Anloo, Hervormde kerk

Informatie over de kerk.

Plaat uit de Nieuwe Drentsche Volksalmanak van 1888

Concerten
Artikel van Henk van Eeken


Foto: Dennis Wubs

1716-1723: In het archief van de Etstoel is een map bewaard met daarin een aantal documenten over de bouw van het orgel.
In 1716 werd de balkenzoldering vervangen door een houten tongewelf. Dit is af te leiden uit een opschrift gevonden bij de restauratie in 1936. Op balken uit het schip stond in gouden letters met blauw fond de volgende tekst: 'In t' jaar 1716 is dese solderingh tot een gewelf verheven, wanneer predikant en kerkvoogden waren U.D. de Vries, den ontvanger-generaal H. Jan Ellents ende Ette Barelt Homan'. (02)
Deze wijziging was nodig omdat men plannen had voor een orgel.
Het orgel werd geschonken door de rijke weduwe Anna Geertruyd Ellents, geboren Sichterman (1659-1727) en haar zonen Wolter Hendrik (1683-1724), Gerard Coenraad (1685-1737), Hendrik Jan (1690-1736) en Coenraad (1692-1761). (03)
De bouw werd opgedragen aan de orgelmakers Jan Radeker en Rudolf Garrels
Er werd een bestek en tekening gemaakt gedateerd op 5 maart 1717. (04)
 
De kosten werden volgens onderstaande akte verdeeld tussen de weduwe en haar zonen:
 - Anna Geertruid Ellents-Sichterman 476,-
 - Hendrik Jan Ellents 250,-
 - Wolter Hendrik en Roedolphina Anna Ellents-Lemker 250,-
 - Gerard Coenraad en Engelina Ellents-Jullens 250,-
 - Coenraad Ellents 250,-


Links: Akte met de verdeling van de kosten. Rechts de wapenschilden van de weduwe Ellents en haar 4 zonen. (Klik op de afbeelding voor een vergroting)




Akte van aanbesteding 5 maart 1717 (04)
Klik op de afbeelding voor een vergroting. Voor een transcriptie zie hieronder

Transcriptie:

Opstell van een Nieuw Orgel Soo tot Anloo sal werden gebouwt.

1. Nemen de Orgelmakers J. Radeker en R. Garls ande striktuir en het gesneden werk volgens dese afteikeninge te maken van goet eiken hout mits dat de Eede Heeren bestederen de solderinge en trappen tot haren lasten hebben te houden en de Orgelmakers de bekledinge van de trap sullen maken naer het fatsoen van de borst wering en het puisterhuis.

2. In 't manuael een geheel Nieuwe sleep wintlade met Registractuir en abstracktuir op welke lade navolgende stemmen te staen komen voeten

1. Principael 8 van claer Engels tin soo veele in het ge sighte te staen komen van groot C Cs etc. en soo voorts
2. Quintadena 16
3. Hol oft roerpijp 8
4. Octav 4
5. Spitspijp 4
6. Quint 3
7. Super Octav 2
8. Sexquialter 2 sterk
9. Mixtuir 4/5/6 sterk
10. Trompet 8
11. Vox humana 8

3. In 't Borstpositijf een geheel Nieuw sleep wintlade met Registractuir en abstractuir,alwaer navolgen de stemmen op te staen komen voeten

1. Gedact 8
2. floit 4
3. Octav 2
4. Sijfloit 1 1 2
5. Scherp 3 sterk
6. Dulciaen 8 voet

4. Tot werk behoren 4 puisters van 8 voet langh en 5 voet breet
5. Hijr toe behoren 2 hant clavieren van C Cs D Ds F Gs tot c''' in alles 49 Claves bveneffens een aenhenght pedael van C tot d' in alles 27 Claves
6. Tot jeder Clavier een speerventiel en een tremulant gemaeckt worden
7. Als mede dat de Orgelmakers het werk an't boort van 't schip moeten leveren en dan vervolgens ten laste van de Eedele Heren bestederen blijft om schip en wagenvraght te bekostigen
8. Als mede hebben de orgelmakers angenomen nae de leverantie van 't werk nogh drie jaren te onderhouden en de defecten daer an komende te restitueren
9. De Capitelen van de pilaren onder 't orgel met sneden werk te leveren als mede tusschen de beide pilaren an de borstweringe een geproportioneert loofwerk
10. Wanneer de orgelmakers hier toe alle materialen verschaffen als al het pijpwerk dat voor in 't gesighte koomt(namelijk C Cs D Ds etc. en soo vervolgens) van goet Engels tin, het ander pijpwerk van goet me tael,alle angehengen en veren van messingh en messigh draet, en vervolgens alles eerlijk verveerdigen wanneer door Lieden hijr van kennis hebbende is gevisiteert opgenomen en vervolgens geapprobeert mits dat de Eedele Heren bestederen sullen leveren het hout tot de pilaren onder de borstweringe en de balken onder het orgel mitsgaders de solderingh van 't orgel en geduirende het stemmen an de Orgelmakers een puistertreder werde verschaft en wil het als dan kosten de somma van etc.

Dit werk is bedongen en van de orgelmakers angenomen met de schilden al waer het loofwerk om zijn sal om de wapens op te staen voor de somma van Een Duisent vier hondert en vijftig Car. gld. Hijr van twie gelijkluidende gemaeckt en van werkanten getekent. Actum Zuidlaren den 5 Mart 1717.

(w.g.) A.G. Scichterman (w.g.) J. Raidker orgelmaker
weduwe Ellents Rudolph Garrels orgelmaker
voor mij en mijn sonen '.

Rekening van fl 15-4-0 uit 1716 van de slotenmaker.
Rekening uit 1717 voor fl 0-16-8 door Albert Coops voor de levering van materiaal
Rekening voor de periode 1716-1718 van fl 49-8-0. Afgerekend in 1719.
Rekening voor geleverde materialen in de periode augustus-oktober voor fl 46-9-8
Rekening voor geleverd materiaal en arbeid in 1716 en 1717
Rekening van Radeker over de periode 1717-1719 van fl 119-4-10
Rekening van fl 9-15-0 met posten van 18 mei 1717 en uit 1719. Omschrijving voorzijde: '... voor Jan Wolters? tot Anloo Ten last van de Orgelmakers'
Rekening van 1719 door Radeker en Garrels voor leveranties en werk van de smid Lucas Jan uit Anloo.
Rekening uit 1719 van Radeker en Garrels voor eten, drinken en slapen voor fl 15-14-0
Rekening uit augustus 1719 van fl 4-12-0 voor werkzaamheden aan het wapenbord.
Rekening voor tin en lood door Jans Hooft? voor fl 94-10-4. Op 11 december 1719 stuurt Rudolf Garrels de rekening voor tin en lood door.
Serie rekeningen genummerd 1 t/m 7 opgenomen in het orgeldossier.
Overzicht betalingen '1719 Mijn Soon de Ontvanger die landschriver? ... Ellens heeft ongeveer voor mij an de Orgelmaekers betaalt' fl 205-0-0. De andere posten op dit overzicht hebben betrekking op andere uitgaven. De post van fl 205-0-0 komt ook nog voor op een notitiebriefje.
Overzicht van de betalingen aan Radeker en Garrels 'Betalingen gedaan aan de Orgelmakers Radeker en de Rudolph Garrels .... strekkende tot mindering van 't geen haarlieden competeert voor het maken van het nieuwe orgel in de kerken van Anloo, welk werk ingevolge accoort van den 17 bedongen voor eene Somme van Een Duizent vier Hondert en Vijftig Gulden .. 1450-0-0'.
Door Engelbert van Zoonen geleverde materialen in 1716 en 1717.
Arbeid en materiaal 1716-1718
Document uit 1717 met ontvangsten en betalingen door de orgelmakers.
Uit 1717 is een document waar Garrels en Radeker tekenen voor de ontvangst van bedragen van fl 150,- fl 25,- en een niet te lezen bedrag. Ene Jan Peters tekent voor fl 50-1-0
Ontvangsten in 1717 van 45,-, 45,- en 50,-
Op 24 oktober 1717 tekent Radeker voor de ontvangst van fl 110,-
Van 1717 dateert een document met geleverde materialen. De eerste levering is op 11 mei 1717 en de laatste op 5 november?. Er wordt geleverd voor een bedrag van fl 247-14-0. Om onduidelijke redenen wordt er nog een bedrag van fl 33-4-0 in mindering gebracht.
Op 14 december 1717 levert E. van Zoonen materiaal voor de blaasbalgen van het orgel.
Uit 1718 dateert een document met een nog te ontcijferen tekst, getekend door Radeker.
Materialenijst van 1717 en 1718 voor een bedrag van fl 121-13-2. Betaald op 16 jul 1719.
Op 2 mei 1718 tekent Garrels voor de ontvangst van fl 100.

Het orgel wordt in gebruik genomen op 16 oktober 1718 (06).

Op 15 november 1718 tekenen Radeker en Garrels voor de ontvangst van fl 50.
Op 28 januari 1719 tekenen Garrels en Radeker voor de ontvangst van fl 35.
Van 9 februari dateert een rekening van de kistenmaker Hermannus Niemeijer van 12-10-6
Op 7 maart 1719 declareert houtsnijder Jan de Rijk aan Garrels fl 50 voor werkzaamheden.
Op 13 juni 1719 vragen Garrels en Radeker om betaling van de laatste termijn van fl 60,-
Op 30 september 1719 tekent Radeker voor de ontvangst van fl 20,-
Op een niet te lezen datum (11 november 1719?) tekent Radeker voor de ontvangst van het laatste bedrag van fl 65.
Kwitantie van Jan de Rijk voor H.J. Ellents; ondertekend op 22 oktober 1719 voor houtsnijwerk. (04)

Klik op de afbeelding voor een vergroting

Transcriptie:
'Jan de Rijk heeft ‘door Jannes Ratie en Rudolf Garles ordere eenighe cirade gemackt aan
het orgel tot Anloo voor de heren en mevrou Ellens en dat aan genoomen voor f 75 gl
Op de borstwering de wapenschilden voor de heren en vrouwen f 36-,,-
373 letters voor f 9-„-
2 ronde ‘Jonicase Captieelen’ ieder 4 gl f 8-„-

‘Dese bovenstaande somme is aan mij te danke voldaan door den Ontfanger Generael Hendrik Ian Ellents. Anloo den 22 oktober 1719.
Jan de Rijk’.

Op 14 november 1719 wordt het orgel gekeurd door de organist van de Martinikerk in Troningen en zijn zoon Gerardus Havingha, die toen organist was te Appingedam. (04)


Transcriptie:
'Door order van Haer Eedel Achtbaerheden/(Mevrouw A.G.Sichterman weduwe van de Eedele Hr. Ontfanger Generael C.Ellents de Hr.Lantschriver W.H.Ellents de Hr.Gedeputeerde G.Ellents de Hr. Ontfanger Generael H.I.Ellents de Hr.Schulte C.Ellents)geroepen zijnde om het nieuwe Orgel tot Anloo, soo door de orgelmakers J.Radeker en R.Garrels is gemaekt te visiteren en examineren, verklaren wij ondergeschreven mits desen,dat wintladen registractuir en abstractuir, puisters, pijpen, canalen alle angehengen en veeren van Messingh draet conform het bestek in alle stucken goet en dughtigh gemaekt zijn, soo dat wij het selve in een goeje oodre gevonden hebbende en nae onse beste geweten van stuk tot stuck nagesien,en in een goet accoort t'samen gestemt,dit de waerheit zijnde,hebben desen met onse eigene handen verteikent, gegeven tot Zuitlaren in den jare onses Heeren Een Duisent Seven Hondert en Negentien den 14 November 1719.
(w.g.) Pet organist in Groning
Gerh. Havingha organist in Appingadam 11-14-1719 '.

