W. D. van der KLEIJ (m.m.v. W. H. Zwart)

ARP SCHNITGER EN HET ORGEL IN DE NED. HERV. KERK TE MEPPEL uit een bundel van Victor Timmer en Gerard Verloop voor de 50ste verjaardag van Gerard Verloop "Abraham zien en andere artikelen over het orgel".

Wie het standaardwerk van Gustav Fock over Arp Schnitger naslaat, zal onder Meppel alleen de werkzaamheid van Frans Casper Schnitger tegenkomen (1). In het oud-archief van Meppel komen echter enige gegevens voor, die er op wijzen, dat ook Arp Schnitger bij de nieuwbouw van het orgel in de Ned. Herv. Kerk te Meppel betrokken is geweest. Het kerkgebouw van de Ned. Herv. gemeente te Meppel dateert uit de tweede helft van de 15e eeuw. In 1775 werd het gebouw verminkt door het koor naar de Hoofdstraatzijde af te sluiten met een Neo-Klassisistische gevel (2). Van een orgel is in deze kerk voor het eerst sprake in 1516. In een stichtingsbrief van een altaar voor de broederschap van 0. L. Vr. lezen we o.a.: "ther eeren manen allen saterdags ene vromisse, den men syngen sail myt solempniteg des orgels.." en verder: "... den organist ende den scolemeister sal men elck gheven een redelick ben..." (3). In 1624 had de kerk een geheel verwoest aanzien en van het orgel zal toen niet veel over geweest zijn (4). Omstreeks 1664 is er echter weer sprake van een orgel. Er is dan een rekening met de schoolmeester-organist Willem Leemkuyl, die als tractement over de laatste drie en een half jaar zal ontvangen de somma van 266.10,-. Caroli gulden (5). Vermoedelijk is dit orgel tijdens de Munsterse oorlog (1666-1675) verwoest (6). Op 5 januari 1700 werd in de kerkelijke gemeente de wens geuit, dat het kerspel weer in het bezit van een orgel zou komen om het kerkgezang te begeleiden. Men werd het toen echter nog niet eens. Een commissie zou echter nagaan wat de kosten zouden zijn (7). Pas 8 januari 1712 komt men tot een eenparig besluit om in de kerk te Meppel een orgel te laten bouwen. Tegelijkertijd wil men dan bij de benoeming van een tweede schoolmeester deze ook als organist aanstellen (8). Uit een curieuze brief van Schickhart aan de orgelbouwer Jan Hermens Kamp blijkt, dat een aantal orgelmakers offerte gemaakt heeft voor de bouw van een nieuw orgel te Meppel:

 "Meppel den 17 julij 1712

Monsr.
Nadat Uwe. en verscheidene andere Orgelmakers de goedheid hebben gehad aen Scholtes en Vol magten van Meppel diverse bestecken en modellen tot een te makene Orgel in hunne Kercke ter hand te stellen ook de moyte gelieven te nemen van dese Kercke te komen besigtigen, en soo mondelijk als schriftelijk daarover te berigten; soo is 't dat Scholtes en Volmagten hen over alle d'overgeleverde bestecken en gegeven consideratien hebbende geinformeerd, ten laesten sijn overeen gekomen, om alhijr in de Kercke een Orgel na het besteck en model van
Arp Schnitger te laten maken, met die veranderinge dat het manuael door een dulciaen van 16 voet sal worden vermeerderd, en de puystertreder, kolen en keersen art: ii, van het besteck tot laste der besteders gesteld, niet tot laste van Beste(ste)deren, maer ten laste van den aannemer sal komen, en aldewijl Scholtes en Vol magten voornemens sijn, om dit orgel door den geenen, welke het selve aldus voor de minste prijs presenteerd te verveerdigen, te doen maken, soo komen Haer Eden. van het gemelte besteck een afschrift aen UWE., die 't model daer van ook alhijr gesien heeft, toe te senden, in verwagtinge, dat UWE. soo goed sult wesen om met den eersten te rescriberen d'aldernaeste prijs waer voor UWE. een Orgel na dit bestecken het daer toe ref lecterende model met de voorsr. veranderinge alhijr in onse Kercke soude willen maken, en wanneer UWE. ons dese naeste prijs overschrijft, soo versoeken wij dat ons teffens gelieve t'informeren hoe veel dit selve Orgel soude komen te kosten, ingevalle wij nog mogten resolveren het snijwerk ter sijden daer van af te laten en voor het selve bequame deuren te doen maken, kunnende UWE. versekerd wesen, dat wij na komen antwoord, bevindende, dat UWE. dusdanig Orgel minder als anderen presenteerd te verveerdigen niet sullen nalaten, UWE. aenstonds nader te schrijven, en Hem dit orgel finaal te besteden.

