,dit de waerheit
zijnde,hebben desen met onse eigene handen verteikent, gegeven tot Zuitlaren in den jare
onses Heeren Een Duisent Seven Hondert en Negentien den 14 November 1719.
(w.g.) Pet organist in Groning
Gerh. Havingha organist in Appingadam 11-14-1719 '.
Zowel het bestek als het
keuringsrapport worden te Zuidlaren getekend, vermoedelijk bij Wolter Hendrik Ellents die
toen huize Laarwoud bewoonde. (08)
De schoolmeester van Anloo
Evert Lans dient over de periode 1717-1719 een
rekening in van 29-4-0 Op deze
rekening komt een post voor van 0-12-0 met de omschrijving: 'En twee keer tot
dienst van 't orgel'.
Aan organist Pothof wordt in 1721 fl 20
uitbetaald.
De poestertreder
Roeles Harms krijgt in 1721 14-0-0
uitbetaald voor zijn werk in de afgelopen twee jaar. Op
29 november tekent hij voor
ontvangst.
In 1724 krijgt Harms
weer 7-0-0. In 1725 tekent hij voor
ontvangst voor twee jaar poestertreden. (17)
1738: Reparatie door A. A.
Hinsz voor f 230-0-0 (23)
1741: Drie
posten voor het orgel:
- 'De
orgelmaker Hinsz wegens extra ordinaris verdienst wegens de lekage van Puisters
36-0-'
- 'En wegens onderhoud van het orgel over de Jaren 1939 en 1740 de
Zomma van 30-0-'
- 'Nogh voor het onderhoud van het Orgel an de orgelmaker
Hinsz betaalt wegens het verschenene jaar 1741 de SSomma 15-0-' (23)
1743: '1743 de 19-januari volgens quitantie betaalt aan de
Orgelmaker Antonie Hintz voor twee jaren onderhoud van het orgel verstemmen dan
11-Julij 1742: in 1743 30-0-' (23)
1745:
'1745 14 maij volgens quitantie
betaalt aan Mons. A. Hins Orgelmaker voor een Jaar onderhoud voor het Orgel te
Anloo verschenen den 11-Julij 1744 15-0-' (23)
Bijna
elk jaar komt de post van f 15-0- terug voor het stemmen van het orgel.
Regelmatig wordt als datum 11 juli genoemd.
In
1754 wordt f 60-0- in één keer
uitbetaald voor de voorafgaande jaren.
Ook in
1761 wordt er in een keer
uitbetaald voor 4 jaar stemmen.
In
1764 wordt f 90-0- betaald. Waarschijnlijk zijn er toen reparaties
verricht. Twee pagina's verder in het rekeningboek komt deze
post nog een keer voor. Is het een
dubbele boeking?
In 1765 f 30-0-
voor stemmingen op 11 juli in 1764 en 1765
Op
12 mei 1766 f 30-0- voor 'onderhout'
aan het orgel.
1768 'Den 17 july
'An De orgelmaeker A. Hinsz voor onderhoud van t orgel volgens quitantie 30-0-'
In 1770 weer een uitbetaling voor
twee jaar stemmen van f 30-0-. De stemming vindt nog steeds plaats op 11 juli.
In 1772 weer een betaling voor twee
jaar.
In 1774 voor twee jaar op
11 juli.
1774 'den 4 ....... guld
an jacoop Ruiter voor 2 jaar poestertreden betaelt' (23)
1774: In Anloo vond op 4 december een bijeenkomst plaats ter
gelegenheid van de invoering van de nieuwe
psalmberijming van 1773. Ds. Henricus Hiller van Anloo sprak een rede uit. Deze psalmberijming werd in opdracht van de
Staten-Generaal vervaardigd.
Bericht uit Boekzaal der geleerde waerelt januari 1775
Meteen daarna
worden op 13 januari 1775 psalmboeken aangeschaft. (23)
In
1777 wordt Hinsz betaald voor drie
jaren stemmen
In 1780 voor twee
jaar stemmen.
In 1782 voor drie
jaar stemmen.
In 1786 voor drie
jaar stemmen.
In 1787 '3 aug
Betaalt an Orgelmaker volgens Quitantie fl 15-0-0'
In
1788 een keer stemmen fl 15-0-0
In 1791 'Den 19 maart betaald aan
F.C. Snitger orgelmaker voor een jaar onderhoud van het orgel geweest in het
jaar 1786 15-0-0'
Ommelander courant 23-05-1794 (Klik op de afbeelding vor een vergroting)
Groninger Courant 27-05-1794 (Klik op de afbeelding voor een vergroting)
In 1794 '30 juni ‘Betaalt 3 st
Port van een Brief van R. Knol Orgelmaker 0-3-0', ‘In Julij Betaalt negen st
Port voor een Brief van R. Knol orgelmaker 0-9-0', 8 augustus: ‘Port Betaalt 11
st voor een Brief van R. Knol orgelmaker’ 0-11-0
In
1795 '3 augustus Betaalt Rudolf Knol
orgelmaker voor het laagste schriven op het uit besteden van het orgel 2-16-0',
'7 september Betaalt an Hindrik Hollander doe wij de Orgelmaker Betaalt hebben
1-14-0', '7 september Betaalt an de Orgelmaker volgens Quitantij No 33 280-0-0
In 1806 '20 september ‘An Nicolaas
Anthonie Lohman Orgelmaker 122-13-6' (03)
In
1814 '27 juni An Hindrik E(e)vers
Hambeek betaalt voor een Jaar treden der blaasbalgen volgens kwitanti No. 15
8-0-0' Deze betalingen lopen door tot 1840.
In
1815 '20 juni Aan J.R.B. Bruins een
Jaar organisten Tractement verschenen geweest den 1. January .. No. 2 60-0-0'
Deze betalingen lopen door tot 1832 over de periode dat Bruins organist was.
In
1816 '25 juni Aan J.C. Scheuër
orgelmaker te Koevorden volgens .. No. 1 40-0-0'
In
1816 '27 juli aan Hindrik Everts te
Anloo voor Blaas Balke treden Kt No 8 8-7-0', 'Aan Gerryt Homborg voor vier
dagen blaasbalken treden 2-16-0' (Waarschijnlijk heeft Gerrut Homborg geholpen
bij de werkzaamheden van Scheuer)
In
1817 '30 juli ‘Betaalt an Hindrik Mulder te Anlo voor verschot an J.C.
Scheuer orgelmaker te Koevorden wegens Jaairliks onderhoud van het orgel in de
Kerk te Anloo fl 16,-'
In 1818
Stembeurt Scheuer voor fl 16,-. Ook in 1820, 1821. Assistentie door Hindrik
Harms, Hindrik Schipper, Jan Roels Kors. (23)
In 1822 '4 juny Aan B.J. Freytag
te Groningen voor het stemmen en repareren van het orgel No 7 15.00', '16
november: Aan de Wed. G. Schipper te Anloo voor het treden der blaasbalgen
bij het stemmen van het orgel 0,80'. Deze post komt elk jaar tot 1828 weer
terug.
In
1823 '14 jul Betaald aan B.J.
Freijtag te Groningen voor gewoon onderhoud van het orgel en extra reparatie aan
hetzelve .. No. 7 36,-'
In 1824
'3 september Betaald aan B.J. Freijtag te Groningen voor het kleuren .. No 15
34,-'
In 1826 '6 november Betaald
aan K&J Wilkens te Veendam voor een slot aan de deur van de orgelzolder .. No.
18 1,60'
In 1827 '31 januari
Betaald aan B.J. Freijtag voor twee nieuwe Klavieren op het Orgel in de kerk ..
No. 29 43,-'
In 1829 '5 september
Betaald aan H. E. Freijtag te Groningen het gewoon jaarlijks onderhoud orgel in
de kerk te Anlo .. No. 19 15,25' (Herman Eberhard was de broer van Barthold
Joachim die in 1829 overleed)
In
1831 '30 juli Betaald aan N.A.
Lohman te Groningen voor het repareeren en stemmen van het Orgel’ 43,20'
In
1831 '8 september Betaald aan R.E.
Mulder te Anloo voor wagenvragten tot het afhalen en terugbrengen van den
Schoolopziener bij gelegenheid van het vergelijkende examen der Sollicitanten
naar de vacante Kosters-plaats te Anloo 2,25'
oktober Betaald aan de orgeltrappers
Hambeek fl. 8,- salaris en aan D.. fl 4,-voor assistentie bij reparatie en
stemmen. Deze Hambeeks gaven dit beroep over van vader op zoon tot 1877.