Zowel het bestek als het keuringsrapport worden te Zuidlaren getekend, vermoedelijk bij Wolter Hendrik Ellents die toen huize Laarwoud bewoonde. (08)

De schoolmeester van Anloo Evert Lans dient over de periode 1717-1719 een rekening in van 29-4-0 Op deze rekening komt een post voor van 0-12-0 met de omschrijving: 'En twee keer tot dienst van 't orgel'.
Aan organist Pothof wordt in 1721 fl 20 uitbetaald.
De poestertreder Roeles Harms krijgt in 1721 14-0-0 uitbetaald voor zijn werk. de afgelopen twee jaar. Op 29 november tekent hij voor ontvangst.
In 1724 krijgt Harms weer 7-0-0. In 1725 tekent hij voor ontvangst voor twee jaar poestertreden. (38)

1738: Reparatie door A. A. Hinsz voor f 230-0-0 (44)

1741: Drie posten voor het orgel:
- 'De orgelmaker Hinsz wegens extra ordinaris verdienst wegens de lekage van Puisters 36-0-'
- 'En wegens onderhoud van het orgel over de Jaren 1939 en 1740 de Zomma van 30-0-'
- 'Nogh voor het onderhoud van het Orgel an de orgelmaker Hinsz betaalt wegens het verschenene jaar 1741 de SSomma 15-0-' (44)

1743: '1743 de 19-januari volgens quitantie betaalt aan de Orgelmaker Antonie Hintz voor twee jaren onderhoud van het orgel verstemmen dan 11-Julij 1742: in 1743 30-0-' (44)

1745: '1745 14 maij volgens quitantie betaalt aan Mons. A. Hins Orgelmaker voor een Jaar onderhoud voor het Orgel te Anloo verschenen den 11-Julij 1744 15-0-' (44)

Bijna elk jaar komt de post van f 15-0- terug voor het stemmen van het orgel. Regelmatig wordt als datum 11 juli genoemd.
In 1754 krijgt f 60-0- in één keer uitbetaald voor de voorafgaande jaren.
Ook in 1761 krijgt hij in een keer uitbetaald voor 4 jaar stemmen.
In 1764 krijgt hij f 90-0- betaald. Waarschijnlijk zijn er toen reparaties verricht. Twee pagina's verder in het rekeningboek komt deze post nog ee keer voor. Is het een dubbele boeking?
In 1765 f 30-0- voor stemmingen op 11 juli in 1764 en 1765
Op 12 mei 1766 f 30-0- voor 'onderhout' aan het orgel.
1768 'Den 17 july 'An De orgelmaeker A. Hinsz voor onderhoud van t orgel volgens quitantie 30-0-'
In 1770 weer een uitbetaling voor twee jaar stemmen van f 30-0-. De stemmming vindt nog steeds plaats op 11 juli.
In 1772 weer een betaling voor twee jaar.
In 1774 voor twee jaar op 11 juli.
1774 'den 4 ....... guld an jacoop Ruiter voor 2 jaar poestertreden betaelt' (44)

1774: In Anloo vond op 4 december een bijeenkomst plaats ter gelegenheid van de invoering van de nieuwe psalmberijming van 1773. Ds. Henricus Hiller van Anloo sprak een rede uit. Deze psalmberijming werd in opdracht van de Staten-Generaal vervaardigd.

Bericht uit Boekzaal der geleerde waerelt januari 1775

Meteen daarna worden op 13 januari 1775 psalmboeken aangeschaft. (44)

In 1777 wordt Hinsz betaald voor drie jaren stemmen
In 1780 voor twee jaar stemmen.
In 1782 voor drie jaar stemmen.
In 1786 voor drie jaar stemmen.
In 1787 '3 aug Betaalt an Orgelmaker volgens Quitantie fl 15-0-0'
In 1788 een keer stemmen fl 15-0-0
In 1791 'Den 19 maart betaald aan F.C. Snitger orgelmaker voor een jaar onderhoud van het orgel geweest in het jaar 1786 15-0-0'


Ommelander courant 23-05-1794 (Klik op de afbeelding vor een vergroting)

Groninger Courant 27-05-1794 (Klik op de afbeelding voor een vergroting)

In 1794 '30 juni ‘Betaalt 3 st Port van een Brief van R. Knol Orgelmaker 0-3-0', ‘In Julij Betaalt negen st Port voor een Brief van R. Knol orgelmaker 0-9-0', 8 augustus: ‘Port Betaalt 11 st voor een Brief van R. Knol orgelmaker’ 0-11-0
In 1795 '3 augustus Betaalt Rudolf Knol orgelmaker voor het laagste schriven op het uit besteden van het orgel 2-16-0', '7 september Betaalt an Hindrik Hollander doe wij de Orgelmaker Betaalt hebben 1-14-0', '7 september Betaalt an de Orgelmaker volgens Quitantij No 33 280-0-0
In 1806 '20 september ‘An Nicolaas Anthonie Lohman Orgelmaker 122-13-6'
In 1814 '27 juni An Hindrik E(e)vers Hambeek betaalt voor een Jaar treden der blaasbalgen volgens kwitanti No. 15 8-0-0' Deze betalingen lopen door tot 1840.
In 1815 '20 juni Aan J.R.B. Bruins een Jaar organisten Tractement verschenen geweest den 1. January .. No. 2 60-0-0' Deze betalingen lopen door tot 1832 over de periode dat Bruins organist was.
In 1816 '25 juni Aan J.C. Scheuër orgelmaker te Koevorden volgens .. No. 1 40-0-0'
In 1816 '27 juli aan Hindrik Everts te Anloo voor Blaas Balke treden Kt No 8 8-7-0', 'Aan Gerryt Homborg voor vier dagen blaasbalken treden 2-16-0' (Waarschijnlijk heeft Gerrut Homborg geholpen bij de werkzaamheden van Scheuer)
In 1817 '30 juli ‘Betaalt an Hindrik Mulder te Anlo voor verschot an J.C. Scheuer orgelmaker te Koevorden wegens Jaairliks onderhoud van het orgel in de Kerk te Anloo fl 16,-'
In 1818 Stembeurt Scheuer voor fl 16,-. Ook in 1820, 1821. Assistentie door Hindrik Harms, Hindrik Schipper, Jan Roels Kors. (44)

In 1822 '4 juny Aan B.J. Freytag te Groningen voor het stemmen en repareren van het orgel No 7 15.00', '16 november: Aan de Wed. G. Schipper te Anloo voor het treden der blaasbalgen bij het stemmen van het orgel 0,80'. Deze post komt elk jaar tot 1828 weer terug.
In 1823 '14 jul Betaald aan B.J. Freijtag te Groningen voor gewoon onderhoud van het orgel en extra reparatie aan hetzelve .. No. 7 36,-'
In 1824 '3 september Betaald aan B.J. Freijtag te Groningen voor het kleuren .. No 15 34,-'
In 1826 '6 november Betaald aan K&J Wilkens te Veendam voor een slot aan de deur van de orgelzolder .. No. 18 1,60'
In 1827 '31 januari Betaald aan B.J. Freijtag voor twee nieuwe Klavieren op het Orgel in de kerk .. No. 29 43,-'
In 1829 '5 september Betaald aan H. E. Freijtag te Groningen het gewoon jaarlijks onderhoud orgel in de kerk te Anlo .. No. 19 15,25' (Herman Eberhard was de broer van Barthold Joachim die in 1829 overleed)
In 1831 '30 juli Betaald aan N.A. Lohman te Groningen voor het repareeren en stemmen van het Orgel’ 43,20'
In 1831 '8 september Betaald aan R.E. Mulder te Anloo voor wagenvragten tot het afhalen en terugbrengen van den Schoolopziener bij gelegenheid van het vergelijkende examen der Sollicitanten naar de vacante Kosters-plaats te Anloo 2,25'
oktober Betaald aan de orgeltrappers Hambeek fl. 8,- salaris en aan D.. fl 4,-voor assistentie bij reparatie en stemmen. Deze Hambeeks gaven dit beroep over van vader op zoon tot 1877.
In 1832 '10 april Betaald aan J.H. Bruins te Anloo, wegens tractement als Organist van 1e January tot 30 April 1831 No. 25 fl 20,-', '10 ditto Betaald aan L. Niemeijer Anloo dezelfde tractement als Organist van 1 april tot 31 december No. 26 40,-'
In 1833 '1 juni Betaald aan H. Groenewoud te Groningen wegens het repareeren en stemmen van het Orgel 25,25'
Van 1834-1845 jaarlijks onderhoud van het orgel door H. Groenewold uit Groningen in 1834 fl. 15,25
In 1838 '26 juli G. Boddens voor het verlakken van het orgel volgens kwitantie No. 5 11,-'
In 1839/1840 '30 december Aan G. Smit? vertering? bij het verhuren van de orgelzolder 2,07 1/2', '2 januari aan L. Nijmeyer des zelfs traktement als organist f 60 en brood bij het avondmaal f 9,60 te .... f 69,60'
In 1841 '29 juli Betaald aan de wed. H.E. Hambeek een jaar voor het orgeltrappen 9,20'
In de periode tussen 1842 en 1850 wordt de naam van de orgelmaker meestal niet genoemd. Kosten zijn f 12,- In 1845 wordt Groenewold genoemd.
In 1848 '4 januari Aan J.H. van Veen en L. Nijmeijer voor het orgel bespeelen, als organist 60,-'
In 1848 'J.H. van Veen als organist 60,-'
In 1848 'betaalt voor het herstellen van het orgel aan G. Loman 65,-' (45)

ca. 1850: Het orgel wordt vermeld in de Orgelbeschrijvingen van Broekhuyzen:
'A 105. Anlo, Provintie Drenthe
Het orgel in de hervomde gemeente aldaar, is in 1728 gemaakt door Frans Casper Schnitger, beroemd orgelmaker. In 1816 is het zelve gerepareerd door N.A. Lohman, orgelmaker te Groningen. Het heeft 16 stemmen, twee handclavieren, aangehangen pedaal en vier blaasbalgen.

Manuaal   Borstwerk  
Prestant 8 vt Gedakt 8 vt
Holpijp 8 vt Fluit 4 vt
Octaaf 4 vt Octaaf 2'
Spitsfluit 4 vt Quint 1 1/2 vt
Quintadena 16 vt Sexqualter 2 st
Quint 3 vt Voxhuma 8 vt
Octaaf 2 vt    
Mixtuur 4-5 st    
Cornet 4 st    
Trompet 8 vt    
afsluiting, koppeling, tremulant, ventil' (14)

Broekhuyzen schrijft het orgel toe aan F.C. Schnitger en de reparatie van N.A. Lohmanin zou in 1816 zijn uitgevoerd. Zijn bron maakt hier twee fouten: de bouwers waren Radeker en R. Garrels en het jaartal voor de reparatie is niet 1816 maar 1806.
De vergelijking van de dispositie in Broekhuyzen met de bestek-dispositie uit 1716 laten zien dat er op het Hoofdwerk een Cornet 4 sterk is bijgekomen en dat de Mixtuur nu is gewijzigd van 4-5-6 sterk naar 4-5 sterk.
De Sexquialter en de Vox Humana zijn verplaatst naar het Borstwerk, terwijl de Scherp 3 sterk en de Dulciaan zijn verdwenen.