Waermede in naem van Scholtes en Vol maghten verblijve

Monsr.

UWEen dienstw. Dienr.

H.Schickhart

1712. Scholtes. "(9).

Uit het vervolg blijkt, dat deze brief gericht was aan Jan Harmens Kamp te Berlikum een Fries orgelmaker uit die tijd. We weten niet hoe de orgelmakers, die offerte gemaakt hebben, op de hoogte gebracht zijn van de wens der heren te Meppel voor de nieuwbouw van een orgel. Er zijn echter een aantal orgelmakers geweest die bestekken en modellen, dwz. afbeeldingen hebben ingeleverd met zekerheid zijn dit geweest: Arp Schnitger, Jan Harmens Kamp en Jannes Redeker. In totaal zijn nog 6 bestekken in het oud-archief te Meppel aanwezig. Helaas zijn de modellen, die erbij behoorden verdwenen. Verder geeft de brief wel het een en ander te denken over de mentaliteit van de heren te Meppel. Het doet toch wel vreemd aan, dat er een orgel gemaakt zal worden "na het besteck en model van Arp Schnitger" door een andere orgelmaker. Elk gerenommeerd orgelmaker zou dit toch tegen de borst stuiten. Men is er vooral op uit om voor de minste kosten een orgel te verkrijgen (10). Het vervolg van de geschiedenis van dit orgel zal leren, dat men te Meppel bedrogen zal uitkomen, mede toch wel door eigen houding (11).

Het antwoord van Jan Harmens op de brief van Schickhart luidt als volgt:

"Wel:Ed.Scholten en Volmachten van Meppel Saluit.

De brief van Mijnheer d'Scholtes met het besteck heb well ontfangen, en soude daarop wel hebben geantwoordt, maar sulxs is niet geschiedt om dat ik van huis ben geweest, maar heb ook deze expresse ontfangen met ene brief met de namen van d'volmachten getekent, waarbij gerigt en antwoordt op de brief van mijnheer Scholtes versochten, soo ist dat ik 't orgel na 't toegezonden besteck, en de brief van mijnheer de Scholtes aannemen te maaken, te wesen met deuren voor negentien hondert en sestigh Carol. gld. ensonder deuren voor negentien hondert en tien Carol. gld. Edoch hebben uit de brief geen wijdere voorwaarden vernomen, omtrent de betalinge, en om 't werk enege tijd goedt te houden, hetwelk veel onderscheidt, in de conditien van aanneminge soudt moeten geven, waar over mijnheer d'Scholtes, mij glieve te scriven, en souden malkanderen daar over moeten spreken, 'welk well soud konnen geschieden, aanstaande dingsdagh oft woonsdaghe en morgen op 't Heerenveen sal komen, maar kan niet langer uit blijven alwaar ik UEd sal tegemoeten en met mijn model en bestek op dat mogen weten oft dit werk salI maken oft niet. Bevelen UEd. in den protextie des alderhoogsten enverbl.

UEd. Dienaar.

Belcum den 28 julij 1712

Get. Johannes Harmannus

Orgel maacker

Per ordre (adres)
Wel .Ed.Heer
Mijn Heer: H. Schickhart
Scholtes van Meppel
Mitschader: de Volmachten
tot Meppel
" (12).

Jan Harmens gaat op de voorwaarden van de schout te Meppel in maar hij heeft nog enkele vragen en bij de ontmoeting te Heerenveen brengt hij zijn model en bestek mee (13).