In
1832 '10 april Betaald aan J.H.
Bruins te Anloo, wegens tractement als Organist van 1e January tot 30 April 1831
No. 25 fl 20,-', '10 ditto Betaald aan L. Niemeijer Anloo dezelfde tractement
als Organist van 1 april tot 31 december No. 26 40,-'
In
1833 '1 juni Betaald aan H.
Groenewoud te Groningen wegens het repareeren en stemmen van het Orgel 25,25'
Van 1834-1845 jaarlijks onderhoud van het orgel door H. Groenewold uit Groningen
in 1834 fl. 15,25
In 1838 '26
juli G. Boddens voor het verlakken van het orgel volgens kwitantie No. 5 11,-'
In 1839/1840 '30 december Aan G.
Smit? vertering? bij het verhuren van de orgelzolder 2,07 1/2', '2 januari aan
L. Nijmeyer des zelfs traktement als organist f 60 en brood bij het avondmaal f
9,60 te .... f 69,60'
In 1841 '29
juli Betaald aan de wed. H.E. Hambeek een jaar voor het orgeltrappen 9,20'
In
de periode tussen 1842 en 1850 wordt
de naam van de orgelmaker meestal niet genoemd. Kosten zijn f 12,- In 1845 wordt
Groenewold genoemd.
In 1848 '4
januari Aan J.H. van Veen en L. Nijmeijer voor het orgel bespeelen, als organist
60,-'
In 1848 'J.H. van Veen als
organist 60,-'
In 1848 'betaalt
voor het herstellen van het orgel aan G. Loman 65,-' (24)
ca. 1850: Het orgel wordt vermeld in de
Orgelbeschrijvingen van Broekhuyzen:
'A 105. Anlo, Provintie Drenthe
Het orgel in de hervormde gemeente aldaar, is in 1728 gemaakt door Frans Casper
Schnitger, beroemd orgelmaker. In 1816 is het zelve gerepareerd door N.A. Lohman,
orgelmaker te Groningen. Het heeft 16 stemmen, twee handclavieren, aangehangen
pedaal en vier blaasbalgen.
Manuaal | Borstwerk | ||
Prestant | 8 vt | Gedakt | 8 vt |
Holpijp | 8 vt | Fluit | 4 vt |
Octaaf | 4 vt | Octaaf | 2' |
Spitsfluit | 4 vt | Quint | 1 1/2 vt |
Quintadena | 16 vt | Sexqualter | 2 st |
Quint | 3 vt | Voxhuma | 8 vt |
Octaaf | 2 vt | ||
Mixtuur | 4-5 st | ||
Cornet | 4 st | ||
Trompet | 8 vt |
In
1851 '7 Aan G.W. Lohman als
orgelmaker 12,00 en 8,00 Aan J.A. van Veen als organist 60,00'
In
1852 'No. 27 Aan G.W. Lohman als
orgelmaker 12,00 en No. 28 aan G.W. Lohman voor het maken der blaasbalg van het
orgel 15,00'
In 1854 '8
orgelmaker voor het stemmen van het orgel 12.. en 10 J. Hambeek voor
buitengewone dienst van het orgel 1,80' In 1855 wordt Lohman genoemd voor f
12,00
In 1856 '38 aan den heer
Lohman te Groningen voor het stemmen van het orgel 12,00'
In
1856 '28 maart 3 aan de
heer Lohman te Assen voor het maken van een akte 7,10'
In
1858 'Maart 21 Aan J. Schaaffelt
orgelmaker 12,00' (knecht van Lohman)
In 1860 'Aug 10
aan N.A. Lohman voor orgelmaken 24.00' 1863 idem (24)
In 1862: 'Augustus 20 Betaald
aan Loman orgelmaker No. 10 12,00' Idem voor de periode 1863-1867
In
1871 '6 januari ‘Betaald aan J.H. van
Veen voor briefje na orgelmaker’ 0,10 (N.A.G. Lohman uit Assen was in 1868 failliet
gegaan en vertrokken naar Zutphen)
In
1871 '27 mei Aan J.H. Nenwsticht?
orgelmaker’ 50,-
In 1875 'Oktober
1 Aan J Doornbos voor het repareren en stemmen van het orgel volgens 12 16,-', 'Aan
J. Hambeek voor de bediening bij t Org 13 2, 25'
Dit onderhoud van J. Doornbos
loopt door tot 1915 voor f 12,- (25)
1876: Schets van het orgel door de schilder Johannes
Bosboom (1817-1891)
Afbeelding uit het tijdschrift Groninger kerken september 2021 - Collectie Rijksmuseum
(RO-T-1996-116)
Klik op de afbeelding voor een vergroting
In 1878 'April 18 A J
Doornbos voor het stemmen Orgel No. 7 12,-', 'Mei 5 Aan J Akkerstaf? voor het
orgel trappen ... 10,-', 'den 1 Mei 1877 tot Mei 78 dito orgelt bij stemmen
1,50'
In 1885 '16 april Aan Gratema de Advertentie betaald voor het
oproepen van een Koster en Organist 5,20', '31
mei Aan J.H. van Veen aftredend koster en organist te Anloo het Traktement
van den 1 Jan 1885 tot den 1 Juny 1885 --- Volg kwitantie No. 11 25' (25)
1885: De gemeente plaatst een advertentie voor een nieuw
schoolhofd en de kerk voor een koster/organist.
Provinciale Drentsche en Asser courant 28-02-1885, 05-03-1885, 10-03-1885,
Provinciale Drentsche en Asser courant 07-04-1885
In
1886 '21 Febr 1886 Betaald aan J.H.
Veltmeijer het traktement als Koster en organist te Anloo van den 1885 1 Juny
tot den 1 January 1886 Vijfendertig gulden benevens Zes Gulden vijfentwintig voor
vergoeding van de Roggepacht van den 1 juny 1885 tot den 1 November 1885
tezamenlijk volg Kwit No. 30 41,25' (25)
Op 15 april 1886
is er een
Akte van benoeming door het
Provinciaal College van Toezicht op de Hervormde kerk van J.H. Veltmeijer tot
koster en organist naast zijn functie als hoofd der school te Anloo. (21)
Deze benoeming komt in verbaal 10/3
in het College van Toezicht aan de orde. (35)
1887:
Het orgel wordt genoemd in de Nieuwe Drentsche Volksalmanak van 1887 in
een artikel 'De kerk te Anloo' door Mr. W.L. van den Biesheuvel Schiffer
Nieuwe Drentsche
Volksalmanak 1887 blz. 41
Ook in de Nieuwe
Drentsche Volksalmanak van 1889 worden de wapenborden beschreven in een artikel
door J.M. van Kuyk 'Grafschriften, wapens enz. voorkomende in eenige kerken van
Drenthe'.
In 1893 'februari Betaald aan
Doornbos voor het herstellen en stemmen van het orgel volg. kwit no. 21 25,00',
'Betaald door reiskosten 1,30'
In 1898
'14 februari Aan v/d Glas
orgelverven, glas enz. 41,20'
In 1899 wordt het traktement van de organist
verhoogd van f 60,- naar f 75,-
In 1901
'15 augustus Voor orgelstemmen enz. aan de Clercq 12,50' (25)
1906: In de
kerkvoogdijvergadering van 8 april
komt een voorstel van orgelmaker Jan Doornbos aan de orde voor een herstelling, begroot
op f 400,-. Men besluit deze werkzaamheden te laten uitvoeren. De kosten mogen
niet worden overschreden. Er zal niet voor worden gecollecteerd.
Op
28 september wordt vermeld dat de
werkzaamheden aan Doornbos zijn gegund. Er wordt 2 jaar garantie gegeven. (20)
Op 3 februari een brief van het classicaal bestuur te
Assen dat er een polis voor de verzekering van het kerkgebouw
voor f 11.500,- en een polis voor de verzekering van orgel en inventaris voor f
3.000,- zijn beinnen gekomen. Ze worden doorgestuurd naar de Algemene Synodale
Commissie. (21)
Op 23 augustus wordt het orgel na de
restauratie door Doornbos weer in gebruik genomen.
Nieuwsblad van het
Noorden 25-08-1906
1909: Vermelding van het aantal
orgels in Drenthe in 1792 en de restauratie van de kerk in 1859.
Provinciale
Drentsche en Asser courant 11-01-1909 ( deel uit het 6e deel van de artikel over
'Oostermoersche herinneringen en beschouwingen')
Het aantal
aanwezige orgels in 1792 wordt correct vermeld.