In 1851 '7 Aan G.W. Lohman als orgelmaker 12,00 en 8,00 Aan J.A. van Veen als organist 60,00'
In 1852 'No. 27 Aan G.W. Lohman als orgelmaker 12,00 en No. 28 aan G.W. Lohman voor het maken der blaasbalg van het orgel 15,00'
In 1854 '8 orgelmaker voor het stemmen van het orgel 12.. en 10 J. Hambeek voor buitengewone dienst van het orgel 1,80' In 1855 wordt Lohman genoemd voor f 12,00
In 1856 '38 aan den heer Lohman te Groningen voor het stemmen van het orgel 12,00'
In 1856 '28 maart 3 aan de heer Lohman te Assen voor het maken van een akte 7,10'
In 1858 'Maart 21 Aan J. Schaaffelt orgelmaker 12,00' (kecht van Lohman)
In 1860 'Aug 10 aan N.A. Lohman voor orgelmaken 24.00' 1863 idem (45)

In 1862: 'Augustus 20 Betaald aan Loman orgelmaker No. 10 12,00' Idem voor de periode 1863-1867
In 1871 '6 januari ‘Betaald aan J.H. van Veen voor briefje na orgelmaker’ 0,10 (N.A.G. Lohman in Assen was failliet gegaan n vertrokken naar Zuthen en daar in 1871 gestorven)
In 1871 '27 mei Aan J.H. Nenwsticht orgelmaker’ 50,-
In 1875 'Oktober 1 Aan J Doornbos voor het repareren en stemmen van het orgel volgens 12 16,-', 'Aan J. Hambeek voor de bediening bij t Org 13 2, 25'
Dit onderhoud van J. Doornbos loopt door tot 1915 voor f 12,- (46)

1876: Schets van het orgel door de schilder Johannes Bosboom (1817-1891)

Afbeelding uit Groninger kerken september 2021 - Collectie Rijksmuseum (RO-T-1996-116)
Klik op de afbeelding voor een vergroting


In 1878 'April 18 A J Doornbos voor het stemmen Orgel No. 7 12,-', 'Mei 5 Aan J Akkerstaf? voor het orgel trappen ... 10,-', 'den 1 Mei 1877 tot Mei 78 dito orgelt bij stemmen 1,50'
In 1885 '16 april Aan Gratema de Advertentie betaald voor het oproepen van een Koster en Organist 5,20', '31 mei Aan J.H. van Veen aftredend koster en organist te Anloo het Traktement van den 1 Jan 1885 tot den 1 Juny 1885 --- Volg kwitantie No. 11 25' (46)

Provinciale Drentsche en Asser courant 28-02-1885, 05-03-1885, 10-03-1885,


Provinciale Drentsche en Asser courant 07-04-1885

In 1886 '21 Febr 1886 Betaald aan J.H. Veltmeijer het traktement als Koster en organist te Anloo van den 1885 1 Juny tot den 1 January 1886 Vijfendertig gulden benevens Zes Gulden vijentwintig voor vergoeding van de Roggepacht van den 1 juny 1885 tot den 1 Novemebr 1885 tezamenlijk volg Kwit No. 30 41,25' (46)
Op 15 april 1886 een Akte van benoeming door het Provinciaal College van Toezicht op de Hervomde kerk van J.H. Veltmeijer tot koster en organist naast zijn functie als hoofd der school te Anloo. (42)

1887: Het orgel wordt genoemd in de Nieuwe Drenthsche Volksalmanak 1887 in een artikel 'De kerk te Anloo' door Mr. W.L. van den Biesheuvel Schiffer

Nieuwe Drentsche Volksalmanak 1887 blz. 41

Ook in de Nieuwe Drentsche Volksalmanak van 1889 worden de wapenborden beschreven in een artikel door J.M. van Kuyk 'Grafschriften, wapens enz. voorkomende in eenige kerken van Drenthe'.


In 1893 'februari Betaald aan Doornbos voor het herstellen en stemmen van het orgel volg. kwit no. 21 25,00', 'Betaald door reiskosten 1,30'
In 1898 '14 februari Aan v/d Glas orgelverven, glas enz. 41,20'
In 1899 wordt het traktement van de organist verhoogd van f 60,- naar f 75,-
In 1901 '15 augustus Voor orgelstemmen enz. aan de Clercq 12,50' (46)


1906: In de kerkvoogdijvergadering van 8 april komt een voorstel van orgelmaker Jan Doornbos aan de orde voor een herstelling, begroot op f 400,-. Men besluit deze werkzaamheden te laten uitvoeren. De kosten mogen niet worden overschreden. Er zal niet voor worden gecollecteerd.
Op 28 september wordt vermeld dat de werkzaamheden aan Doornbos zijn gegund. Er wordt 2 jaar garantie gegeven. (41)
Brief van het classicaal bestuur te Assen over een polis voor de verzekering van het kerkgebouw voor f 11.500,- en een polis voor de verzekering van orgel en inventaris voor f 3.000,-. (42)


Nieuwsblad van het Noorden 25-08-1906


Provinciale Drentsche en Asser courant 11-01-1909 ( deel uit het 6e deel van de artikel over 'Oostermoersche herinneringen en beschouwingen')
Het aantal aanwezige orgels in 1792 wordt correct vermeld.

In 1906 '20 augustus Aan den Orgelmaker van Herstellingen 200,-', 'Aan den Orgelmaker voor Vervoer 6,-' In de periode daarna regelmatig stemming door Doornbos, 'Dorenbos', 'Doornbosch' voor doorgaans f 12,50, vanaf 1918 voor f 17,50.
In 1907 'Jan. 26 Aan B. van Bergen terugbetaald de f 200,- voor 't orgel geleend met rente 212,00'
In 1917 '31 december H. Frankena voor ’t orgelspelen 10,-' (46)

1922-1940: In het kasboek van 1922-1940 (43) vinden we betalingen aan organisten, orgeltrappers en orgelmakers.
Orgelstemmingen door Doornbos 1922, Vegter in 1924, Thijs in 1931, P. van Dam vanaf 1933 tot 1940. De bedragen zijn meestal rond de f 15,- In 1939 door Steenhuis.
Herstellingen door Jan Doornbos in 1921 voor f 300,-, Meek in 1928 voor f 10,-, Thijs in 1928 voor f 24,-
Muziekboek van Meek voor f 3,55
Organisten Van der Werff, Westrup en Bol voor een salaris van f 150,- per jaar.
In 1940 wordt orgeltrapper Matthijssen genoemd. Hij is tevens koster en ontvangt f 100,-

1922: In de kerkvoogdijvergadering van 11 april komt het vertrek van organist Veltmeijer aan de orde. Er zal met de gemeente worden overlegd omtrent zijn opvolging.
In de vergadering van 27 mei is Veltmeijer in de vergadering aanwezig en wordt hij bedankt voor zijn taak als organist en koster. (41)
In 1922 komt A. Doornbos een standaard-reparatie doen. Van 1923 tot 1926 voert de orgelmaker H. Vegter te Usquert het onderhoud uit (16).

Provinciale Drentsche en Asser courant 04-04-1922

1926: In de kerkvoogdijvergadering van 13 februari komt het vertrek van organist van der Werff aan de orde. Voor zijn opvolging zijn er de volgende kandidaten: L.P. Bol uit Annerveen (schoolhoofd in Anloo), Westrup uit Annen en Van der Glas uit Annerveenschekanaal. Met algemene stemmen wordt dhr. Bol benoemd. Tot het moment dat hij capabel genoeg is dient hij echter voor een vervangend organist te zorgen. Het traktement is f 200,- per jaar. Hij wordt voor een jaar benoemd. (41)


Provinciale Drentsche en Asser courant 19-02-1926

1927: Blijkbaar lukt het dhr. Bol niet om het gewenste niveau te bereiken en wordt dhr. Westrup benoemd als organist.


Provinciale Drentsche en Asser courant 10-05-1927


Foto uit Drents Archief

Van 1936 tot 1944 wordt de kerk in delen gerestaureerd. Eerst het koor en daarna schip en toren.


(54) Tekening uit 1931. Klik op de afbeelding voor een vergroting


Provinciale Drentsche en Asser courant 26-10-1936

1936: Op 10 oktober schrijft orgeladviseur J.M. Luijten op verzoek van de kerkvoogdij een rapport over het orgel. Hij heeft het orgel bezocht op 29 september. (39)
Hij stelt de volgende werkzaamheden voor:
 - Alle onderdelen reinigen inclusief pijpwerk in- en uitwendig.
 - Verlagen van de stemming door pijpen te verplaatsen en/of te verlengen. Het orgel staat nu 1 toon te hoog. Stemkrullen aanbrengen om makkelijke te kunnen stemmen. Pijpwerk nu erg beschadigd.
 - Windladen zijn zeer lek. Deze restaureren en pulpeten vervangen door koperplaten met leer.
 - Koperdraad is in slechte toestand. Dit vervangen door phosphorbronsdraad
 - Winkelhaken en walsarmen vervangen door nieuwe met bevoerde ogen
 - Speling in speel- en registertractuur weghalen. Registers zo mogelijk dichter bij de klaviatuur plaatsen. Registers zitten nu te ver weg.
Bovenstaande werkzaamheden zijn beslist nodig. De kosten daarvan schat hij op f 1.600,- Daarnaast zou nog het volgende kunnen gebeuren:
 - Trompet en Vox Humana zijn oud en zeer slecht. Deze vervangen door nieuw pijpwerk. Kosten geschat op f 500,-
 - Aanbrengen van een windmotor, waardoor een meer stabiele wind ontstaat
 - De klank van het orgel is zeer scherp. Dit kan door herintonatie worden verbeterd, maar het is ook aan te raden een Bourdon 16' toe te voegen en deze via transmissie op het pedaal bespeelbaar te maken. Het pedaalklavier vervangen en koppelen aan het eerste manuaal. Kosten worden geschat op f 500,-
 - Er zijn een aantal registers verdwenen. Deze zouden moeten worden herplaatst, maar daar is eerst onderzoek voor nodig.
 - De orgelkas is in slechte staat en dient te worden hersteld. De verf dient te worden verwijderd. De folie van de grote frontpijpen verwijderen en de kleine frontpijpen vervangen. Dat is eenvoudiger dan herstel. Daarna het front met aluminium zijdeglans bespuiten.
Luijten schat een gehele restauratie op f 4.000,- Hij is graag bereid de restauratie te begeleiden en er voor te zorgen dat de posten apart worden ingeschat zodat er beslist kan worden wat wel en niet wordt uitgevoerd.
Op 26 oktober schrijft Luijten aan predikant Beek. Hij kan zich indenken dat men is geschrokken van de kosten. Het orgel kan het beste worden gerestaureerd na het gereedkomen van de kerkrestauratie. Als dit te lang duurt zou eerst het orgel gerestaureerd kunnen worden. Bij de kerkrestauratie diient het orgel goed te worden afgedekt. (39)

1937: Op 23 juni schrijft het College van Toezicht dat bij het bezoek van een fotograaf om het kopstuk van het herengestoelte te fotograferen bleek dat het interieur van de kerk in een zeer slechte staat verkeerde. Er waren zelfs plannen om het gestoelte te verkopen. Dit is cultureel erfgoed en dient in goede staat te worden gehouden. (42)


In het boek 'Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Drenthe' uit 1937 staat bovenstaande toelichting op de wapenschilden op de balustrade voor het orgel

1938: In november schrijft de Vereniging van kerkvoogdijen in de Nederlands Hervormde Kerk afdeling Drenthe dat orgeladviseur K.M. Luyten op donderdag 19 januari het orgel zal bezoeken. Verzocht wordt het volgende te regelen:
 - Inzage in de brandverzekering
 - Kerk open op het afgesproken tijdstip
 - Orgeltrapper aanwezig als er geen windmachine aanwezig is
 - Overzicht welke werkzaamheden er de laatst tien à twintig jaar voor onderhoud is gepleegd en inzage in de desbetreffende documenten
 - Hoe vaak wordt er gestemd, hoeveel uur werd daaraan besteed en wat waren de kosten? (39)

1939: Op 22 april komt Luyten met een tweede rapport. De inhoud van dit rapport komt grotendeels overeen met het eerste rapport. De noodzakelijke werkzaamheden schat hij in op circa f 1.500,- en hij noemt een stelpost voor het herstellen van de orgelkas van f 500,- De nieuwwaarde wordt geschat op f 6.500,-. De huidige waarde op f 3.000,- Stemmen gebeurd door Bliek voor de firma Van Dam uit Leeuwarden. Stemmen 1x per jaar voor f 15,-. Aantal uren ingeschat op 10-12. (39)
Genoteerde dispositie:
Hoofdwerk Borstwerk Pedaal
Prestant 8' Holpijp 8' aangehangen
Roerfluit 8' Fluit 4'
Quintadeen 8' Octaaf 2'
Octaaf 4' Spitsfluit 1 1/3'
Spitsfluit 4' Vox Humana 8'
Quint 3'
Octaaf 2'
Trompet 8'
Manuaal koppel bovenklavier naar achter schuiven
Afsluiter I
Afsluiter II
Ventiel
Manuaal C-c3
Pedaal C-d1

193x: Organist Johan van Meurs noteert de dispositie.