Het zou te ver voeren in het kader van dit artikel om de gehele geschiedenis van dit orgel met alle stukken hier te geven. Het bestek, dat Jan Redeker voor Meppel instuurt is als volgt:

 "Opstellinge van een Nieuw Orgel.
Ten eersten zal een Nieuw Orgel worden gemaeckt, ... van twee handt Clavieren met lange octaven van groet C, Cis9 D9 Dis tot c"' in alles 49 clavis van Letterhout de platen en semitonen elpenbeen platen, tot dit werk behooren twie sleep windt laden met registratuir en abstrctuyr, alle veeren angehang en stem Krucken van de snarwarken van Messing draedt. Nota dient geledt te worden, dat sleepwindt laden wel gemaekt, Lange Lieve Jaren konnen leggen dat geen hooft reparatien van nooden zij1 daerin teegendeel an de sprinckladen geduyrig is te kleuteren, en voor jong en oneervaren organist veel ongemak en verleegenheydt veroorsaekt, altoos waerschouw een jeder voor sprinkladen.

Sullen op de Manuaelslade staen dese navolgende stemmen.

1. Praestant 8 voet van klaer tin in groot C. Cis~ D, Dis etc. soo veel in 't gesicht te staan koomen, voorts alle ander pijpen van goedt metael, dient te letten dat het pijpwerk van Loodt gemaekt $00 duyrabel niet is dan van metael, want het Loot vol salpeter is, en sig selven consuimieert gelijk de ervarentheyd heeft geleert, en is ook bij het tin en meerder suyverheyd van geluyd, en het ander pijpwerk van metael veel vaster en steeviger om te hanteren.
2. Quintadeen 8voedt, welk stem seer bequaem is om bij voxhumana te gebruyken etc.
3. Spits Floit 8 voet
4. Octave 4 voet.
5. Quintadeen 3 voet.
6. Sexquialtera 2 stark.
7. Mixtuir 4,5,6 stark.
8. Cimbal 3 stark.
9. Trompet 8 voet.
10. Voxhumana8 voet.

Ten twieden komen op de Ruptifs lade te staan dese navolgende stemmen.
1. Praestant 4 voedt van klaer tin, soo veel int gesicht te staen koomen Groot C9 Cis, D, Dis, E, F, Fis tot c"'.
2. Gedackt 8 voedt.
3. Floit 4 voedt.
4. Supra Octaef 2 voet.
5. Wal Fluyt 2 voet.
6. Quint 1 1/2 voet.
7. Scharp 4 voet.
8. Dulciaen 8 voet.

Ten derden, behoorde te minsten bij dit werk een pedaal waer in noch eenige fondamenteele stemmen komen die het gesang vervullen, vooreerst een sleepwindlade, met lange octaven groot C, Cis, D, Dis, 5, F, tot d' die groot en ruym genoegh is daer navolgenden stemmen op koomen te staen.

1. Prestant 8 voedt.
2. Bourdon 16 voedt.
3. Basuyn 16 voedt.
4. Cornet 4 voet.

Vervolgen dit pedal met een Coppel ing te maken dat men met het ant Rugpositiff kan an en afkoppelen met een Register, soo soude konde het een schoon pedael geeven waer op jeedts door een Braeff organist gedaen worden.

Ten vierde behooren tot dit werk Ses blaes Balgen ieder van 8 voet lang en 4 1/2 voet breedt, welke puysters bequamer sijn, en dienstiger voor dit werk, als puysters van 11 voet lang en 5 voet breedt, deese sijn te smal na de langte, en na de swaerte vervolgens hobbelaers, die een geduyrige stotinge in accoord maeken ook sijn ses puysters beter, of een of meer reddeloos wierden, Soo ras geen verleegentheydt geeft. Verder moet tot dit werk tot jeder hand, en pedal clavier, een speer ventiel en een Tremulant, dienstig om bij de voxhumana te gebruyken gemaekt worden. Wanneer de orgelmaker dit orgel hyr vooren beschreeven alles in allen deelen eerjijk als een braef orgelmaker (en niet bedriegelijk gelijk daer veel onder schuylt, gelijk de ondervindinge sulks wel heeft geleert) volveerdigt wil koomen te kosten de somma (geen prijs genoemd).

Bijgeschreven op de achterkant van dit bestek:

Jannus Radeker
na 't model van Snitger
2300.
" (14).