In
1906 '20 augustus Aan
den Orgelmaker van Herstellingen 200,-', 'Aan den Orgelmaker
voor Vervoer 6,-' In de periode daarna regelmatig stemming door Doornbos,
'Dorenbos', 'Doornbosch' voor doorgaans f 12,50, vanaf 1918 voor f 17,50.
In
1907 'Jan. 26 Aan B. van Bergen
terugbetaald de f 200,- voor 't orgel geleend met rente 212,00'
In
1917 '31 december H. Frankena voor
’t orgelspelen 10,-' (25)
1922-1940: In
het kasboek van 1922-1940 vinden we betalingen aan organisten, orgeltrappers en orgelmakers.
Orgelstemmingen door Doornbos 1922, Vegter in 1924, Thijs in 1931, P. van Dam
vanaf 1933 tot 1940. De bedragen zijn meestal rond de f 15,- In 1939 door Steenhuis.
Herstellingen door Jan Doornbos in 1921 voor f 300,-, Meek in 1928 voor f 10,-,
Thijs in 1928 voor f 24,-
Muziekboek gekocht bij Meek in Assen voor f 3,55
Organisten Van
der Werff, Westrup en Bol voor een salaris van f 150,- per jaar.
In 1940 wordt
orgeltrapper Matthijssen genoemd. Hij is tevens koster en ontvangt f 100,- (22)
1922: In de
kerkvoogdijvergadering van 11 april
komt het vertrek van organist Veltmeijer aan de orde. Er zal met de gemeente
worden overlegd omtrent zijn opvolging.
In de vergadering van
27 mei is Veltmeijer in de
vergadering aanwezig en wordt hij bedankt voor zijn taak als organist en koster.
(20)
In de adverentie van de gemeente voor een schoolhoofd
worden ook de functie van koster/organist genoemd.
Provinciale Drentsche
en Asser courant 04-04-1922
1926: In de
kerkvoogdijvergadering van 13 februari
komt het vertrek van organist van der Werff aan de orde. Voor zijn opvolging
zijn er de volgende kandidaten: L.P. Bol uit Annerveen (schoolhoofd in Anloo),
Westrup uit Annen en Van der Glas uit Annerveenschekanaal. Met algemene stemmen
wordt dhr. Bol benoemd. Tot het moment dat hij capabel genoeg is dient hij
echter voor een vervangend organist te zorgen. Het traktement is f 200,- per
jaar. Hij wordt voor een jaar benoemd. (20)
Provinciale Drentsche en Asser courant 19-02-1926
1927:
Blijkbaar lukt het dhr. Bol niet om het gewenste niveau te bereiken en wordt dhr.
Westrup benoemd als organist.
Provinciale Drentsche
en Asser courant 10-05-1927
Foto uit de beeldbank van het Drents Archief
Van 1936 tot 1944 wordt de kerk in delen
gerestaureerd. Eerst het koor en daarna schip en toren.
Tekening uit 1931.
(33) Klik op de afbeelding voor een
vergroting
Provinciale Drentsche en Asser courant 26-10-1936
1936:
Op 10 oktober schrijft orgeladviseur J.M. Luijten op verzoek van de kerkvoogdij
een rapport over het orgel. Hij heeft
het orgel bezocht op 29 september. (18)
Hij stelt de
volgende werkzaamheden voor:
- Alle onderdelen reinigen inclusief
pijpwerk in- en uitwendig.
- Verlagen van de stemming door pijpen te
verplaatsen en/of te verlengen. Het orgel staat nu 1 toon te hoog. Stemkrullen
aanbrengen om makkelijke te kunnen stemmen. Pijpwerk is erg beschadigd.
-
Windladen zijn zeer lek. Deze restaureren en pulpeten vervangen door koperplaten
met leer.
- Koperdraad is in slechte toestand. Dit vervangen door
phosphorbronsdraad
- Winkelhaken en walsarmen vervangen door nieuwe met
bevoerde ogen
- Speling in speel- en registertractuur weghalen.
Registers zo mogelijk dichter bij de klaviatuur plaatsen. Registers zitten nu te
ver weg.
Bovenstaande werkzaamheden zijn beslist nodig. De kosten daarvan
schat Luijten op f 1.600,- Daarnaast zou nog het volgende kunnen gebeuren:
-
Trompet en Vox Humana zijn oud en zeer slecht. Deze vervangen door nieuw pijpwerk.
Kosten geschat op f 500,-
- Aanbrengen van een windmotor, waardoor er een
meer stabiele wind ontstaat
- De klank van het orgel is zeer scherp.
Dit kan door herintonatie worden verbeterd. Verder is het aan te raden een Bourdon 16' toe te voegen en deze via
een transmissie op het pedaal bespeelbaar te
maken. Het pedaalklavier vervangen en koppelen aan
het eerste manuaal. Kosten worden geschat op f 500,-
- Er zijn een
aantal registers verdwenen. Deze zouden moeten worden herplaatst, maar daar is
eerst onderzoek voor nodig.
- De orgelkas is in slechte staat en dient
te worden hersteld. De verf dient te worden verwijderd. De folie van de grote
frontpijpen verwijderen en de kleine frontpijpen vervangen. Dat is eenvoudiger
dan herstel. Daarna het front met aluminium zijdeglans bespuiten.
Luijten
schat een gehele restauratie op f 4.000,- Hij is graag bereid de restauratie
te begeleiden en er voor te zorgen dat de posten apart worden ingeschat zodat er
beslist kan worden wat wel en niet wordt uitgevoerd.
Op
26 oktober schrijft Luijten aan
predikant Beek. Hij kan zich indenken dat men is geschrokken van de kosten. Het
orgel kan het beste worden gerestaureerd na het gereedkomen van de
kerkrestauratie. Als dit te lang duurt zou eerst het orgel gerestaureerd kunnen
worden. Bij de kerkrestauratie dient het orgel goed te worden afgedekt. (18)
1937: Op 23 juni schrijft het College van Toezicht dat bij
het bezoek van een fotograaf om het kopstuk van het herengestoelte te
fotograferen bleek dat het interieur van de kerk in zeer slechte staat
verkeerde. Er waren zelfs plannen om het gestoelte te verkopen. Dit is cultureel
erfgoed en dient in goede staat te worden gehouden. (21)
In het boek Genealogische en
heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Drenthe uit 1937
staat bovenstaande toelichting op de wapenschilden op de balustrade voor het
orgel
1938: In november
schrijft de Vereniging van kerkvoogdijen van de Nederlands Hervormde Kerk
afdeling Drenthe dat orgeladviseur K.M. Luijten op donderdag 19 januari het orgel
zal bezoeken. Verzocht wordt het volgende te regelen:
- Inzage in de
brandverzekering
- Kerk open op het afgesproken tijdstip
-
Orgeltrapper aanwezig als er geen windmachine aanwezig is
- Overzicht
welke werkzaamheden er de laatst tien à twintig jaar voor onderhoud zijn gepleegd
en inzage in de desbetreffende documenten
- Hoe vaak wordt er gestemd,
hoeveel uur wordt daaraan besteed en wat waren de kosten? (18)
1939:
Op 22 april komt Luijten met een tweede
rapport. De inhoud van dit rapport komt grotendeels overeen met het eerste
rapport. De noodzakelijke werkzaamheden schat hij in op circa f 1.500,- en hij
noemt een stelpost voor het herstellen van de orgelkas van f 500,- De
nieuwwaarde wordt geschat op f 6.500,-. De huidige waarde op f 3.000,- Stemmen
gebeurd door Bliek voor de firma Van Dam uit Leeuwarden. Stemmen 1x per jaar
voor f 15,-. Aantal uren voor een stemming ingeschat op 10-12. (18)
Genoteerde dispositie:
Hoofdwerk | Borstwerk | Pedaal |
Prestant 8' | Holpijp 8' | aangehangen |
Roerfluit 8' | Fluit 4' | |
Quintadeen 8' | Octaaf 2' | |
Octaaf 4' | Spitsfluit 1 1/3' | |
Spitsfluit 4' | Vox Humana 8' | |
Quint 3' | ||
Octaaf 2' | ||
Trompet 8' |
1944: Van 1944 tot 1948 vindt de restauratie
plaats onder toezicht van de Nederlandse Klokken- en Orgelraad (NKO) met als adviseur Mr. A.
Bouman. Op 15 maart 1944 wordt er een overeenkomst gesloten met de Groningse orgelmaker Mense
Ruiter.