Bladzijde uit de dispositieverzameling van Van Meurs.
Klik op de afbeelding voor een vergroting


In het boek van Jaap Brouwer Johan van Meurs - een studie over een pionierend orgeladviseur wordt het volgende gezegd over het orgel in Anloo: (40)
'In 1936 werd een begin gemaakt met de restauratie van het kerkgebouw en werden ook plannen gemaakt om het orgel hierin mee te nemen.
Op 30 december van dat jaar vroeg de toenmalige voorganger Martinus A. Beek aan Van Meurs om advies. Van Meurs bezocht het Anlooër orgel en pleitte in zijn brief van 12 januari 1937 voor een reconstructie van de oorspronkelijke toestand.
De tegenwoordige dispositie wijkt af van de oorspronkelijke samenstelling, er is wel wat uit genomen Er is veel oorspronkelijks gebleven, doch alles functioneert niet correct meer.
Het zou m.i. wel de moeite waard zijn, het zoveel mogelijk in oorspronkelijke staat terug te brengen’. [...] ’Mocht u tot orgelrestauratie overgaan, dan ben ik zo vrij mij als deskundig orgeladviseur bij uw gemeente beleefd aan te bevelen, tevens verzekerende dat ook aan dit historisch instrument bizondere aandacht zal worden besteed.
Uit de brief blijkt ook dat hij het orgel van Anloo aan Schnitger toeschreef en het eigenlijk als een verkleinde vorm van het orgel uit de Der Aa-kerk zag.
Tevens illustreert het zijn grote kennis van het werk van Arp Schnitger, zowel van dat in Nederland als dat in Duitsland.
Het orgel van Anloo was weliswaar incompleet, maar in een veel oorspronkelijker toestand dan dat van de Der Aa-kerk. Vanuit die optiek gezien opereerde hij met zijn reconstructieplan in de zin van de Orgelbewegung.
Om onbekende redenen wilden de verantwoordelijken niet met Van Meurs in zee gaan, want de hierboven aangehaalde brief is de enige in het kerkarchief.
Later probeert ook Kardinus Luijten zich aan dit project te verbinden, vermoedelijk in zijn hoedanigheid van adviseur van de Vereniging van kerkvoogdijen in de Nederlandse Hervormde Kerk, afdeling Drenthe.
Zijn plannen waren naar hedendaags inzicht vrij ingrijpend. In 1940, toen er weer beweging in de orgelplannen kwam, schreef Luijten een brief naar de kerkvoogden van Anloo waarin hij zichzelf opnieuw als deskundige aanprees en er tevens op attendeerde dat de kerkvoogden in Zuidlaren ongunstige ervaringen hadden opgedaan met een zogenaamd deskundige (Van Meurs [sic]). Ook van Luijtens diensten werd geen gebruik gemaakt.
Toch bleef Van Meurs met betrekking tot het orgel van Anloo de vinger aan de pols houden en noemde hij het instrument in zijn contacten met orgelmakers.
Hendrik Wicher Flentrop eindigde in 1938 zijn brief over het orgel van Beilen: ‘In Anlo ben ik niet geweest, het was zulk slecht weer dat ik er niet veel voor voelde daar aan de scharrel te gaan. Dat komt een volgende keer’.
Predikant Pieter Cornelis Wieringa uit Anloo schreef hem op 26 september 1939: ‘De restauratie is nog niet begonnen. Ik heb goede reden aan te nemen, dat ze wordt opgeschort tot betere tijden, met het orgel dito’.
Van Meurs bewaarde zorgvuldig een krantenknipsel van 10 november 1940, waarin de kerkrestauratie werd aangekondigd.
Op 21 maart 1941 schreef Wieringa hem: ‘Ja, de restauratie van de kerk is begonnen. Het orgel wordt voorlopig niet gerestaureerd, maar ingepakt volgens voorschrift van Monumentenzorg’.
Anloo liet ook Arie Bouman niet los. Hij schreef Van Meurs op 29 augustus 1942: ‘Kunt u in Garmerwolde en Anlo niet bevorderen dat men den NK&O-Raad om advies vraagt? Wij bieden nl. niet ongevraagd onze diensten aan, daar wij niet op winstbejag uit zijn’.
Pas in maart 1944 werd de restauratie van het ‘totaal verwaarloosde orgel’ daadwerkelijk opgepakt. De NKO adviseerde bij dit project.
In de dispositiecahiers is een programma gevoegd van de heringebruikneming door Aart Smink op 24 oktober 1948. Of Van Meurs dit concert heeft bijgewoond, dan wel later een programma heeft gekregen, is niet bekend.
Wel heeft hij het orgel vlak voor de oplevering samen met zijn oudste zoon bezocht'.

1940: Op 5 maart komt in de kerkvoogdij de restauratie van toren en schip aan de orde. Het orgel wordt nog niet gerestaureerd, maar zal worden ingepakt. Op 5 september schrijft Luijten dat het orgel vanwege de restauratie van de kerk gedemonteerd moet worden. Dit is een goede gelegenheid om ook het orgel te restaureren. Hij biedt zich aan om de restauratie in goede banen te leiden. Zonder goede adviseur kan het goed mis gaan. Hij wijst daarbij naar de restauratie van het orgel in de hervormde kerk van Zuidlaren. (39)
Bij de restauratie van het schip in de jaren '40 werd een tekening gemaakt van de orgelsituatie. Er werd nagedacht over het wijzigen van de orgelkas en deze lager te plaatsen. (50)

Tekening d.d. 26-3-1940

1941: Op 23 mei biedt Flentrop zijn diensten aan voor de restauratie van het 'Schnitger'-orgel. (39)
Op 21 februari vraagt Johannes Legêne of het mogelijk is een concert op het 'Schnitger'-orgel te geven ten bate van het restauratiefonds. (50)

Kasboek 1941-1954 (47)
1941 6 februari H.P. Steenhuis reparatie harmonium f 3,50 (Tijdens de restauratie van de kerk in de periode 1936-1944 werd een harmonium gebruikt. Mogelijk kon tijdens de restauratie van het koor het orgel nog wel worden gebruikt)
1941 22 juli J.F. Westrup organist 1e helft f 75,-
1941 18 oktober Joh. Meek reparatie orgel f 5,-
1941 31 december traktement orgeltrapper f 25,-
1941 31 december J.F. Westrup organist 2e half jaar f 75,-
1944 20 juli H.P. Steenhuis (orgel) f 5,-
Na de de oorlog wordt het salaris van organist Westrup verhoogt naar f 200,- per jaar. De orgeltrapper krijgt f 50,- per jaar. Vanaf 1952 wordt de orgeltrapper niet meer genoemd, omdat er een windmotor is geïnstalleerd.
1948 6 oktober Het orgel is voor f 50.000,- verzekerd via De Jong en Co. De premie is f 18,85

1943: Op 16 december komt in de kerkvoogdijvergadering de restauratie van het orgel aan bod. De restauratie zal een bedrag vergen van ca. f 3.500,-. Een aanvraag voor het houden van inzameling is onderweg, maar er is nog geen antwoord. De restauratie van het orgel zou direct na het gereedkomen van de kerkrestauratie moeten plaatsvinden. (51)

1944:
Van 1944 tot 1948 vindt een restauratie plaats onder toezicht van de Nederlandse Klokken- en Orgelraad (NKO) met als adviseur Mr. A. Bouman. Op 15 maart 1944 wordt er een overeenkomst gesloten met de Groningse orgelmaker Mense Ruiter.

Op beide werken waren plaatsen onbezet: op het Hoofdwerk waren de Mixtuur 4-5 sterk en de Cornet 4 sterk verdwenen en op het Borstwerk de Sesquialter 2 sterk. Voor Sifflet 1 1/3 ' moet gelezen worden Quint(fluit) 1 1/2'. Wie verantwoordelijk was voor het verwijderen van deze stemmen is niet bekend. Dit moet echter na 1850 plaats hebben gevonden en dan komt de orgelmaker Jan Doornbos het meest in aanmerking (17). Mense Ruiter constateert nog een aantal gebreken aan het orgel. Zo zijn een aantal pijpen van de Quintadena 8' ingezakt. De kast vertoont een knik naar voren op de overgang van de onder- naar de bovenkast. De borstwerklade is een chromatische lade, die misschien niet uit de bouwtijd is, aldus Mense Ruiter. Het pijpwerk van deze lade is moeilijk bereikbaar vanwege de registerwellen van het Hoofdwerk. In het rapport worden 18 verbeterpunten opgesomd.
De voornaamste punten waren:

  1. uitbreiding van de manualen tot f3.
  2. ombouw van de registratuur.
  3. nieuwe windkanalen.
  4. herstel van de Sifflet (of Quintfluit 1 1/2') met bijmaken van de kleinste pijpjes; herstel van de Quintadeen 16' met het hergieten van de grootste pijpen.
  5. verplaatsing van de Trompet 8' om plaats te maken voor de nieuwe Mixtuur 4-5 sterk.
  6. intonatie in barokkarakter.
  7. de winddruk zal worden gebracht op 70 mm waterdruk (18).

Het contract met Mense Ruiter dateert van 15 maart 1944 en luidt als volgt:

Overeenkomst betreffende de restauratie van het orgel in de Hervormde kerk te Anloo.
Op heden den vijftienden Maart 1900 vier en veertig zijn de Kerkvoogdij der Ned. Hervormde Gemeente te Anloo, in deze overeenkomst aangeduid met 'de aanbesteder', contractant ter eene zijde en Mense Ruiter, orgelbouwer, gevestigd te Groningen aan de Bankastraat nr.9a, in deze overeenkomst aangeduid met 'de aannemer', contractant ter andere zijde, overeengekomen als volgt:
Art.1. De aanbesteder heeft aanbesteed aan den aannemer, gelijk de aannemer verklaart van den aanbesteder te hebben aangenomen, het restaureeren en geheel voltooid en speelklaar opleveren van het orgel met 14 stemmen in het kerkgebouw van den aanbesteder, te weten in de Hervormde kerk te Anloo.
Art.2. Dit orgel zal worden gerestaureerd geheel overeenkomstig onderstaande voorschriften en voor de eindkeuring geheel voltooid worden opgeleverd op vrijdag 16 Februari 1900 vijf en veertig. Voor de goede uitvoering der werkzaamheden zal de aannemer ontvangen een bedrag van f.3300,-(zegge drie duizend drie honderd gulden),na schriftelijke goedkeuring door den Nederlandschen Klokken- en Orgelraad, gevestigd te Amsterdam aan de Reguliersgracht 114, die met de Directie van het werk is belast.
Art.3. De restauratiewerkzaamheden zijn de volgende:
a. algeheele demontage, schoonmaak, herstel en waar noodig vernieuwing van onbruikbare onderdeelen in dezelfde materialen, montage en speelklare afstelling.
b. deugdelijk wegnemen van door- en bijspraak uit de windladen, door demontage, vlakschaven, waar noodig vernieuwen van gescheurde sponsels, hard leer en pulpeetdraden, potlooden der sleepen, montage en zuivere afregeling.
c. bijmaken in dezelfde materialen van nieuwe sleeplaadjes voor cis3 t/m f3.
d. uitbreiden van de manualen en bijbehoorende mechaniek in dezelfde materialen en vorm tot f3(54 toetsen),inclusief herstellen van de bestaande manuaaltoetsen met hun beleg.
e. omwerken van het pedaal tot een indeeling van 99,6, inclusief het wijzigen van het welbord in verband hiermede, en het vernieuwen van kromgetrokken wellen.
f. wegnemen van rammelen of kloppen van de toetsen en het mechaniek, door het aanbrengen van nieuwe stiften en opnieuw invoeren van de draaipunten en het bevilten der toetsen. Zwak geworden draadwerk wordt vernieuwd met roodkoper. De toetsaanslag zal zoo licht mogelijk zijn en de diepgang der manuaaltoetsen ongeveer 10 mm.
g. ombouwen van de registratuur, zoodat de registerknoppen ongeveer 20 cm. dichter bij de manualen komen. Onder de knoppen worden langwerpige zwartgelakte houten plankjes aangebracht, waarop in vergulde barokletters de volgende registernamen worden geschilderd (het schilderen buiten de aanneemsom): Quintadena 16', Praestant 8', Roerfluit 8', Octaav 4', Spitsfluyt 4', Nassat 3', Super-octaav 2', Mixtuur 4 à 5 sterk, Trompet 8', Holpijp 8', Gedaktfluyt 4', Octaav 2', Quintfluyt 1 1/2', Vox humana 8', Coppeling. Een nieuwe eikenhouten manuaalkoppel wordt aangebracht.
h. aanleggen van grenenhouten windkanalen (inwendig met lijmverf, uitwendig met lak bestreken) tusschen balg en windladen waarin de bochten verkropt zullen zijn. De winddruk wordt op 70 mm. waterdruk afgesteld.
i. schoonmaken en keurig in de oorspronkelijke vorm herstellen van het pijpwerk, waarbij te hooge opsneden zullen worden verlaagd.
j. de bestaande frontpijpen worden van de aluminiumverflaag ontdaan, opnieuw gepolijst en met matte zaponlak gelakt.
k. De grootste 5 of 6 pijpen der Quintadena 16' worden versmolten en onder bijvoeging van orgelmetaal van voldoende wanddikte in dezelfde mensuren hermaakt en op een nieuwe pneumatische lade terzijde in de orgelkast geplaatst. Indien geen orgelmetaal hiervoor beschikbaar wordt gesteld, worden deze pijpen hermaakt van zwaar glanzend gelakt zink, in welk geval de aanneemsom met f.50,-(zegge vijftig gulden) zal worden verminderd. De opsneden van dit register worden verlaagd.
l. De opsneden der Gedaktfluyt 4' worden verlaagd en nieuwe metaalhoeden aangebracht, die met stevig papier op de corpora worden bevestigd.
m. De hoogste pijpen der Quintfluyt 1 1/2', die te wijd van mensuur zijn, worden door nieuwe engere in aansluitende mensuren vervangen.
n. De stevels der Trompet 8' en Vox humana 8' worden met Xylamon tegen houtworm geprepareerd.
o. De Trompet 8' wordt vooraan op de lade geplaatst, en op de vrij gekomen plaats komt een nieuwe Mixtuur 4-5 sterk van 33% tin, met breede steminsnijdingen tot aan de 1/4 voet, van de samenstelling:
C : 1 1/3 1 2/3 1/2
c : 2 1 1/3 1 2/3
c1: 4 2 2/3 2 1 1/3 1
c2: 5 1/3 4 2 2/3 2 1 1/3

en van de mensuren:
C c c1 c2 c3
Æ 32,1 26,5 25,5 19,8 11,4
lbr. 28,6 23,1 22 17,3 10
Æ 24 18,6 19,1 14,6 8,5
lbr. 20,9 16,3 17 12,8 7,4
Æ 18 13,9 15,4 11,1 6,4
lbr. 16 12,1 13,4 9,7 5,6
Æ 13,4 10,4 10,7 8,9 5,2
lbr. 11,7 9,3 9,5 8 4,7
Æ 8 6,2 3,7
lbr. 7,1 5,5 3,3

p. Voor elke stem worden in aansluitende mensuren en gelijke constructie vijf pijpen bijgemaakt voor cis3, d3, dis3, e3, f3.
q. De intonatie van het pijpwerk geschiedt in het Barokkarakter en zal draagkracht aan duidelijkheid paren. Voor afzonderlijke stemmen wordt deze als volgt:
Quintadeen 16' vooral in de bas vrij volle Quintadena, met snuivende quintboventoon.
Praestant 8' vrij volle, verzadigde, zangerige, doch nergens fluitachtige Praestant 8'.
Roerfluit 8' vrij volle en heldere, weeke Roerfluit.
Octaav 4' als Praestant 8', doch iets strijkender.
Spitsfluit 4' vrij volle en zangerige Baarpijp.
Nassat 3' weeke, goed versmeltende Gemshoornquint.
Superoctaav 2' als Octaav 4', doch iets strijkender.
Trompet 8' vrij volle, doch steeds heldere en snaterende Trompet.
Holpijp 8' weeke, doch heldere Gedekt.
Gedaktfluyt 4' ronder dan Holpijp 8'.
Octaav 2' als Praestant 8'.
Quintfluyt 1 1/3' heldere, ronde Open fluit.
Vox humana 8' zangerige, strijkende kegelregaal.

r. de stemming van het pijpwerk zal geschieden in de gelijkzwevende temperatuur a van de Octaav 4' ingesteld op 870 trillingen bij 15 graden Celsius.

Art.4. Buiten de aanneemsom vallen de volgende werkzaamheden, die voor rekening van den besteder naar aanwijzingen van den aannemer zullen worden verricht:
a. het schilderen van de registernamen volgens art.3 sub. g.
b. het 8 cm. hooger plaatsen van de geheele kast, en het ongeveer evenveel onderuit brengen van de regel, waarop de manualen rusten.
c. het verplaatsen van de stijlen naast de manualen en het aanvullen daarvan naast het pedaal, met inbegrip van een vergrooting van de lessenaar en het dichtmaken van de oude registertrekgaten.
d. het draaibaar of uitneembaar maken van een paneel rechts van de manualen op de hoogte van de borstwerklade voor het nieuwe ladegedeelte.
e. de opstelling van de blaasbalg en het maken van een geluiddempende omkisting voor een toekomstige electrische ventilator met aanleg van kabels en schakelaar.
f. het maken van een opklapbare stemloopplank aan de achterzijde van het orgel met bijbehoorend trapje.
Art.5. De aannemer zal gedurende de werkzaamheden aan aanbesteder kosteloos een kabinetorgel in bruikleen verschaffen.
Art.6. Tenzij de aannemer overmacht kan aantoonen, zal een boet van f.5,- worden afgehouden van de aanneemsom voor elke dag overschrijding na de opleveringstermijn. De aannemer ontvangt een derde van de aanneemsom bij den aanvang van het werk en twee derde na algeheele schriftelijke goedkeuring door den Ned. Klokken- en Orgelraad. Bij afkeuring worden van de aanneemsom afgehouden de vergeefs veroorzaakte reiskosten van de keurmeesters, naar een maatstaf van f.7,50 per uur. Mocht de aannemer en binnen een door de directie naar redelijkheid vast te stellen termijn niet in slagen, de geconstateerde gebreken weg te nemen, dan zal een andere orgelbouwer in de gelegenheid worden gesteld, dit op zijn kosten te doen.
Art.7. De aannemer verbindt zich tot het geven van een garantie na de restauratie-voltooiing gedurende tien jaren. Hij verplicht zich, alle fouten of gebreken in het orgel of zijn onderdeelen, voortkomende uit materiaal, constructie of afwerking, op eerste aanmaning geheel kostloos en afdoende te herstellen. Gebreken, klaarblijkelijk veroorzaakt door verkeerde of ondeskundige behandeling van derden, natuurlijke slijting, onvoldoende zorg tot onderhoud vanwege de aanbesteder, stof ongedierte of uiterlijk geweld, vallen buiten deze garantie. Deze garantie-verplichting vervalt, wanneer tusschen den aanbesteder en den aannemer geen onderhoudsovereenkomst bestaat, die tenminste een algeheele revisie en stemming per jaar omvat, berekend naar een tarief, dat het tarief van den Bond van orgelbouwers in Nederland niet te boven gaat.
Art.8. Geschillen over de uitlegging of uitvoering van deze overeenkomst worden in eerste en hoogste instantie beslist door den Ned. Klokken- en Orgelraad, behoudens het beroep van partijen op de bevoegde instanties der rechterlijke macht, op grond, dat de gegeven uitspraak in strijd is met de redelijkheid, billijkheid en goede trouw, die bij de tenuitvoerlegging van overeenkomsten moet worden in acht genomen. Aldus overeengekomen en in tweevoud geteekend te Anloo/Groningen, op 15 Maart 1944.

De aanbesteder, De aannemer,
Kerkvoogdij der Ned. Hervormde Gemeente te Anloo. Mense Ruiter, orgelmaker te Groningen.
Voorzitter:
Secretaris: Gezien door de Directie,
Nederlandsche Klokken- en Orgelraad
secretaris: Mr. A. Bouman

Op 19 december komt het orgel weer ter sprake. De restauratie wordt nu geschat op f 5.000,-. Door een subsidie van 50% zal de kerk f 2.500,- moeten opbrengen. Er wordt voorgesteld intekenlijsten te laten rondgaan. De kerkvoogden worden gevraagd om als eersten op de lijsten in te tekenen.
In 1944 vraagt de kerkvoogdij toestemming voor het houden van een inzameling voor de restauratie van het orgel. Deze wordt verleend. In het eindrapport van de Marechaussee van 13 maart 1945 blijkt dat er f 3.450,75 is opgehaald. (50)
Door de oorlogsomstandigheden kan de opleveringstermijn van 16 februari 1945 niet gehaald worden. (51)

1945: Op 29 juni komt het orgel weer ter sprake. De 'aannemer' (Mense Ruiter) heeft toegezegd dat er kisten zullen komen om onderdelen naar de werkplaats te vervoeren.
Op 24 december wordt besloten het salaris van de organist met f 50,- per jaar te verhogen. (51)

1946: Op 16 april 1946 schrijft Mense Ruiter dat de restauratie van het orgel niet voor de Paasdagen kan worden voltooid. Het personeelslid dat de windladen maakt heeft ontslag genomen. Hij heeft wel een vervanger gevonden, maar die bleek niet geschikt. Ruiter gaat zelf met de windladen bezig, maarmoet eerst de administratie reorganiseren. Het pijpwerk is grotendeels al hersteld. Nu blijkt dat het orgel een halve toon te hoog staat. Dit wordt in het bestek niet genoemd. Voor groot C en d3-f3 worden nieuwe pijpen bijgemaakt. De pijpenmaker schat dat de nieuwe pijpen over 2-3 maanden geleverd kunnen worden. Mense Ruiter probeert het orgel zo snel mogelijk weer in de kerk op te stellen. Het staat al te lang in de werkplaats. Hij verwacht over zes weken met het binnenwerk in de kerk te zijn.
De windladen hebben vier onbezette plekken die gedeeltelijk weggetimmerd zijn. Hij stelt voor om op het hoofdwerk een Sexquialter 2 sterk en een Mixtuur 4-6 sterk te plaatsen en op het borstwerk een Cymbel of Scherp 3 sterk en een cylindrisch tongwerk. De Vox Humana moet naar z’n oorspronkelijke plaats terug op het hoofdwerk: Het bijmaken van de 550 pijpen vergt een bedrag van f 1.200,-.
Op een lijst worden een aantal benodigde houtmaterialen door Mense Ruiter opgesomd.
Op 10 mei schrijft de NKO dat Mr. Bouman de vragen van 7 mei vanuit Anloo nog niet direct kan beantwoorden. Hij zit op dit moment in Zwitserland.
Op 24 juni schrijft de NKO dat een uitbreiding met een Mixtuur 4-5 sterk noodzakelijk is, maar dat de andere uitbreidingen niet direct hoeven. De aanneemsom van f 3.300,- is eigenlijk te laag. Een bedrag van f 5.000,- is voor 1946 realistischer. Een prijsverhoging dient te worden overwogen. Een restauratie bij Mense Ruiter loopt vaak uit. De kwaliteit van zijn werk is echter uitstekend. Ook bevreemdt het Bouman dat er geen overleg meer is met Ruiter over technische kwesties. (39)