In het oud-archief van Meppel zijn dan nog 2 bestekken in dezelfde trant reflecterende op 't model van no 2 en no 3. Het eerste met 29 stemmen verdeeld over 2 klavieren en vrij pedaal en het tweede met 25 stemmen eveneens over 2 klavieren en vrij pedaal verdeeld. Beide ook kennelijk uit de Schnitger-werkplaats. (Zie bijlage 1 en bijlage 2 ).

Verder zijn er nog twee van de hand van Jan Harmens. Het eerste bestek van 17 stemmen verdeeld over 2 klavieren en aangehangen pedaal, terwijl de lade van het manuaal een springlade is. Het tweede bestek heeft ook 17 stemmen met dezelfde verdeling. (15).
Tenslotte is er dan de volledig uitgeschreven (in duplo) aanwezige opdracht voor Jan Harmens. Dit bestek is kennelijk een compromis tussen hetgeen Schnitger en Redeker voorstelden en wat Jan Harmens had ingebracht. Dit bestek volgt hier nog voor de volledigheid.

"Besteck van een Orgel om te maken in de kerke tot Meppel door Scholtes en vol maghten aan Mr. Jannes Harmannus woonaghtig tot Bel kum.

1.

Eerstelijk sal d'orgelmaker de strocktur met het gesneden werck maken, volgens d'afteikeninge hem ter hande gesteld en met vignet van d'ondergeschrevene Scholtes gemerct: van goed wagenschot mit die veranderinge dat de annemer in plaets van 't snijwerck aen wedersijden van 't manuael en 't ruggepositiujf sal maken voor het geheele werck bequaeme deuren van goed wagenschot.

2.

In 't Manuaal sullen gemaekt worden goede sprinck laden met opklossen soodanigh dat men de sprinckklossen kan uijtrecken sonder bewegingen van alle pijpen en voorts met registratur abstractur en windleidingen soo als behoord, sullende in dit Manuael testaen komen navolgende stemmen

1. Praestant 8 voet 47 pijpen

2. Holpijp 8 voet 47 pijpen

3. Octav 4 voet 47 pijpen

4. Floit 4 voet 47 pijpen

5. Quintadena 16 voet 47 pijpen

6. Nassat 3 voet 47 pijpen

7. Super Octave 2 voet 47 pijpen

8. Rusch pijpe 2 starck 94 pijpen

9. Mixtuir 4,5,6 starck 235 pijpen

10. Cimbel 3 starck 141 pijpen

11. Trompet 8 voet 47 pijpen

12. Vox Humana 8 voet 47 pijpen

13. Sal. De annemer nog in dit manuael en op gevoeglijckste order stellen een

Dulciaen 16 voet 47 pijpen

Totaal 940 pijpen

3.

In 't ruckpositijff een sleepwindlade met Registractur, abstractur en windleidingen daar op komen volgende stemmen

1. Praestant 4 voet 47 pijpen

2. Gedact 8 voet 47 pijpen

3. Floit dues 4 voet 47 pijpen

4. Gedact quint 3 voet 47 pijpen

5. Octav 2 voet 47 pijpen

6. Walt floit 2 voet 47 pijpen

7. Sexquialter 2 starck 94 pijpen

8. Sieflet 1 1/2 voet 47 pijpen

9. Scharp 4 starck 188 pijpen

10. Dulcian 8 voet 47 pijpen

Somma 23 stemmen daar in komen 1598 pijpen.

4.

Alle aengehangene Messing en messing drath beneffens messinge veeren en stemkrucken.

5.

Tot werck moet vyr puysters jeder acht voet langh en vyr voet breet nevens de Canalen en windrohren alle van wagenschot.

6.7.

Moeten sijn twee Clavieren van C, D, E, F, Fis, G, Gis, A, Ais, B tot c''' alles 47 claves tot jeder claveer een speerventiel.
Een pedael claveer van C tot d' tot samen 25 claves, dat pedael wordt ant manuael claveer gekoppelt.

8.

Moeten vor gedachte stemmen mit allen pijpen egael gestemmet en geintoneret worden daertoe een tremulant.

9.

De pijpen sullen gemakt worden van goed lood, welgeslagen en van behoorlijcke dickte en de prestanten sullen netjes verfoelyet en vertint worden.

10.