Op beide werken waren plaatsen onbezet: op het Hoofdwerk ontbraken de Mixtuur 4-5 sterk
en de Cornet 4 sterk en op het Borstwerk de Sesquialter 2 sterk. Voor Sifflet 1 1/3' moet gelezen worden Quint(fluit) 1 1/2'. Wie verantwoordelijk
was voor het verwijderen van deze stemmen is niet bekend. Mense Ruiter constateert nog een aantal
gebreken aan het orgel. Zo zijn een aantal pijpen van de Quintadena 8' ingezakt. De
orgelkas
vertoont een knik naar voren op de overgang van de onder- naar de bovenkast. De
borstwerklade is een chromatische lade, die misschien niet uit de bouwtijd is, aldus Mense Ruiter. Het pijpwerk van deze
lade is moeilijk bereikbaar vanwege de
registerwellen van het Hoofdwerk. In het rapport worden 18 verbeterpunten
opgesomd.
De voornaamste punten waren:
Het contract met Mense Ruiter dateert van 15 maart 1944 en luidt als volgt:
Overeenkomst betreffende de restauratie van het orgel in de Hervormde kerk te Anloo.
Op heden den vijftienden Maart 1900 vier en veertig zijn de Kerkvoogdij der Ned.
Hervormde Gemeente te Anloo, in deze overeenkomst aangeduid met 'de
aanbesteder', contractant ter eene zijde en Mense Ruiter, orgelbouwer, gevestigd te
Groningen aan de Bankastraat nr.9a, in deze overeenkomst aangeduid met 'de
aannemer', contractant ter andere zijde, overeengekomen als volgt:
Art.1. De aanbesteder heeft aanbesteed aan den aannemer, gelijk de aannemer verklaart
van den aanbesteder te hebben aangenomen, het restaureeren en geheel voltooid en
speelklaar opleveren van het orgel met 14 stemmen in het kerkgebouw van den aanbesteder,
te weten in de Hervormde kerk te Anloo.
Art.2. Dit orgel zal worden gerestaureerd geheel overeenkomstig onderstaande
voorschriften en voor de eindkeuring geheel voltooid worden opgeleverd op vrijdag 16
Februari 1900 vijf en veertig. Voor de goede uitvoering der werkzaamheden zal de aannemer
ontvangen een bedrag van f 3.300,- (zegge drie duizend drie honderd gulden), na schriftelijke
goedkeuring door den Nederlandschen Klokken- en Orgelraad, gevestigd te Amsterdam aan de
Reguliersgracht 114, die met de Directie van het werk is belast.
Art.3. De restauratiewerkzaamheden zijn de volgende:
a. algeheele demontage, schoonmaak, herstel en waar noodig vernieuwing van onbruikbare
onderdeelen in dezelfde materialen, montage en speelklare afstelling.
b. deugdelijk wegnemen van door- en bijspraak uit de windladen, door demontage,
vlakschaven, waar noodig vernieuwen van gescheurde sponsels, hard leer en pulpeetdraden,
potlooden der sleepen, montage en zuivere afregeling.
c. bijmaken in dezelfde materialen van nieuwe sleeplaadjes voor cis3 t/m f3.
d. uitbreiden van de manualen en bijbehoorende mechaniek in dezelfde materialen en vorm
tot f3(54 toetsen),inclusief herstellen van de bestaande manuaaltoetsen met hun beleg.
e. omwerken van het pedaal tot een indeeling van 99,6, inclusief het wijzigen van het
welbord in verband hiermede, en het vernieuwen van kromgetrokken wellen.
f. wegnemen van rammelen of kloppen van de toetsen en het mechaniek, door het
aanbrengen van nieuwe stiften en opnieuw invoeren van de draaipunten en het bevilten der
toetsen. Zwak geworden draadwerk wordt vernieuwd met roodkoper. De toetsaanslag zal zoo
licht mogelijk zijn en de diepgang der manuaaltoetsen ongeveer 10 mm.
g. ombouwen van de registratuur, zoodat de registerknoppen ongeveer 20 cm. dichter bij
de manualen komen. Onder de knoppen worden langwerpige zwartgelakte houten plankjes
aangebracht, waarop in vergulde barokletters de volgende registernamen worden
geschilderd (het schilderen buiten de aanneemsom): Quintadena 16', Praestant 8', Roerfluit
8', Octaav 4', Spitsfluyt 4', Nassat 3', Super-octaav 2', Mixtuur 4 à 5 sterk, Trompet
8', Holpijp 8', Gedaktfluyt 4', Octaav 2', Quintfluyt 1 1/2', Vox humana 8', Coppeling. Een
nieuwe eikenhouten manuaalkoppel wordt aangebracht.
h. aanleggen van grenenhouten windkanalen (inwendig met lijmverf, uitwendig met lak
bestreken) tusschen balg en windladen waarin de bochten verkropt zullen zijn. De winddruk
wordt op 70 mm. waterdruk afgesteld.
i. schoonmaken en keurig in de oorspronkelijke vorm herstellen van het pijpwerk,
waarbij te hooge opsneden zullen worden verlaagd.
j. de bestaande frontpijpen worden van de aluminiumverflaag ontdaan, opnieuw gepolijst
en met matte zaponlak gelakt.
k. De grootste 5 of 6 pijpen der Quintadena 16' worden versmolten en onder bijvoeging
van orgelmetaal van voldoende wanddikte in dezelfde mensuren hermaakt en op een nieuwe
pneumatische lade terzijde in de orgelkast geplaatst. Indien geen orgelmetaal hiervoor
beschikbaar wordt gesteld, worden deze pijpen hermaakt van zwaar glanzend gelakt zink, in
welk geval de aanneemsom met f.50,-(zegge vijftig gulden) zal worden verminderd. De
opsneden van dit register worden verlaagd.
l. De opsneden der Gedaktfluyt 4' worden verlaagd en nieuwe metaalhoeden aangebracht,
die met stevig papier op de corpora worden bevestigd.
m. De hoogste pijpen der Quintfluyt 1 1/2', die te wijd van mensuur zijn, worden door
nieuwe engere in aansluitende mensuren vervangen.
n. De stevels der Trompet 8' en Vox humana 8' worden met Xylamon tegen houtworm
geprepareerd.
o. De Trompet 8' wordt vooraan op de lade geplaatst, en op de vrij gekomen plaats komt
een nieuwe Mixtuur 4-5 sterk van 33% tin, met breede steminsnijdingen tot aan de 1/4 voet,
van de samenstelling:
C : | 1 1/3 | 1 | 2/3 | 1/2 | |
c : | 2 | 1 1/3 | 1 | 2/3 | |
c1: | 4 | 2 2/3 | 2 | 1 1/3 | 1 |
c2: | 5 1/3 | 4 | 2 2/3 | 2 | 1 1/3 |
C | c | c1 | c2 | c3 | |
Æ | 32,1 | 26,5 | 25,5 | 19,8 | 11,4 |
lbr. | 28,6 | 23,1 | 22 | 17,3 | 10 |
Æ | 24 | 18,6 | 19,1 | 14,6 | 8,5 |
lbr. | 20,9 | 16,3 | 17 | 12,8 | 7,4 |
Æ | 18 | 13,9 | 15,4 | 11,1 | 6,4 |
lbr. | 16 | 12,1 | 13,4 | 9,7 | 5,6 |
Æ | 13,4 | 10,4 | 10,7 | 8,9 | 5,2 |
lbr. | 11,7 | 9,3 | 9,5 | 8 | 4,7 |
Æ | 8 | 6,2 | 3,7 | ||
lbr. | 7,1 | 5,5 | 3,3 |
p. Voor elke stem worden in aansluitende mensuren en gelijke constructie vijf pijpen
bijgemaakt voor cis3, d3, dis3, e3, f3.
q. De intonatie van het pijpwerk geschiedt in het Barokkarakter en zal draagkracht aan
duidelijkheid paren. Voor afzonderlijke stemmen wordt deze als volgt:
Quintadeen 16' | vooral in de bas vrij volle Quintadena, met snuivende quintboventoon. |
Praestant 8' | vrij volle, verzadigde, zangerige, doch nergens fluitachtige Praestant 8'. |
Roerfluit 8' | vrij volle en heldere, weeke Roerfluit. |
Octaav 4' | als Praestant 8', doch iets strijkender. |
Spitsfluit 4' | vrij volle en zangerige Baarpijp. |
Nassat 3' | weeke, goed versmeltende Gemshoornquint. |
Superoctaav 2' | als Octaav 4', doch iets strijkender. |
Trompet 8' | vrij volle, doch steeds heldere en snaterende Trompet. |
Holpijp 8' | weeke, doch heldere Gedekt. |
Gedaktfluyt 4' | ronder dan Holpijp 8'. |
Octaav 2' | als Praestant 8'. |
Quintfluyt 1 1/3' | heldere, ronde Open fluit. |
Vox humana 8' | zangerige, strijkende kegelregaal. |
r. de stemming van het pijpwerk zal geschieden in de gelijkzwevende temperatuur a van de Octaav 4' ingesteld op 870 trillingen bij 15 graden Celsius.