1948: Op 24 maart schrijft Johannes Legène naar Mense Ruiter dat hij en Erné weer in Groningen en Drenthe zijn. Ze willen Anloo bezoeken op woensdag 31 maart. (53)
Het orgel wordt op zondag 24 oktober om 3 uur 's middags weer in gebruik genomen met een bespeling door Aart Smink, organist en conservatoriumleraar te Den Haag (19).
Zie de PDF van het ingebruiknameboekje (37)
In het  boekje is een korte geschiedenis van het orgel opgenomen. Volgens het boekje waren er maar 3 orgels van Garrels bewaard gebleven: Anloo, Purmerend en Maassluis.
De volgende werkzaamheden worden genoemd:
- Klavieromvang vergroot van 49 naar 54 toetsen
- Mechaniek en pijpwerk dienovereenkomstig uitgebreid en ingrijpend verbeterd
- 90% van de pijpen hebben nieuwe bekken gekregen
- Verscheidenen pijpen zijn door nieuwe exemplaren vervangen
- Van de 3 vulstemmen is er één weer geplaatst
- Het labiaal pijpwerk werd opnieuw geïntoneerd
- De registertrekkers zijn naast de klavieren geplaast, waardoor ze beter bereikbaar zijn.
- De toonhoogte was 3/4 toon te hoog. Deze is met een halve toon verlaagd.

Op 23 november schrijft de NKO een rapport naar aanleiding van de keuring van de restauratie. De restauratie is uitgevoerd conform de overeenkomst In constructief opzicht laat deze restauratie niets te wensen over. De regsiteropschrift in oud schrift zijn nog niet aangebracht. Deze vallen echter buiten de aanneemsom. De intonatie voldoet aan redelijke eisen. Ruiter heeft de winddruk terug gebracht tot 59 mm. Hierdoor is vooral de Prestant 8' intiem en enigszins strijken. Hierdoor heeft de opsnede moeten verlagen wat niet nodig was geweest. Er zijn nog twee lege plaatsen: de sesquilater II op het Hoofdwerk en de Cymbel III op het Borstwerk. Echter zonder deze stemmen is het orgel berkend op zijn taak.(53)

Na de restauratie door Mense Ruiter is de dispositie volgens het ingebruiknameprogramma:

Hoofdwerk. C-f3 Borstwerk. C-f3
Quintadena 16' Holpijp 8'
Prestant 8' Fluit 4'
Roerfluit 8' Octaaf 2'.
Octaaf 4' Quint 1 1/3'
Speelfluit 4' Vox Humana 8'
Quint 2 2/3'    
Octaaf 2'    
Mixtuur IV-V    
Trompet 8'    

Samenstelling vulstemmen:

Sesquialter 2 sterk:

C : ? ?
c : 1 1/3 4/5
c1: 2 2/3 1 3/5

Mixtuur 4-5 sterk:

C : 1 1 1/3 2/3 1/2
c : 2 1 1/3 1 2/3
c1 : 4 2 2/3 2 1 1 1/3 1
c2 : 5 1/3 4 2 2/3 2 1 1 1/3

Tremulant; aangehangen pedaal C-d1; 4 blaasbalgen; koppeling Hoofdwerk-Bovenwerk als trede; 2 afsluitingen; ventiel (20).


Foto vanuit het Archief van http://www.kerkeninbeeld.nl


Provinciale Drentsche en Asser courant 25-10-1948 (Klik op de linker-afbeelding voor een vergroting)

1949: In de kerkvoogdijvergadering van 25 oktober wordt de eindafrekening van de orgelrestauratie behandeld. De ontvangsten bedroegen f 6.526,75, terwijl de kosten f 6.434,38 bedroegen. Er is een voordelig saldo van f 92,37.
(51)

1950: L. van der Glas uit Zuidlaren schrijft dat hij een orgel (zo goed als zeker een harmonium) heeft gerepareerd voor f 75 en dat het de dag daarna per Scheffers naar Anloo wordt vervoerd. Hij beschrijft hoe het instrument onderhouden moet worden. (42)
Op 23 november wordt in de kerkvoogdij de afloop besproken van een verloting, waarvan de opbrengst besteed zal worden aan de aanschaf van een windmachine. Van de 1.000 loten van f 1,- zijn er 700 verkocht. In het dorp Annen was de deelname zeer matig. Geprobeerd zal worden daar nog wat meer loten te verkopen. Er ligt al een aanbieding van orgelmaker Vegter voor de levering van een windmotor. Men stelt voor de installatie daarvan over te laten aan plaatselijke 'neringdoenden'.

Kasboek 1941-1954 (47)
1950 17 juli Herstel orgel kerkkoor f 50,-
1951 19 mei M. Ruiter orgelstemmen f 35,-

Op 24 april 1951 wordt weer gesproken over de verloting voor de aanschaf van een windmachine. Annen is nog steeds een probleem. De windmachine zal f 697,- gaan kosten.

Kasboek 1941-1954 (47)
1952 8 september H. Mulder orgelspeler f 12,-
1952 31 december Mense Ruiter orgelbouwer Groningen f 56,-
1953 17 oktober Mense Ruiter orgelstemmen f 59,02
1954 1 juli Mense Ruiter Groningen f 54,65
1954 6 september Mense Ruiter orgelstemmen f 29,35


Nieuwsblad van het Noorden

Kasboek 1955-1962 (48)
1955 28 april Mense Ruiter Groningen f 51,15
1955 15 augustus Mense Ruiter Groningen f 23,25
1956 26 juni Mense Ruiter Groningen f 31,18
1957 5 juli Mense Ruiter Groningen f 44,-
1957 7 december Orgelspelen bij vakantie Westrup f 7,-
1958 1 mei Mense Ruiter Orgelbouwer f 34,25
1958 30 juni Mense Ruiter orgelstemmen f 47,75
1959 14 februari J. Welmers Zuidlaren f 10,-
1959 23 november Mense Ruiter orgelstemmen en rep. f 83,85
1959 31 december Orgelspelen 12 juli J.H. Vlietsra f 10,-
1959 31 december Orgelspelen Dankdag J. Welmers f 10,-
1960 31 december Mense Ruiter onderhoud kerkorgel f 89,50

1960: Op 31 oktober schrijft organist Westrup dat hij om gezondheidsredenen ontslag neemt als organist. (42)

1961: Er wordt een advertentie geplaatst voor een organist

Nieuwsblad van het Noorden 17-06-1961
Een viertal sollicitatiebrieven bleven in het kerkarchief bewaard.

1961: Op 27 september schrijft Mense Ruiter aan de kerkvoogdij dat er deze keer naast het stemmen tijd moets worden besteed in het losmaken van de draaipunten. Dit wordt veroorzaakt door de hoe vochtigheidsgraad in de kerk. Er zou meer geventileerd moeten worden.
In een aparte brief van dezelfde datum meldt Ruiter dat het orgel eigenlijk schoon gemaakt moet worden. Deze werkzaamheden kosten circa f 1.650,- inclusief het bijwerken van de intonatie en een stemming. (53)
Na de restauratie van 1948 zijn er nog wat openstaande punten:
- Maken van registerplaatsjes in oud schrift f 100,-
- Toevoegen van een Cymbel of Scherp op het borstwerk f 1.000,-
- Toevoegen van een Sesquilter op het Hoofdwerk f 750,-
- Maken van een van een afneembare stemloopplank achter het Hoofdwerk. Dit is voor goed bij het stemmen van de Trompet 8'
Deze werkzaamheden kunnen worden gecombineerd met de schoonmaak.
Op 16 oktober antwoordt de kerkvoogdij Mense Ruiter. Men geeft toestemming voor de schoonmaak. Het nut van de overige punten ziet men niet in. 'Het orgel had het sinds de restauratie van '48 toch best goed gedaan?'
Op 23 oktober dankt Mense Ruiter voor de opdracht tot schoonmaken van het orgel. De werkzaamheden worden uitgevoerd in het voorjaar of de zomer van 1962. Hij wijst nog een keer op het ventileren. (39) (53)


Kasboek 1955-1962 (48)
1961 11 juni Gez. organisten restant 1960 f 136,70
1961 15 juni Nota A.H. Vlietsra organist f 138,-
1961 17 juli Advertentie voor organist f 7,20
1961 15 november Verg. onkosten 3 sollicitanten (org.) f 20,- Idem Portokosten f 0,75
1961 17 november Vervanging organist J. Welmers f 10,-
1961 17 november idem Vlietstra en koster f 130,-
1961 20 november Achterstallig salris organist f 187,50
1961 6 december Nota Mense Ruiter f 228,55 (extra werk mechaniek)
1961 7 december organist november f 40,- idem 30 december
1962 maandelijkse betaling organist f 40,-
1962 17 december Mense Ruiter Groningen f 2.140,- Groot onderhoud met schoonmaak, houtworm bestrijding, vererende constructie onder slepen, intonatie en stemming

1962: De rekening voor de schoonmaak stuurt Mense Ruiter op 9 oktober. Extra werkzaamheden zijn bestrijden van houtworm, verende constructie voor de slepen, bijintonatie en stemming. (53)

1982: Het orgel loopt roetschade op door een oververhitte oliekachel. De totale brandschade is f 11.069,- (52)
De concertserie van 82/83 omvatte 15 concerten. Zie programmaboekje. (54)

1983: De kerkvoogdij probeert om tot een reconstructie van het Radeker-Garrels orgel te komen. Een inmiddels opgerichte orgelcommissie heeft als adviseur Klaas Bolt aangetrokken.
Op 17 februari beantwoordt het gemeentebestuur van Anloo een brief van de orgelcommissie. Men staat sympathiek tegenover de plannen voor een restauratie. Men wil graag een gespecificeerde kosten-calculatie.
Op 20 maart schrijft de orgelcommissie naar de Hervormde orgelcommissie (HOC). In een brief naar de gemeente is verzocht om subsidie. Het orhel is inmiddels ondrzocht door Bolt en Tuinstra. Een tweede onderzoek zal plaatsvinden met MR. Op grond daarvan zal een rapport worden geschreven dat aan U wordt toegezonden. Er zijn drie mogelijkheden:
- Totale restauratie en terug naar Garrels
- Restauratie zoals het nu is
- Groot onderhoud.
De keuze is afhankelijk van te verlenen subsidie.
Op 30 maart meldt de orgelcommissieaam de gemeente Anloo  dat het orgel onlangs is onderzocht door orgeladviseurs Bolt en Tuinstra. Het orgel dient dringend te worden gerestaureerd. Het orgel zou gedeeltelijk moeten worden terug gerestaureerd naar de oorspronkelijke situatie. De kosten daarvan bedragen circa f 200.000,-. Bijgesloten is een voorlopige kostencalculatie van 29 maart.
Op 18 augustus schrijft de orgelcommissie naar de gemeente Anloo over een gesprek dat ze hadden met Zoetemeier en Jans van de rijksdienst voor Monumentenzorg in Assen. Als de subsidieaanvraag via de gemeente bij de rijksdienst in Assen komt zullen dit met een gunstig advies doorsturen. Bijgesloten is een bijgewerkte offerte. De kosten worden u ingeschat op f 260.000,-
Op 29 augustus stuurt de gemeente Anloo een brief naar de dienst Monumentenzorg dat ze een subsidieaanvraag naar het ministarie hebben gestuurd. De dienst kan dan het ministerie adviseren.
Op 23 september stuurt het bureau Monumentenzorg de subsidieaanvraag door naar de provincie met een positief advies. Een restauratie is zeer noodzakelijk.
Op 21 november schrijft de provincie aan de orgelcommissie dat als het Ministerie een subsidie toezegt dat de provincie dan ook 10% subsidie zal verstrekken.
Eind november schrijft het ministerie naar de gemeente Anloo dat ze geen subsidie kunnen verlenen op grond van de Tijdelijke bijdrageregeling restauratie monumenten 1983. De restauratie komt echter wel voor subsidie in aanmerking. Hiervoor dient er een historisch rapport te worden ingediend.
Uit deze tijd dateert ook een folder met gegevens over het orgel en hoe men kan bijdragen aan het restauratiefonds. (54)
In de pers wordt frequent gepubliceerd over de voortgang van het proces. Zie voor de krantenberichten over de restauratie een aparte pagina.