(dit artikel is niet opgegeven, vdKl.).

11.

De bestederen sullen laeten maken het Fundament met den solder Trappen en het puysterhuys en den annemer vorts al het onderwerck tot sijne laste hebben in voegen dat het werck geheel en al op sijne kosten buyten eenige last van bestederen sal verveerdigen en in de kercke alhyer gansch veerdigh leveren en stellen. Op welcke voorsc. conditien Scholtes en Volmaghten van Meppel dusdanigh orgel omop het allerspoendighste sonder tijt versuim verveerdigt te worden aanbestedet aan Mr. Jannes Hermannus van Belkum dir hetselve door ondertekeninge deses alsoo betuygd aen te nemen voor de somme sestijn Hondert Car: guldens ad twintig stuyvers het stucke te betalen op drie termijnen het eerste wanneer het orgel tot Meppel sal gebracht hebben, het tweede wanneer het werck door bequaeme luyden bij bestederen daer toe t'ontbieden, als wesen opgenomen en voor goed gekeurt en het derde termijn een jaer daerna, namentlijck van de tijt af dat dit werck sal wesen opgenomen en goed gekeurt. Voorts verbind sigh d'ondergescr. Orgelmaker dit orgel vijf jaaren goed t'onderhouden mits dat wanneer te Meppel sal wesen om het Orgel te Herstellen dat alsdan met behoorlijcke nooddruft werden versorgd en voor reiskosten uyt en t'huys sal genieten een ducaat tot Vuft Car: guldens Des 't oirconde sijn hyer van twee alleensluydend contracten gemaakt bij B~stederen en annemer getekend en elk eene genoten actum Meppel den 3 November

AO 1712.
getekend: Johannes Harmannus

H.Schickhart
1712 Scholtes
Hendrick Wijntjes
Hendrick Willems Backer."


Voorzien van een lakzegel (16).

Achter op het contract (het exemplaar zonder lakzegel) staat:

betalinge

1713 Den 13 October

f. 606.-.

1714 Den 15 mart

f. 50.-.

Den 6 Octob

f. 100.-.

1715 Den 30 Maij

f. 244.-.

f. 1000.-.

Den 7 october

f. 125.-.

f. 1125.-.

rest

f. 475.-.

f. 1600.-.

Opm: volgens een kladstaatje in het archief, mv. no 235, is een andere betalingsvolgorde aangehouden en ontving Jan Harmens f. 1385.-.-.

Jan Harmens heeft zich echter niet aan dit bestek gehouden. Als in 1716 de Kampense organist N.Berff het orgel komt keuren blijkt er nog al wat aan het orgel te mankeren en de dispositie wijkt af, zozeer zelfs dat er een derde klavier gemaakt is met 5 registers in de vorm van een borstwerk. Hierna volgt een lijdensweg voor Jan Harmens, die door ziekte gekweld toch moet zorgen, dat het orgel in de juiste staat wordt gebracht. De affaire sleept zich voort tot 8 januari 1721, op welke datum Jan Harmens komt te overlijden (17).

In 1721 krijgt Frans Caspar Schnitger opdracht om het orgel in orde te brengen. Na keuring door de Groningse organist Petrus Havingha, blijkt het een goed instrument te zijn en blijft het orgel in deze staat tot 100 jaar later een grote revisie nodig is (18).

NOTEN:

  1. Gustav Fock, Arp Schnitger und seine Schule, Kassel 1974, pag. 247: "1721-22 Meppel, Vollendung der 1710 van Jan Harmens aus Berlikum (Friesland) begonnenen Orgel..". Het jaartal 1710 is niet juist.
  2. o.a. Kunstreisboek voor Nederland, Amsterdam 1965, pag. 136.
  3. RA. Assen, Oud-Archief Meppel mv. nr. 246. Solempniteg betekent metbegeleiding van.
  4. T. A. Romeijn, De Hervormde Predikanten van Drenthe, Groningen 1861, pag. 141. P. A. Derks, Het orgel in de Groote Kerk te Meppel, Art. in Prov. Drentsche Courant 24 mei 1897. "..in 1626 en 1628 werden soldaten in de kerk gelegerd.. in de Wheeme (= pastorie) werd toen gekerkt.."
  5. RA. Assen, Oud-Archief Meppel, Notulen Kerkvoogdij 1664.
  6. o.a. Geschiedenis van Drenthe, Meppel 1985, pag.415-420.
  7. RA. Assen, Oud-Archief Meppel. Carspelresolutieboek 1621-1702, fol.114, 115 en 116.
  8. Idem. Carspelresolutieprotocol, mv. nr. 10. 3/4) Idem. kercken-boeck van Meppel, 1700-1733, mv. nr. S-87.
  9. Idem. Inv. nr. 102, losse stukken 1712, portefeuille 2.
  10. P. A. Derks, a.w. (zie aant.4). "...slechts één bestek met twee tekeningen, één voor een groter en één voor een kleiner orgel, zijn daarvan tot op onze tijd (1897) bewaard gebleven..". Er zijn wel meerdere bestekken in het Oud-Archief van Meppel te vinden, maar ondanks vele naspeuringen zijn geen tekeningen of "modellen" gevonden. In de kerkrekeningen (RA. Assen, Oud-Archief Meppel, mv. nr. 313 XXX) komt nog het volgende voor:
    "1712, 21 Mei, den organist van Belcom versocht tot Meppel te komen om het orgel an te nemen 0.10.-."
    "1712 7 Junij, Den 7 Jun ii met de orgel maker van Belcom over het aannemen van een orgel gesproken en denselven dach een brief van de Scholtes tot Campen wesende ontfangen waarbij de modellen van de orgels versochte om tot Campen meteen orgelmaker daar over te spreken, daarop dese modellen per expresse an de Scholtes toegezonden en met eenen an sijn Ed. te kennen gegeven hoeverre de volmachten met d'orgel maker waren versproken, an de expresse Jan Geerlinghs voor de ganck en sijn uitgeschoten en veer, en bruggegeld betaald. 1.8.-."
    "1712 8 Junij orgelmaker gelogeerd bij Allert Tumens, pander te Meppel 3.16.-.".
    Dit is dus meer dan een maand voor de brief van de Schout te Meppel hier vermeld. Het blijkt dat er zelfs te Kampen over deze opdracht gesproken is. vermoedelijk was de orgelmaker daar Joost Derck Jalinck, (zie W. D. v. d. Kleij en W. H. Zwart. Kamper Orgels 1. Kampen 1975, pag. 5 en 19-20).
  11. De gehele geschiedenis van het orgel te Meppel wordt door ons beschreven in het in bewerking zijnde boek Orgels in Drenthe. Dit boek is jammer genoeg tot nu toe niet verschenen (GJP)
  12. Idem als bij aant. 9.
    In hetzelfde archief in mv. 3313 xxx (zie aant. 10), Kerkrekeningen, komt nog o.a. voor: ( Den 30 julij..)
    ....waarop de orgelmaker (Jan Harmens) antwoorde, dat gewillig was het orgel te maken, ook praesenteerde het orgel veel minder te maken op deseifde bestek als de Groningers....
    Een opmerking, die wijst op het aandeel van Groningse (meervoud) mede-dinging naar de bouw van het orgel te Meppel en wel, zoals elders blijkt door Arp Schnitger en Jan Redeker.
  13. Deze bestekken in RA. Assen Oud-Archief Meppel, mv. no 358b.
    In bestek 4 (zie aant.15) komt nog voor:
    "Nog sullen besteders een schip leveren om 't orgel van Groningen na Meppel te voren, Edog op pericul van d'orgelmaker soo de schipper binnendoor vaart".
  14. Idem als aant.13.
    Jan Redeker blijkt een vreemde manier van schrijven te hebben. Uitdrukkingen als: "kleuteren1' en hobbelaars1t zijn zeker een eigen vinding! Hij waarschuwt ook voor bepaalde niet goed werkende orgeldelen zoals, springladen en blaasbalgen, die te lang zijn. Verder stelt hij, dat men moet oppassen voor bedriegelijk werk. Zie voor hem bij Fock a. w., pag. 261. Arp Schnitger beklaagt zich meermalen over zijn knechten en onder hen is ook Jan Redeker. Vermoedelijk wil Redeker in het geval Meppel een poging doen zelfstandig op te treden (Arp Schnitger heeft een groot werk in Hamburg onder handen).
  15. Idem als aant.13.
    Hier volgt een overzicht van de 6 bestekken uit het Oud-Archief van Meppel, aangevuld met twee van Harmens en F. C. Schnitger:
Manuaal rugwerk Borstwerk Pedaal Laen klavier blaasb pijpen Prijs
1 10 st. 7 st. - Aangeh. Spr/sl 45/23 3. 8x5v 1379 1500
2 11 st. 4 st. - Aangeh. Spr/sl 45/23 3. 8x4.5v 1115 -
3 10 st. 8 st. - 4 st. Sleep 49/27 6. 8x4.5v - 2 300
4 12 st. - 9 st. 8 st. Sleep 47/25 6. 8x4 2104 -
5 12 st. - 6 st. 7 st. Sleep 47/25 4. 7x3.5v - -
6 13 st. 10 st. - Aangeh. Spr/sl 47/25 4. 8x4v 1598 1600
7 12 st. 10 st. 5 st. Aangeh. Spr/sl 47/25 4. 8x4v 1786 1600
8 12 st. 10 st. 5 st. Aangeh. sleep 47/25 4. 8x4v 1786 2250