Art.4. Buiten de aanneemsom vallen de volgende werkzaamheden, die voor rekening van den
besteder naar aanwijzingen van den aannemer zullen worden verricht:
a. het schilderen van de registernamen volgens art.3 sub. g.
b. het 8 cm. hooger plaatsen van de geheele kast, en het ongeveer evenveel onderuit
brengen van de regel, waarop de manualen rusten.
c. het verplaatsen van de stijlen naast de manualen en het aanvullen daarvan naast het
pedaal, met inbegrip van een vergrooting van de lessenaar en het dichtmaken van de oude
registertrekgaten.
d. het draaibaar of uitneembaar maken van een paneel rechts van de manualen op de
hoogte van de borstwerklade voor het nieuwe ladegedeelte.
e. de opstelling van de blaasbalg en het maken van een geluiddempende omkisting voor
een toekomstige electrische ventilator met aanleg van kabels en schakelaar.
f. het maken van een opklapbare stemloopplank aan de achterzijde van het orgel met
bijbehoorend trapje.
Art.5. De aannemer zal gedurende de werkzaamheden aan aanbesteder kosteloos een
kabinetorgel in bruikleen verschaffen.
Art.6. Tenzij de aannemer overmacht kan aantoonen, zal een boet van f.5,- worden
afgehouden van de aanneemsom voor elke dag overschrijding na de opleveringstermijn. De
aannemer ontvangt een derde van de aanneemsom bij den aanvang van het werk en twee derde
na algeheele schriftelijke goedkeuring door den Ned. Klokken- en Orgelraad. Bij afkeuring
worden van de aanneemsom afgehouden de vergeefs veroorzaakte reiskosten van de
keurmeesters, naar een maatstaf van f.7,50 per uur. Mocht de aannemer en binnen een door
de directie naar redelijkheid vast te stellen termijn niet in slagen, de geconstateerde
gebreken weg te nemen, dan zal een andere orgelbouwer in de gelegenheid worden gesteld,
dit op zijn kosten te doen.
Art.7. De aannemer verbindt zich tot het geven van een garantie na de
restauratie-voltooiing gedurende tien jaren. Hij verplicht zich, alle fouten of gebreken
in het orgel of zijn onderdeelen, voortkomende uit materiaal, constructie of afwerking, op
eerste aanmaning geheel kostloos en afdoende te herstellen. Gebreken, klaarblijkelijk
veroorzaakt door verkeerde of ondeskundige behandeling van derden, natuurlijke slijting,
onvoldoende zorg tot onderhoud vanwege de aanbesteder, stof ongedierte of uiterlijk
geweld, vallen buiten deze garantie. Deze garantie-verplichting vervalt, wanneer tusschen
den aanbesteder en den aannemer geen onderhoudsovereenkomst bestaat, die tenminste een
algeheele revisie en stemming per jaar omvat, berekend naar een tarief, dat het tarief van
den Bond van orgelbouwers in Nederland niet te boven gaat.
Art.8. Geschillen over de uitlegging of uitvoering van deze overeenkomst worden in
eerste en hoogste instantie beslist door den Ned. Klokken- en Orgelraad, behoudens het
beroep van partijen op de bevoegde instanties der rechterlijke macht, op grond, dat de
gegeven uitspraak in strijd is met de redelijkheid, billijkheid en goede trouw, die bij de
tenuitvoerlegging van overeenkomsten moet worden in acht genomen. Aldus overeengekomen en
in tweevoud geteekend te Anloo/Groningen, op 15 Maart 1944.
De aanbesteder, De aannemer,
Kerkvoogdij der Ned. Hervormde Gemeente te Anloo. Mense Ruiter, orgelmaker te
Groningen.
Voorzitter:
Secretaris: Gezien door de Directie,
Nederlandsche Klokken- en Orgelraad
secretaris: Mr. A. Bouman
Op 19 december komt het orgel
weer ter sprake. De restauratie wordt nu geschat op f 5.000,-. Door een subsidie
van 50% zal de kerk f 2.500,- moeten opbrengen. Er wordt voorgesteld intekenlijsten te
laten rondgaan. De kerkvoogden worden gevraagd om als eersten op de lijsten in te tekenen.
In 1944 vraagt de kerkvoogdij
toestemming voor het houden van een inzameling voor de restauratie van het
orgel. Deze wordt verleend. In het eindrapport van de Marechaussee van 13 maart
1945 blijkt dat er f 3.450,75 is opgehaald. (29)
Door de oorlogsomstandigheden kan de opleveringstermijn van 16 februari 1945 niet
gehaald worden. (30)
1945: Op
29 juni komt het orgel weer ter
sprake. De 'aannemer' (Mense Ruiter) heeft toegezegd dat er kisten zullen komen
om onderdelen naar de werkplaats te vervoeren.
Op
24 december wordt besloten het
salaris van de organist met f 50,- per jaar te verhogen. (30)
1946: Op 16 april 1946
schrijft Mense Ruiter dat de restauratie van het orgel niet voor de Paasdagen
kan worden voltooid. Het personeelslid dat de windladen maakt heeft ontslag
genomen. Hij heeft wel een vervanger gevonden, maar die bleek niet geschikt.
Ruiter gaat zelf met de windladen bezig, maar moet eerst de administratie reorganiseren. Het pijpwerk is grotendeels al hersteld. Nu blijkt dat het
orgel een halve toon te hoog staat. Dit wordt in het bestek niet genoemd. Voor
groot C en d3-f3 worden nieuwe pijpen bijgemaakt. De
pijpenmaker schat dat de nieuwe pijpen over 2-3 maanden geleverd kunnen worden.
Mense Ruiter probeert het orgel zo snel mogelijk weer in de kerk op te stellen. Het staat
al te lang in de werkplaats. Hij verwacht over zes weken met het binnenwerk in de
kerk te zijn.
De windladen hebben vier onbezette plekken die gedeeltelijk
weggetimmerd zijn. Hij stelt voor om op het hoofdwerk een Sexquialter 2 sterk en
een Mixtuur 4-6 sterk te plaatsen en op het borstwerk een Cymbel of Scherp 3
sterk en een cylindrisch tongwerk. De Vox Humana moet naar z’n oorspronkelijke
plaats terug op het hoofdwerk: Het bijmaken van de 550 pijpen vergt een bedrag
van f 1.200,-.
Op een lijst worden
een aantal benodigde materialen van hout door Mense Ruiter opgesomd.
Op 10
mei schrijft de NKO dat Mr. Bouman de vragen van 7 mei vanuit Anloo nog niet
direct kan beantwoorden. Hij zit op dit moment in Zwitserland.
Op
24 juni schrijft de NKO dat een
uitbreiding met een Mixtuur 4-5 sterk noodzakelijk is, maar dat de andere
uitbreidingen niet direct hoeven. De aanneemsom van f 3.300,- is eigenlijk te
laag. Een bedrag van f 5.000,- is realistischer. Een prijsverhoging dient
te worden overwogen. Een restauratie door Mense Ruiter loopt vaak uit. De
kwaliteit van zijn werk is echter uitstekend. Ook bevreemdt het Bouman dat er geen
overleg meer is met Ruiter over technische kwesties. (18)
1948: Op 24 maart
schrijft Johannes Legène naar Mense Ruiter dat hij en Erné weer in Groningen en
Drenthe zijn. Ze willen Anloo bezoeken op woensdag 31 maart. (32)
Het orgel wordt op zondag 24 oktober om 3 uur 's middags weer in gebruik genomen
met een bespeling door Aart Smink, organist en conservatoriumleraar te Den Haag.
Zie de PDF van het ingebruiknameboekje (16)
In het boekje is een korte geschiedenis van het orgel opgenomen. Volgens
het boekje waren er maar 3 orgels van Garrels bewaard gebleven: Anloo, Purmerend
en Maassluis.
De volgende werkzaamheden worden genoemd:
- Klavieromvang
vergroot van 49 naar 54 toetsen
- Mechaniek en pijpwerk dienovereenkomstig
uitgebreid en ingrijpend verbeterd
- 90% van de pijpen hebben nieuwe bekken
gekregen
- Verscheidenen pijpen zijn door nieuwe exemplaren vervangen
-
Van de 3 vulstemmen is er één weer geplaatst
- Het labiaal pijpwerk werd
opnieuw geïntoneerd
- De registertrekkers zijn naast de klavieren geplaatst,
waardoor ze beter bereikbaar zijn.