1984: In juli verscheen er een uitgebreid onderzoek door Ed Panman van de historie van kerk, orgels en de familie Ellents. Vanaf paragraaf 6.1 wordt de familie Ellents en het orgel beschreven.
Op 15 mei stuurt de orgelcommissie een akte van aanbesteding naar het bureau Monumentenzorg. Het archiefonderzoek is inmiddels gevorderd. Binnekort komt er een overzicht.
Op 13 juni stuurt de orgelcommissie een overzicht van gevonden archiefstukken over de bouw van het orgel naar het bureau Monumentenzorg. Afschriften gaan naa orgeladviseur Bolt en dhr. De Olde uit Zuidlaren.
Op 24 juli reageert het Bureau Monumentenzorg van de provincie Drenthe op het onderzoek van Panman. Men heeft zeer veel waardering voor het verrichte werk. Via nummers in de tekst geeft men op- en aanmerkingen.
Ook de in november 1984 opgerichtte Stichting Vrienden van het Kerkgebouw te Anloo brengt een brochure uit om ondersteuners te werven.
(54)

1985: Op 1 februari schrijft het bureau Monumentenzorg naar het Anjerfonds. Het belang van het orgel wordt uitgelegd en het Anjerfonds wordt gevraagd om een bijdrage te leveren aan de kosten van de restauratie.
Op 8 mei schrijft het gemeentebestuur van Anloo aan de provincie. De provincie heeft subsidie toegezegd als het ministerie dat ook doet. De eerste aanvraag door de gemeente Anloo bij het rijk werd afgewezen. Het ministerie is middels een brief opnieuw op het belang van het orgel gewezen. Het restauratierapport door Klaas Bolt zal binnenkort worden toegestuurd. Ook wordt gewezen op de oprichting van de Stchiting Vriend van het kerkgebouw te Anloo..
Contact met de afdeling Monumentenzorg in Drenthe. Subsidie kan er pas worden verleend als er een historisch rapport aanwezig is.
Op 20 mei bevestigt de provincie Drenthe de subsidieaanvraag via de gemeente Anloo. Binnenkort zal een deskundige ter plaatse een onderzoek instellen.
Op 10 juli schrijft het Bureau Monumentenzorg aan de provincie. Een subsidie is pas te verwachten na een historisch rapport en een offerte van een orgelmaker. Het is nu nog te vroeg voor een subsidieverzoek.
Op 23 juli schrijft de provincie dat ze hun toezegging van 10% handhaven mits het rijk subsidie geeft en er een goedgekeurd restuartieplan en offerte van een orgelmaker is.
De orgelcommissie van Anloo richt zich met een smeekbede tot de minister of er toch nog geen mogelijkheid is om vanuit het ministerie een subsidie toe te kennen. Provincie en gemeente kunnen dan ook subsidie verlenen. (54)

1986: Op 21 april schrijft de orgelcommissie aan het bureau Monumentenzorg dat er zorgen zijn of de subsidie wel door gaat vanwege een wijziging in de subsidieregeling. Het is onzeker of de restauratie in 1987 door kan gaan.
In augustus 1986 stuurt de kerkvoogdij van Anloo een nieuwe kostenbegroting naar de provincie. De kosten van de restauratie worden nu geschat op f 350.000,-. De rijksadviseur voor orgels dhr. O.B. Wiersma gaat akkoord met de opgestelde begroting.
Op 15 augustus beantwoordt bureau monumentenzorg de brief. Voor subsidie is ook een offerte van een orgelmaker noodzakelijk.
Op 20 augustus schrijft het bureau monumentenzorg aan de provincie dat de nieuwe aanvraag geen invloed op de reeds door de provincie gedane toezeggingen.
Op 20 augustus schrijft het ministerie dat er voorlopig nog geen ruimte is voor het verlenen van sunsidie.
Op 1 september zegt de provincie nogmaals toe dat ze in principe bereid zijn subsidie te verlenen op bais van de begroting van f 350.158,-. (54)

1987: Op 18 januari vraagt de orgelcommissie Anloo aan het bureau Monumentenzorg of er inderdaad in 1992 een subsidie beschikbaar komt voor de restauratie.
Op 18 januari antwoordt het bureau Monumentenzorg dat deze zekerheid niet te geven is.
Op 24 juni vraagt de gemeente Anloo de aandacht van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg voor de restauratie van het orgel.
Op 3 augustus schrijft het ministerie dat de gevraagde onderhoudssubsidie op de onderhoudskosten van f 882,- wordt toegekend. Er wordt 40% van f 600,- uitgekeerd.(54)

1988:
Het onderhoud van het orgel wordt gegund aan de orgelmakers Henk van Eeken en Gert van Buuren.
Klaas Bolt schrijft een rapport over het orgel op grond van onderzoeken aan het orgel op 13 juni, 6 juli en 14 november. (54)

1989: Het rapport van Henk van Eeken en Gert van Buuren is van 18 augustus 1989. Een beschrijiving is te tevinden op de pagina's 83-87 van het boek Opus Magnum. (52)

1990: Op 17 maart wordt het restauratiecontract ondertekend tussen de orgelmakers Henk van Eeken en Gert van Buuren en de Stichting 'Muziek in Anloo'. (52)
Adviseur Bolt overlijdt in 1990 en wordt opgevolgd door Stef Tuinstra en Harald Vogel. Later wordt het restauratieproject ook ondersteund vanuit het North German Organ Research Project uit Göteborg (Zweden).


1991: Op 16 september starten de restauratiewerkzaamheden.
Op 1 oktober wordt de intentieverklaring tussen de Stichting en de kerkvoogdij van Anloo getekend waarin de verhouding tussen beide partijen wordt geregeld en het toevoegen van een zelfstandig pedaal. (52)

1993: Op 23 oktober wordt een contract gelsoten met Henk van Eeken voor de restauratie van het pijpwerk. (52)

1995: In de nacht van 11 naar 12 april breekt er brand uit in de werkplaats van Van Eeken in Leusden. Vierhonderd orgelpijpen verbranden. Ook de pijpstokken, de klaviatuur en enig houtsnijwerk gaan verloren. (21)
De oude kas en de windladen bleven gespaard. Het orgel is op dat moment echter al verregaand gedocumenteerd zodat de verloren delen goed kunnen worden gereconstrueerd. Na een gevecht met de verzekeringsmaatschappij kan de restauratie worden voortgezet.Het restauratieproject wordt ondersteund vanuit Zweden door het North German Organ  Research Project van de universiteit van Göteborg.
De restauratie door Van Eeken staat nauwkeurig beschreven in hoofdstuk 2 'De restauratie van het orgel 1990-2002' en wordt hier niet verder beschreven. (52)

1997: Op 9 juni wordt er gestart met de opbouw van het orgel in de kerk.
Op 9 november wordt het orgel voor de eerste keer in de eredienst gebruikt. (52)

1999: Op 26 juni wordt het orgel in gebruik genomen met een concert door Harald Vogel en Stef Tuinstra. (52)

2002: Eindkeuring door Harald Vogel op 15 maart. Een toelichting op het keuringsrapport is te vinden op de pagina's 64-67 van het boek Opus Magnum. (52)

Dispositie van het Radeker-Garrelsorgel in de Magnuskerk van Anloo, maart 2002 (52)

o    origineel, Johannes Radeker en Rudolph Garrels    1717-1719
r    gereconstrueerd, Henk van Eeken    1991-2002
n    nieuw, Henk van Eeken    2000    - 2002

Manuael (Manuaal I, C-c”’)

Principael

8’

C-fs’ o, overig r

Quintadena

16’

F-c” en d”-c’” o, overig r, metaal, gedekt met beweegbare hoeden

Roerpijp

8’

C-Fs o, overig r

Octav

4’

C-Fs o, overig r

Spitspijp

4’

C-F o, overig r

Quint

3’

r, conisch

Super Octav

2‘

r

Sexquialter

2 sterk

r

Mixtuir

4-5-6 st.

r

Trompet

8’

o, b° r

Vox Humana

8’

o, C r

Borstpositiff (Manuaal II, C-c’”)

Gedackt

8’

C-Fs o, overig r, metaal, gedekt met beweegbare hoeden

Floit

4’

r, metaal, dichtgesoldeerd

Octav

2’

r

Sijfloit

lW

r, cilindrisch open

Scherp

3 sterk

r

Dulciaen

8’

r, in houten stevelblok, koppen hout, kelen C-a met metaalbeleg

Pedael (C-d’)

Bardon

16’

n, metaal, gedekt met beweegbare hoeden, groot octaaf op vervoer-stok

Octaaf

8’

n

Basuyn

16’

n, stevels en koppen hout

Cornet

4’

n, stevels en koppen hout

Nevenregisters:
Koppel Borstpositiff / Manuael Koppel Manuael / Pedael Tremulant
Speerventiel Manuael Speerventiel Borstpositiff Speerventiel Pedael
Winddruk: 66 mm waterkolom gemeten aan windkanaal.
Toonhoogte: a = 469 Hz bij 18° C.
Stemming: gemodificeerde middentoonstemming, naar Stade, St. Cosmae.



2015: Reportage 11 mei 2015 Orgeldag Noord -Nederland door RTV Drenthe: http://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/94961/Trillende-kerkbanken-tijdens-de-orgeldag-Noord-Nederland

2018: Viering van het 300-jarig bestaan van het orgel op 20 oktober 2018

Nederlands Dagblad 16-10-2018

Organisten:

1718-1754: D. J. Pothof De kerk profiteert van de in 1649 in het leven geroepen regeling, dat zodra een orgel speelvaardig in de kerk staat, de fungerende organist een salaris uit de landschapskas ontvangt van fl 60. Op 17 oktober 1718 wordt hiertoe dan ook besloten. D.J. Pothof overleed op 16 juni 1754 (22).

1754-1803: Jannes Bruins. Deze organist is tevens schoolmeester en koster. In 1757 wordt hem een bedrag van fl 127-16-0 uitbetaald, maar het is niet bekend waarvoor hij dit bedrag ontving. Hij was getrouwd met Klaasje Roelofs (23).

1803-1831: Jan Roelof Bruins Hij is een zoon van de vorige organist. Hij wordt geboren te Anloo 24 oktober 1768 en overlijdt aldaar op 2 februari 1861. Hij is getrouwd met Jeichien Jans Schuiling, geboren te Annen op 10 oktober 1772, dochter van Jan Schuiling en Francien Geugjes en overleden te Anloo 2 april 1828. In 1830 verschijnt in de Drentsche Courant een oproep voor de betrekking van schoolmeester, koster en organist op een salaris van totaal f. 450,-, echter onder beding, dat als blijvend pensioen voor de aftredende functionaris f. 100,- per jaar aan hem dient te worden afgedragen. Daar Jan Roelof Bruins pas in 1861 overlijdt profiteert hij nog ruim dertig jaar van deze bepaling! Zijn graf met daarop een zerk is nog op het kerkhof te Anloo te zien (24).