16. Idem als aant. 9. Zowel het hoofdwerk als het rugwerk hebben deuren gehad. De springladen met "opklossen" komen uit de Baderschool, zie Hugo Wohnfurter, Die Orgelbauerfamilie Bader 1600-1742, Kassel 1981, p. 90: "1692 werden diese neuen Laden von Johann Gottfried Bader 'Springladen mit auff Klötzen genannt"'. Het orgelfront te Meppel is niet typisch een Schnitgerprospect, maar gelijkt op dat van het orgel te Workum (1697) door Jan Harmens gebouwd.

17. RA. Assen, Oud-Archief Meppel, mv. nr. 313 XXX, Kerkrek. 1716. "1 April an een organist van Campen die het orgel alhier heeft gevisiteert betaald vier ducatons 12.12.-.". Zie ook Kamper Orgels (idem als aant. 10), p. 30 noot 17; keuringsrapport N. Berff in Inv. nr. 235.

18. F. C. Schnitger was van 1719 tot 1721 werkzaam te Zwolle, waar hij het grote nieuwe orgel in de St.Michaelskerk bouwde. Fock, a.w., p. 249 - 253. Petrus Havingha was organist van de Martinikerk te Groningen en een bewonderaar van Arp Schnitger en zijn school.

19. RA. Assen, Oud-Archief, Inv. nr. 235 nr. 24. De kosten bedroegen 650,-.-. Hierna kwam het onderhoud aan hem voor 10.-.-. per jaar, volgens het kerckenboek van Meppel, mv. nr. S-87, notulen 26 januari 1723.

Bijlage 1.

R A.Meppel, Oud-Archief Meppel, mv. no 358b (genoemd no 4)

ontwerp van een besteck tot een orgel in de Meppeler Kercke, reflecterende op't model van No 2.

1. Eerstelijk een gans nieuw stractuir off kaste van fatcoen soo als de laest gesonden afbeeltsel vertoond van suyver en droog wagenschot, 't gesneden werck in allen deelen op 't beste gemaeckt.

2. Ten tweden soo koomt' er binnen een nieuwe windlade van goed wagenschot, op deze windlade komen volgende stemmen van oijowerk te staan.

Manuael
voet pijpen
1. Prestant 8 47 in 't gesigte
2. Quintadena 16 47
3. Holpijp 8 47
4. Octava 4 47
5. Spitstloit 4 47
6. Nasset 3 47
7. Octave 2 47
8. Rouspijp 2 stark 94
9. Mixtur 4,5,6 stark 350
10. Cimbel 3 stark 141
11. Trompet 8 voet 47
12. Vox Humana 8 voet 47
12 stemmen som: 1008 pijpen

Borstwerk
3. Ten derden evenselfs een gans nieuwe windlade soo als booven geseght is daer ôp komen volgende stemmen.
voet pijpen
1. Prestant 4 47
2. Quintadena 8 47 ) Dese twee van
3. Floite dous 8 47 ) houten pijpen
4. Blokfloit 4 47
5. Octava 2 47
6. Walt floite 2 47
7. Sexquialter 2 stark 94
8. Scharp 4, 5, 6 stark 350
9. Dulcian 8 47
9 stemmen somma: 773 pijpen

Pedael.