- De toonhoogte was 3/4 toon te hoog. Deze
is met een halve toon verlaagd.
Op
23 november schrijft de NKO een
rapport van de eindkeuring. De restauratie is
uitgevoerd conform de overeenkomst. In constructief opzicht laat deze restauratie
niets te wensen over. De registeropschriften in oud schrift zijn nog niet
aangebracht. Deze vallen echter buiten de aanneemsom. De intonatie voldoet aan
redelijke eisen. Ruiter heeft de winddruk teruggebracht tot 59 mm. Hierdoor is
vooral de Prestant 8' intiem en enigszins strijkend. Hierdoor moets de opsnede
worden verlaagd wat niet nodig was geweest. Er zijn nog twee lege plaatsen: de
Sesquilalter II op het Hoofdwerk en de Cymbel III op het Borstwerk. Echter ook zonder
deze stemmen is het orgel berekend op zijn taak.(32)
Na de restauratie door Mense Ruiter is de dispositie volgens het ingebruiknameprogramma:
Hoofdwerk. | C-f3 | Borstwerk. | C-f3 |
Quintadena | 16' | Holpijp | 8' |
Prestant | 8' | Fluit | 4' |
Roerfluit | 8' | Octaaf | 2'. |
Octaaf | 4' | Quint | 1 1/3' |
Speelfluit | 4' | Vox Humana | 8' |
Quint | 2 2/3' | ||
Octaaf | 2' | ||
Mixtuur | IV-V | ||
Trompet | 8' |
Samenstelling vulstemmen:
Sesquialter 2 sterk:
C : | ? | ? |
c : | 1 1/3 | 4/5 |
c1: | 2 2/3 | 1 3/5 |
Mixtuur 4-5 sterk:
C : | 1 | 1 1/3 | 2/3 | 1/2 | ||||||
c : | 2 | 1 1/3 | 1 | 2/3 | ||||||
c1 : | 4 | 2 2/3 | 2 | 1 | 1 1/3 | 1 | ||||
c2 : | 5 1/3 | 4 | 2 2/3 | 2 | 1 | 1 1/3 |
Tremulant; aangehangen pedaal C-d1; 4 blaasbalgen; koppeling Hoofdwerk-Bovenwerk als trede; 2 afsluitingen; ventiel.
Foto vanuit het Archief van http://www.kerkeninbeeld.nl
Provinciale Drentsche en Asser courant 25-10-1948
(Klik op de linker-afbeelding voor een vergroting)
1949:
In de kerkvoogdijvergadering van 25
oktober wordt de eindafrekening van de orgelrestauratie behandeld. De
ontvangsten bedroegen f 6.526,75, terwijl de kosten f 6.434,38 bedroegen. Er is een
voordelig saldo van f 92,37.
(30)
1950:
L. van der Glas uit Zuidlaren schrijft
dat hij een orgel (zo goed als zeker een harmonium) heeft gerepareerd voor f 75
en dat het de dag daarna per Scheffers naar Anloo is vervoerd. Hij beschrijft
hoe het instrument onderhouden moet worden. (21)
Op
23 november wordt in de kerkvoogdij
de afloop besproken van een verloting, waarvan de opbrengst besteed zal worden
aan de aanschaf van een windmachine. Van de 1.000 loten van f 1,- zijn er
700 verkocht. In het dorp Annen was de deelname zeer matig. Geprobeerd zal worden
daar nog wat meer loten te verkopen. Er ligt al een aanbieding van orgelmaker
Vegter voor de levering van een windmotor. Men stelt voor de installatie daarvan
over te laten aan plaatselijke 'neringdoenden'.
Kasboek 1941-1954 (26)
1950 17 juli Herstel orgel kerkkoor
f 50,-
1951 19 mei M. Ruiter orgelstemmen f 35,-
Op
24 april 1951 wordt weer gesproken
over de verloting voor de aanschaf van een windmachine. Annen is nog steeds een
probleem. De windmachine zal f 697,- gaan kosten.
Kasboek 1941-1954 (26)
1952 8 september H.
Mulder orgelspeler f 12,-
1952 31 december Mense Ruiter orgelbouwer Groningen
f 56,-
1953 17 oktober Mense Ruiter orgelstemmen f 59,02
1954 1 juli Mense
Ruiter Groningen f 54,65
1954 6 september Mense Ruiter orgelstemmen f 29,35
Nieuwsblad van het Noorden
Kasboek 1955-1962 (27)
1955 28 april Mense Ruiter
Groningen f 51,15
1955 15 augustus Mense Ruiter Groningen f 23,25
1956 26
juni Mense Ruiter Groningen f 31,18
1957 5 juli Mense Ruiter Groningen f 44,-
1957 7 december Orgelspelen bij vakantie Westrup f 7,-
1958 1 mei Mense
Ruiter Orgelbouwer f 34,25
1958 30 juni Mense Ruiter orgelstemmen f 47,75
1959 14 februari J. Welmers Zuidlaren f 10,-
1959 23 november Mense Ruiter
orgelstemmen en rep. f 83,85
1959 31 december Orgelspelen 12 juli J.H.
Vlietsra f 10,-
1959 31 december Orgelspelen Dankdag J. Welmers f 10,-
1960 31 december Mense Ruiter onderhoud kerkorgel f 89,50
1960: Op 31 oktober
schrijft organist Westrup dat hij om gezondheidsredenen ontslag neemt als
organist. (21)
1961:
Er wordt een advertentie geplaatst voor een organist
Nieuwsblad van het Noorden
17-06-1961
Een viertal sollicitatiebrieven bleven in het kerkarchief bewaard.
1961: Op 27 september
schrijft Mense Ruiter aan de kerkvoogdij dat er deze keer naast het stemmen tijd
moest worden besteed aan het losmaken van de draaipunten. Dit wordt veroorzaakt
door de hoge vochtigheidsgraad in de kerk. Er zou meer geventileerd moeten worden.
In een aparte brief van dezelfde
datum meldt Ruiter dat het orgel eigenlijk schoon gemaakt moet worden. Deze
werkzaamheden kosten circa f 1.650,- inclusief het bijwerken van de intonatie en
een stemming. (32)
Na de restauratie van 1948 zijn er nog wat openstaande punten:
- Maken van registerplaatsjes in oud schrift f 100,-
- Toevoegen van een
Cymbel of Scherp op het borstwerk f 1.000,-
- Toevoegen van een Sesquialter op
het Hoofdwerk f 750,-
- Maken van een afneembare stemloopplank achter
het Hoofdwerk.
Deze
werkzaamheden kunnen worden gecombineerd met de schoonmaak.
Op
16 oktober antwoordt de kerkvoogdij
Mense Ruiter. Men geeft toestemming voor de schoonmaak. Het nut van de overige
punten ziet men niet in. 'Het orgel had het sinds de restauratie van '48 toch
best goed gedaan?'
Op 23 oktober
dankt Mense Ruiter voor de opdracht tot schoonmaken van het orgel. De
werkzaamheden worden uitgevoerd in het voorjaar of de zomer van 1962. Hij wijst
nog een keer op het ventileren. (18) (32)
Kasboek 1955-1962 (27)
1961 11 juni Gez. organisten
restant 1960 f 136,70
1961 15 juni Nota A.H. Vlietsra organist f 138,-
1961 17 juli Advertentie voor organist f 7,20
1961 15 november Verg. onkosten
3 sollicitanten f 20,- Idem Portokosten f 0,75
1961 17 november
Vervanging organist J. Welmers f 10,-
1961 17 november idem Vlietstra en
koster f 130,-
1961 20 november Achterstallig salaris organist f 187,50
1961 6 december Nota Mense Ruiter f 228,55 (extra werk mechaniek)
1961 7
december organist november f 40,- idem 30 december
1962 maandelijkse betaling
organist f 40,-
1962 17 december Mense Ruiter Groningen f 2.140,- Groot
onderhoud met schoonmaak, houtworm bestrijding, vererende constructie onder
slepen, intonatie en stemming
1962: Op 9 oktober stuurt
Mense Ruiter de
rekening voor de schoonmaak. Extra werkzaamheden
voor het bestrijden van houtworm,
verende constructie voor de slepen, bijintonatie en stemming. (32)
1982: Het orgel
loopt roetschade op door een oververhitte oliekachel. De totale brandschade is f
11.069,- (31)
De concertserie van 82/83 omvatte 15
concerten. Zie programmaboekje. (33)
1983: De kerkvoogdij probeert om tot een reconstructie
van het Radeker-Garrels orgel te komen. Een inmiddels opgerichte orgelcommissie
heeft als adviseur Klaas Bolt aangetrokken.