Drentsche courant 07-09-1830, 14-09-1830, 05-02-1861

1832-1848: Lambert Niemeijer. Hij wordt per 1 mei 1832 benoemd. Dit is af te lezen uit de betaling van het salaris, namelijk van 1 januari tot 30 april 1832 nog uitbetaling aan J. R. Bruins f. 20,- en per 1 mei 1832 f. 40,- aan Niemeijer. Hij was onderwijzer en was 'een kreupel man' wat hem niet belette organist te zijn (25).


Drentsche courant 12-03-1847, 16-03-1847

1848-1885: Jan Hendrik van Veen: Vanaf 2 november 1848 wordt hij als organist genoemd hij is koster en onderwijzer (26).


Provinciale Drentsche en Asser courant 03-07-1902

1885-1922: J. H. Veltmeijer: Hij is schoolmeester, koster, organist en voorlezer (27).

1922-1926: K. v.d. Werff: Volgens Het Orgel (1922-1923) is hij lid van de Nederlandse Organisten Vereniging (28).

1926-1927: L. P. Bol: In de vergadering van de kerkvoogdij 13 februari 1926 wordt hij uit een drietal: de heren L. v. d. Glas van Annerveenschekanaal, I. F. Westrup van Annen en L. P. Bol gekozen op een salaris van f. 200,- voor één jaar met de mogelijkheid tot verlenging. Hij is tevens schoolmeester en koster of is echtgenote Mevr. Bol-Eertmans de organiste? (29).

1927-1961: I. F. Westrup: Deze organist komt voor onder het drietal uit 1926. In deze periode wordt ook de heer Friese als organist genoemd (30).

1961-1969: A.H. Vlietstra: Deze organist, later arts te Nieuwe Pekela liet zich soms vervangen door Jan Welmers, de bekende componist en organist van de Grote kerk te Nijmegen, zoon van S. Welmers, organist van de Gereformeerde kerk te Zuidlaren (31).

1969-1971 Interim-periode: In deze periode was er geen vaste organist aangesteld.

1971-19?? Ben Kleefstra: Naast deze organist treden als zodanig sinds 1984 op: de heren Wim van der Laar en Harry Slot (32)

1984-heden: Wim van der Laar en Doewe Kraster.

Bronvermelding:

  1. Zie informatie over de kerk
  2. Boek: J. Poortman, Drente - Een handbek voor het kennen van het Drentsche leven in voorbije eeuwen, M.D. Ozinga De historische kerkgebouwen van Drenthe Handboek, Boom & Zn Meppel, 1943 blz. 341 Bijlage 1.
  3. Panman Anloo (1984)19-21. Op de orgelbalustrade vijf uitgekapte wapenschilden (2e, 3e en 4e gedeeld), waaronder deze opschriften: 1.'H:J:Ellents/(raad en landschrijver)/Van de Lant-/schap Drenthe'.2.'W:H:Ellents/(Raat en Lantschrijver)der/landschap Dre-/nthe en vrouwe/Roedolphina Anna/Ellents geboren/Lemker'3.'A:G:Sichterman/wed:wijlen de He/er C:Ellents(ontfanger Gene/raall)van de lantschap/Drenthe 1719'.4.'G:C:Ellents/mede(Gedeputeerde State?)van de lantschap Drent/he en vrou E:Ell/ents geboren Jullens'.5.'C:Ellents sc-/holt van Anloo/Gieten en suyd/L:Bank.scholt/int Oostermoer/en Rolderding-/spil'.Zie Belonje,Van Holthe.Gedenkwaardigheden Drenthe(1937)3.
  4. Drents Archief 085 Archief Etstoel 137002 1715-1730 / 1725-1736 / 1725-1740
  5. Idem. Bijlage 2.
  6. Romein. Predikanten(1861)19.
  7. RAD. Archief Etstoel (1715-1730).Inv.nr.137. Bijlage 3 Jongepier Alkmaar(1987) 23 en 30. Hij was aldaar organist van 1722 tot 1753.
  8. Wolter Hendrik Ellents woonde van 1715 tot 1724 op huize Laarwoud te Zuidlaren en daar zullen genoemde stukken getekend zijn
  9. RAD. Zie 44
  10. Idem. Zie 44
  11. Idem. Zie 44
  12. Idem. Gregoir. Historique(1865)131 schrijft: '1806,Anlo réparé l'orgue de 2 clav. et 16 reg.'.
  13. Idem. Zie 45
  14. Boek. George Hendricus Broekhuyzen Senior, Orgelbeschrijvingen, vereniging voor Nederlandse Muziekgeschiedenis, 1986, redactie: Arend Jan Gierveld
  15. Idem. Zie 45
  16. Idem. Zie 46 Notulen Kerkvoogdij 28-9-1906 en Rekeningen Kerkvoogdij 26-1-1906 en 20-8-1906. Idem. 20-5-1922. Kwitantie van A. Doornbos, Kerkorgelmaker, Riouwstraat 2, Groningen van f.300,- voor het schoonmaken, nazien, stemmen, intoneren van pijpwerk en het leveren van 2 pedaaltoetsen en registerplaatjes voor het kerkorgel. 18-11-1922. Idem stemmen 17,50 20-5-1922. Vegter was de opvolger van de orgelmaker Eertman te Noordwolde. Hij ontving f.15,- per beurt.
  17. AHGA. Bestek Mense Ruiter 15-3-1944. Bijlage 4.
  18. Idem.
  19. Drenthe Prov. Maandbl. (1948) 176.
  20. De Mixtuur 4-5 sterk werd nieuw gemaakt.
  21. De Orgelvriend(1995)no 5, pag.11. De brand vond plaats in het atelier van Henk van Eeken op 12-4-1995. Het betreft de klavieren en de kleinere labialen vanaf 3 voet van het orgel te Anloo. H. v. Nieuwkoop. Haarlemse Orgelkunst.(1988)201-203. Gregoir in Historique (1865) 158-159 noemt hem als medewerker van Christiaan Müller. Bijlage 5.
  22. De uitbetalingen aan de organisten administreerde men of uit Rekeningen van de Ontvanger der Contributiën (RAD. Statenarchief. Inv.nr. 1775 of uit de Rekeningen van de Rentmeesters der Domeinen (Rad. Statenarchief. Inv.nr. 1777).Na 1810 moest de kerkvoogdij de kerkelijke beambten echter uit eigen middelen gaan betalen.
  23. RAD. AHGA. Inv.nr. 1931. Kerkvoogdijrekeningen.
  24. Drentsche Courant 7-9-1830. Nieuwe Drentse Volkalmanak(1930)46.Belonje, Van Holthe Gedenkwaardigheden(1934).Anloo. Kerkhof:zerk 10 en 11.
  25. RAD. AHGA. Inv. 1931/24. Rek .kerkv. R. Reinsma. Lager onderw. Nieuwe Drentse Volksalmanak(1965)120 en idem (1976)83.
  26. Idem.
  27. Idem.
  28. Het Orgel (1922-1923) 94.
  29. RAD. Inv. 1931. nr. XVII/1. Notulen kerkvoogdij. Verg.13-2-1926.
  30. Hij wordt ook al in 1926 genoemd. In 1927 ontving hij nog salaris van 31-5 tot 31-12-1927 ad f.93.75 = 3 kwartalen. Jaarsalaris dus f.125,-.
  31. RAD. AHGA.
  32. Met dank Ds. H.D. Hendriks, de heer J. Havinga, administrerend kerkvoogd, koster Matthijsen, de organist B. Kleefstra en de oud-organist I.F. Westrup.
  33. www: http://reliwiki.nl/index.php/Anloo,_Kerkbrink_3_-_Magnuskerk 
  34. Boek: Het historische orgel in Nederland 1479-1725 blz. 354-356
  35. E-Mail van Frits Kaan d.d. 3 januari 2015
  36. Archief Jaap Brouwer, Winsum
  37. Archief Lambert Erné - Universiteit Utrecht
  38. Drents Archief: 0449 Kerspel Anloo 1 Rekeningen met bijlagen van het kerspel Anloo; 1714, 1715, 1719, 1721, 1724, 1725
  39. Drents Archief: 0299 Nederlands Hervormde Gemeente Anloo 132 Stukken betreffende de restauratie van het orgel; 1936-1941, 1946, 1960, 1961, 1970, 1973, 1976
  40. Boek: Jaap Brouwer, Johan van Meurs - een studie over een pionierend orgeladviseur, Philip Elchers Groningen, 2017 blz. 128-129
  41. Drents Archief: 0299 Nederlands Hervormde Gemeente Anloo 84 Registers met notulen van vergaderingen van kerkvoogden en notabelen 1892-1926
  42. Drents Archief: 0299 Nederlands Hervormde Gemeente Anloo 87 Ingekomen stukken en minuten van uitgaande stukken, 1836-1976. Met hiaten.
  43. Drents Archief: 0299 Nederlands Hervormde Gemeente Anloo 160 Kasboeken van ontvangsten en uitgaven 1922-1940
  44. Drents Archief: 0299 Nederlands Hervormde Gemeente Anloo 156 Kasboek van ontvangsten en uitgaven 1738-1821
  45. Drents Archief: 0299 Nederlands Hervormde Gemeente Anloo 157 Kasboek van ontvangsten en uitgaven 1821-1861
  46. Drents Archief: 0299 Nederlands Hervormde Gemeente Anloo 158 Kasboek van ontvangsten en uitgaven 1861-1921
  47. Drents Archief: 0299 Nederlands Hervormde Gemeente Anloo 162 Kasboek 1941-1954
  48. Drents Archief: 0299 Nederlands Hervormde Gemeente Anloo 163 Kasboek 1955-1962
  49. Drents Archief: 0299 Nederlands Hervormde Gemeente Anloo 154 Staten van rekening en verantwoording van ontvangsten en uitgaven over de jaren 1860, 1864, 1872, 1917-1920, 1922, 1924-1970, 1972, 1976, 1977. (Alleen totaal bedragen per jaar te vinden. Geen details)
  50. Drents Archief: 0299 Nederlands Hervormde Gemeente Anloo 131 Stukken betreffende de restauratie van het kerkgebouw; 1935-1946
  51. Drents Archief: 0299 Nederlands Hervormde Gemeente Anloo 85 Register met notulen van vergaderingen van kerkvoogden en notabelen; 1926-1969
  52. Boek: Ed Panman, Opus Magnum in de Magnuskerk te Anloo, Stichting Muziek in Anloo, 2002
  53. Mense Ruiter oude archief
  54. Drents Archief: 0913 Archief van de afdeling Monumentenzorg van de provincie Drenthe 68 Anloo, Kerkbrink (NH kerk); 1944-1987
  55. Boek: Paul Brood, Anloo Het dorp, de kerk en de Etstoel, proefiel, 2007 pagina 95-101

 

Bijlagen.

Bijlage 1

Bijlage 2.

Bijlage 3.

Bijlage 4.

Bijlage 5.
Uit E.G.J.Gregoir Historique de la facture et des facteurs d'orgues. Anvers(1865)158-159.
'Radeker, facteur hollandais,elève de Ch.Muller,qui plaça un orque à l'église luthérienne à Groningue.Il paraît que Radeker a travaillé au grand orgue de Harlem(1738),et qu'on ne connaît pas d'instruments de lui. Il reçut à l'achèvemant de ce gigantesque instrument un cadeau d'une montre en argent et f.25, cadeau qu'on fit aussi plusieurs ouvriers.'
Vertaling: Radeker, Nederlandse orgelmaker, leerling van Christiaan Müller, plaatste een orgel in de lutherse kerk te Groningen. Het schijnt dat Radeker aan het grote orgel te Haarlem(1738) gewerkt heeft. Er zijn orgels van hem bekend. Hij ontving bij de voltooiing van dit reusachtige instrument een zilveren horloge en f.25,- als cadeau evenals andere medewerkers.