4. Soo sich an beide sijden van het werk in 't gesigt vertoond koomt an Elk sijde een apart windlade daer op komen volgende stemmen.
voet pijpen
1. Prestant 16 25 Groot Fis in ' gesigt
2. Octava 8 25
3. Octava 4 25
4. Naghthorn 2 25
5. Mixtur 5, 6, 7 stark 148
6. Basuin (16) 25
7. Trompet (8) 25
8. Cornet (8) 25
8 stemmen som: 323 pijpen
in allen 29 stemmen

Het in 't gesighte staande pijpwerck van claer Engels tin.
Het binnen pijpwerck van een gemengde specie als 1000 Loot, 300 tin. De clavieren van 't Manuael en Borstwerk sullen gaan van C, D, E, F, Fis, G, Gis, A tot in 3 gestreken c''' en sullen gemaakt worden van palmhout en de semitonia van swart Ebbenhout seer net, en dat men 't Borstwerk an 't Manuael kan koppelen om beide gelijk te konnen spelen.
De Clavieren van 't pedael sullen gaan C, D, E, F, Fis tot in e'e'n gestreken d' in alles 25 claves.

Bij bovengenoemde werk sullen sijn 6 puysters 8 voet lang en 4 voet breet. Nog een tremulant door 't gehele werk, als mede een speerventiel tot elk clavier.
De puysters en Canalen moeten van droog en goed eiken sijn.
De veeren en anhangers van Messingdraet in de absiractur daar bij moeten de laden en puysters soo gereguleert wesen dat alle stemmen off 't volle werck soo wel konden gebruyckt werden als 1 off 2 stemmen en niet naar den asem snappen.
In somma alles wat tot een Orgel na deesen afbeeltsel behoord sullen d'Orgelmakers verschaffen, soo dat na de verveerdinge van verstandige en onpartijdige organisten voor goet gekeurd sal worden. Daer tegens sullen de besteders laten maken op hunne kosten het fundament en bodem daer 't orgel op komt te staan, benffens de kasten daar de puysters in komen te leggen en 't borstweer voor de orgel, ook eenen tot Meppel te vrijen handlanger geduyrende het arbeid aldaer en keers, vuyr soo als d'annemers in 't arbeiden te passe sal komen. Nog sullen besteders een schip leveren om 't orgel van Groningen na Meppel te voeren, Edoch op pericul van d'orgelmakers soo de schipper binnen door vaart.

Bijlage 2.
idem. (genoemd nr. 5)

Een bestek van Een nieuw Orgel na 't Model No 3.
Manauel. voet
1. Prestant 8 Het groot Fis in 't gesigt
2. Quintadena 16
3. Holpijpe 8
4. Octava 4
5. Spitsfloit 4
6. Nassat 3
7. Octava 2
8. Rouspijp 2 stark
9 Mixtur 4,5,6 stark
10. Cimbel 3 stark
11. Trompet 8 voet
12. Vo Humana 8 voet

Tot dese stemmen koomt en gansche nieuwe windlade soo als in 't besteck nro 2 gemelt is.

Borstwerk

Voet

1. Floitdoux 8
2. Bloktloite 4
3. Octava 2
4. Quinta 1 1/2 voet
5. Scharp 4 stark
6. Dulciaen 8 voet

Beneffens een nieuwe windlade dog komen volgens 't afbeeltsel in dezen geen pijpen in 't gesight

Pedael.
1. Prestant 8 voet groot C in 't gesigt.
2. bourdon 16 voet
3. Octave 4
4. Naghthorn 2
5. Mixtur 5, 6, 7 stark
6. Basuin 16 voet
7. Trompet 8 voet

Tot desen komen 2 windladen.

Also dat in allen yn 't gansche werk komen 26 stemmen, neffens 2 clavie-ren met een coppeling en een voet Clavier voor 't pedael.
Hier in 4 puysters lang 7 voet en breet 3 1/2 voet dit alles in goeden manieren, gelijk in 't besteck Nro 2 gemelt is en na aanpart genoemd.