Op
17 februari beantwoordt het
gemeentebestuur van Anloo een brief van de orgelcommissie. Men staat sympathiek
tegenover de plannen voor een restauratie. Men wil graag een gespecificeerde
kostencalculatie.
Op 20 maart
schrijft de orgelcommissie naar de Hervormde orgelcommissie (HOC). Het orgel is inmiddels onderzocht door
Bolt en Tuinstra. Een tweede onderzoek zal plaatsvinden met MR. Op grond daarvan
zal een rapport worden geschreven. Er zijn drie
mogelijkheden:
- Totale restauratie en terug naar Garrels
- Restauratie
zoals het nu is
- Groot onderhoud.
De keuze is afhankelijk van de te verlenen
subsidie.
Op 30 maart meldt de
orgelcommissie aan de gemeente Anloo dat het orgel onlangs is onderzocht
door orgeladviseurs Bolt en Tuinstra. Het orgel dient dringend te worden
gerestaureerd. Het orgel zou gedeeltelijk moeten worden terug gebracht in
de oorspronkelijke toestand. De kosten daarvan bedragen circa f 200.000,-.
Bijgesloten is een voorlopige
kostencalculatie van 29 maart.
Op
18 augustus schrijft de orgelcommissie naar de gemeente Anloo over een
gesprek dat ze hadden met Zoetemeier en Jans van de Rijksdienst voor
Monumentenzorg in Assen. Als de subsidieaanvraag via de gemeente bij de
rijksdienst in Assen komt zal de rijksdienst dit met een gunstig advies doorsturen.
Bijgesloten is een bijgewerkte offerte.
De kosten worden nu ingeschat op f 260.000,-
Op 29
augustus stuurt de gemeente Anloo een brief naar de dienst Monumentenzorg
dat ze een subsidieaanvraag naar het ministerie hebben gestuurd. De dienst kan
dan het ministerie adviseren.
Op 23
september stuurt het bureau Monumentenzorg de subsidieaanvraag door naar de
provincie met een positief advies. Een restauratie is zeer noodzakelijk.
Op
21 november schrijft de provincie
aan de orgelcommissie dat als het Ministerie een subsidie toezegt dat de
provincie dan 10% subsidie zal verstrekken.
Eind november schrijft het
ministerie naar de gemeente Anloo dat ze geen subsidie kunnen verlenen op grond
van de tijdelijke bijdrageregeling restauratie monumenten 1983. De restauratie
komt echter wel voor subsidie in aanmerking. Hiervoor dient er een historisch
rapport te worden ingediend.
Uit deze tijd dateert ook een
folder met gegevens over het orgel
en hoe men kan bijdragen aan het restauratiefonds. (33)
In de pers wordt frequent gepubliceerd over de
voortgang van het proces. Zie voor de krantenberichten een
aparte pagina.
1984: In juli verschijnt een uitgebreid
onderzoek door Ed Panman met de historie van kerk, orgels en de familie Ellents. Vanaf paragraaf 6.1 wordt de
familie Ellents en het orgel beschreven.
Op
15 mei stuurt de orgelcommissie een
akte van aanbesteding naar het bureau Monumentenzorg. Het archiefonderzoek is
inmiddels gevorderd. Binnenkort komt er een overzicht.
Op
13 juni stuurt de orgelcommissie een
overzicht van gevonden
archiefstukken over de bouw van het orgel naar het bureau Monumentenzorg.
Afschriften gaan naar orgeladviseur Bolt en dhr. De Olde uit Zuidlaren.
Op
24 juli reageert het Bureau
Monumentenzorg van de provincie Drenthe op het onderzoek van Panman. Men heeft
zeer veel waardering voor het verrichte werk. Via nummers in de tekst worden
op- en aanmerkingen gemaakt.
Ook de in november 1984 opgerichte Stichting Vrienden
van het Kerkgebouw te Anloo brengt een
brochure uit om ondersteuners te werven.
(33)
1985:
Op 1 februari schrijft het bureau
Monumentenzorg naar het Anjerfonds. Het belang van het orgel wordt uitgelegd en
het Anjerfonds wordt gevraagd om een bijdrage te leveren aan de kosten van de
restauratie.
Op 8 mei schrijft
het gemeentebestuur van Anloo aan de provincie. De provincie heeft subsidie
toegezegd als het ministerie dat ook doet. De eerste aanvraag door de gemeente
Anloo bij het rijk wordt afgewezen. Het ministerie is middels een
brief opnieuw op het belang van het
orgel gewezen. Het restauratierapport van Klaas Bolt zal binnenkort worden
toegestuurd. Ook wordt gewezen op de oprichting van de Stichting Vriend van het
kerkgebouw te Anloo.
Contact met de afdeling Monumentenzorg in Drenthe. Subsidie kan er pas worden
verleend als er een historisch rapport aanwezig is.
Op
20 mei bevestigt de provincie
Drenthe de subsidieaanvraag via de gemeente Anloo. Binnenkort zal een deskundige
ter plaatse een onderzoek instellen.
Op
10 juli schrijft het Bureau
Monumentenzorg aan de provincie. Een subsidie is pas te verwachten na een
historisch rapport en een offerte van een orgelmaker. Het is nu nog te vroeg
voor een subsidieverzoek.
Op 23 juli
schrijft de provincie dat ze hun toezegging van 10% handhaven mits het rijk
subsidie geeft en er een goedgekeurd restauratieplan en offerte van een
orgelmaker is.
De orgelcommissie van Anloo richt zich met een
smeekbede tot de minister of er toch
nog geen mogelijkheid is om vanuit het ministerie een subsidie toe te kennen.
Provincie en gemeente kunnen dan ook subsidie verlenen. (33)
1986: Op 21 april
schrijft de orgelcommissie aan het bureau Monumentenzorg dat er zorgen zijn of
de subsidie wel door gaat vanwege een wijziging in de subsidieregeling. Het is
onzeker of de restauratie in 1987 door kan gaan.
In
augustus stuurt de kerkvoogdij
van Anloo een nieuwe kostenbegroting
naar de provincie. De kosten van de restauratie worden nu geschat op f
350.000,-. De rijksadviseur voor orgels dhr. O.B. Wiersma gaat akkoord met de
opgestelde begroting.
Op 15 augustus
beantwoordt bureau monumentenzorg de brief. Voor subsidie is ook een offerte van
een orgelmaker noodzakelijk.
Op 20
augustus schrijft het bureau monumentenzorg aan de provincie dat de nieuwe
aanvraag geen invloed op de reeds door de provincie gedane toezeggingen.
Op
20 augustus schrijft het ministerie
dat er voorlopig nog geen ruimte is voor het verlenen van subsidie.
Op
1 september zegt de provincie
nogmaals toe dat ze in principe bereid zijn subsidie te verlenen op basis van de
begroting van f 350.158,-. (33)
1987:
Op 18 januari vraagt de
orgelcommissie van Anloo aan het bureau Monumentenzorg of er inderdaad in 1992 een
subsidie beschikbaar komt voor de restauratie.
Op
18 januari antwoordt het bureau
Monumentenzorg dat deze zekerheid niet te geven is.
Op
24 juni vraagt de gemeente Anloo de
aandacht van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg voor de restauratie van het
orgel.
Op 3 augustus schrijft het
ministerie dat de gevraagde onderhoudssubsidie op de onderhoudskosten van f
882,- wordt toegekend. Er wordt 40% van f 600,- uitgekeerd.(33)
1988:
Het onderhoud van het orgel wordt gegund aan de
orgelmakers Henk van Eeken en Gert van Buuren.
Klaas Bolt schrijft een
rapport over het orgel op grond van onderzoeken aan het orgel op 13 juni, 6 juli
en 14 november. (33)
1989: Het rapport
van Henk van Eeken en Gert van Buuren is van 18 augustus 1989. Een beschrijving is te te vinden op de pagina's 83-87 van het
boek Opus Magnum. (31)
1990: Op 17 maart wordt het restauratiecontract ondertekend
tussen de orgelmakers Henk van Eeken en Gert van Buuren en de Stichting 'Muziek
in Anloo'. (31)
Adviseur Bolt overlijdt in 1990 en wordt opgevolgd door Stef Tuinstra en Harald
Vogel.
1991: Op 16 september
starten de restauratiewerkzaamheden.
Op 1 oktober wordt de intentieverklaring
tussen de Stichting en de kerkvoogdij van Anloo getekend waarin de verhouding
tussen beide partijen wordt geregeld. Ook wordt besloten dat een zelfstandig pedaal
wordt toegevoegd.
(31)
1993: Op 23 oktober wordt een
contract gesloten met Henk van Eeken voor de restauratie van het pijpwerk. (31)
1995: In de nacht van 11 op 12 april breekt er brand uit in
de werkplaats van Van Eeken in Leusden. Vierhonderd orgelpijpen verbranden. Ook de
pijpstokken, de klaviatuur en enig houtsnijwerk gaan verloren. (05)
(31)
De oude kas en de windladen, die nog in de kerk
stonden, blijven gespaard. Het orgel is op dat moment
echter al verregaand gedocumenteerd zodat de verloren delen kunnen worden
gereconstrueerd. Na lang onderhandelen met de
verzekeringsmaatschappij kan de restauratie worden voortgezet. Het
restauratieproject wordt ondersteund vanuit Zweden door het North German Organ Research Project van de universiteit van Göteborg.
De restauratie door Van
Eeken staat nauwkeurig beschreven in hoofdstuk 2 'De restauratie van het orgel
1990-2002' van het boek Opus Magnum en wordt hier verder niet beschreven. (31)
1997: Op 9 juni wordt er gestart met de opbouw van het orgel in
de kerk.
Op 9 november wordt het orgel voor de eerste keer in de eredienst
gebruikt. (31)
1999: Op 26 juni wordt
het orgel in gebruik genomen met een concert door Harald Vogel en Stef Tuinstra.
(31)
2000: Henk van Eeken schreef een
artikel De restauratie en reconstructie
van het radeker/Garrels-orgel in de Hervormde Magnuskerk te Anloo over de
restauratie en reconstructie. (36)
2002: Eindkeuring door Harald
Vogel op 15 maart. Een toelichting op het keuringsrapport is te vinden op de
pagina's 64-67 van het boek Opus Magnum. (31)
Dispositie van het Radeker-Garrelsorgel in de Magnuskerk van Anloo, maart 2002 (31)
o origineel, Johannes Radeker en Rudolph Garrels 1717-1719
r gereconstrueerd, Henk van Eeken 1991-2002
n nieuw, Henk van Eeken 2000 - 2002
Manuael (Manuaal I, C-c”’) | ||
Principael |
8’ |
C-fs’ o, overig r |
Quintadena |
16’ |
F-c” en d”-c’” o, overig r, metaal, gedekt met beweegbare hoeden |
Roerpijp |
8’ |
C-Fs o, overig r |
Octav |
4’ |
C-Fs o, overig r |
Spitspijp |
4’ |
C-F o, overig r |
Quint |
3’ |
r, conisch |
Super Octav |
2‘ |
r |
Sexquialter |
2 sterk |
r |
Mixtuir |
4-5-6 st. |
r |
Trompet |
8’ |
o, b° r |
Vox Humana |
8’ |
o, C r |
Borstpositiff (Manuaal II, C-c’”) | ||
Gedackt |
8’ |
C-Fs o, overig r, metaal, gedekt met beweegbare hoeden |
Floit |
4’ |
r, metaal, dicht gesoldeerd |
Octav |
2’ |
r |
Sijfloit |
lW |
r, cilindrisch open |
Scherp |
3 sterk |
r |
Dulciaen |
8’ |
r, in houten stevelblok, koppen hout, kelen C-a met metaalbeleg |
Pedael (C-d’) | ||
Bardon |
16’ |
n, metaal, gedekt met beweegbare hoeden, groot octaaf op vervoer-stok |
Octaaf |
8’ |
n |
Basuyn |
16’ |
n, stevels en koppen hout |
Cornet |
4’ |
n, stevels en koppen hout |
Nevenregisters:
Koppel Borstpositiff / Manuael Koppel Manuael / Pedael Tremulant
Speerventiel Manuael Speerventiel Borstpositiff Speerventiel Pedael
Winddruk: 66 mm waterkolom gemeten aan windkanaal.
Toonhoogte: a = 469 Hz bij 18° C.
Stemming: gemodificeerde middentoonstemming, naar Stade, St. Cosmae.
2015: Reportage 11 mei 2015
Orgeldag Noord -Nederland door RTV Drenthe:
http://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/94961/Trillende-kerkbanken-tijdens-de-orgeldag-Noord-Nederland
2018: Viering van het 300-jarig bestaan van het orgel
op 20 oktober 2018
Nederlands Dagblad 16-10-2018
Organisten:
1718-1754: D. J. Pothof De kerk profiteert van de in 1649 in het leven geroepen regeling, dat zodra een orgel speelvaardig in de kerk staat, de fungerende organist een salaris uit de landschapskas ontvangt van fl 60. Op 17 oktober 1718 wordt hiertoe dan ook besloten. (06) D.J. Pothof overleed op 16 juni 1754 .
1754-1803: Jannes Bruins. Deze organist is tevens schoolmeester en koster. In 1757 wordt hem een bedrag van fl 127-16-0 uitbetaald, maar het is niet bekend waarvoor hij dit bedrag ontving. Hij was getrouwd met Klaasje Roelofs (07).
1803-1831: Jan Roelof Bruins Hij is een zoon van de vorige organist. Hij
wordt geboren
te Anloo 24 oktober 1768 en overlijdt aldaar op 2 februari 1861. Hij is getrouwd met Jeichien
Jans Schuiling, geboren te Annen op 10 oktober 1772, dochter van Jan Schuiling en Francien
Geugjes en overleden te Anloo 2 april 1828. In 1830 verschijnt in de Drentsche Courant een
oproep voor de betrekking van schoolmeester, koster en organist op een salaris van totaal
f. 450,-, echter onder beding, dat als blijvend pensioen voor de aftredende functionaris
f. 100,- per jaar aan hem dient te worden afgedragen. Daar Jan Roelof Bruins pas in 1861
overlijdt profiteert hij nog ruim dertig jaar van deze bepaling! Zijn graf met daarop een
zerk is nog op het kerkhof te Anloo te zien (08).
Drentsche courant 07-09-1830, 14-09-1830, 05-02-1861
Nieuwe Drentsche
Volksalmanak 1930 46
1832-1848: Lambert Niemeijer. Hij wordt per 1 mei 1832 benoemd. Dit is af te
lezen uit
de betaling van het salaris, namelijk van 1 januari tot 30 april 1832 nog uitbetaling aan
J. R. Bruins f. 20,- en per 1 mei 1832 f. 40,- aan Niemeijer. Hij was onderwijzer en was
'een kreupel man' wat hem niet belette organist te zijn (09).
Drentsche
courant 12-03-1847, 16-03-1847
1848-1885: Jan Hendrik van Veen: Vanaf 2 november 1848 wordt hij als organist genoemd
hij is koster en onderwijzer (09).
Provinciale
Drentsche en Asser courant 03-07-1902
1885-1922: J. H. Veltmeijer: Hij is schoolmeester, koster, organist en voorlezer (09).
1922-1926: K. v.d. Werff: Volgens Het Orgel (1922-1923) is hij lid van de Nederlandse Organisten Vereniging (10).
1926-1927: L. P. Bol: In de vergadering van de kerkvoogdij 13 februari 1926 wordt hij uit een drietal: de heren L. v. d. Glas van Annerveenschekanaal, I. F. Westrup van Annen en L. P. Bol gekozen op een salaris van f. 200,- voor één jaar met de mogelijkheid tot verlenging. Hij is tevens schoolmeester en koster of is echtgenote Mevr. Bol-Eertmans de organiste? (11).
1927-1961: I. F. Westrup: Deze organist komt voor onder het drietal uit 1926. In deze periode wordt ook de heer Friese als organist genoemd (12).
1961-1969: A.H. Vlietstra: Deze organist, later arts te Nieuwe Pekela liet zich soms vervangen door Jan Welmers, de bekende componist en organist van de Grote kerk te Nijmegen, zoon van S. Welmers, organist van de Gereformeerde kerk te Zuidlaren (13).
1969-1971 Interim-periode: In deze periode was er geen vaste organist aangesteld.
1971-19?? Ben Kleefstra: Naast deze organist treden als zodanig sinds 1984 op: de heren Wim van der Laar en Harry Slot (14)
1984-heden: Wim van der Laar en Doewe Kraster.
Bronvermelding:
Boek: Hans Fidom (redactie), Het orgel een historisch document - Vier lezingen over historiserende orgelbouw, Stichting Groningen Orgelland, 2000