Diever, Hervormde kerk
Geluidsopnamen Geert Jan Pottjewijd d.d.
11 maart 2017
- J.S. Bach (1685-1750):
Fuga in G BWV 576 Registratie:
Prestant 8', Holpijp 8'Octaaf 4', Woudfluit 2'
- Garmt Bouwman: Uit Vijf
intermezzi nr. 1 Registratie:
Holpijp 8', Viola da Gambe
-
William Walond (1725-1770)
Cornet Voluntary Registratie: Prestant 8', Octaaf 4', Cornet Discant
- Jacques Reuland
(1918-2008) Inventie nr. 5
Registratie: Holpijp 8', Woudfluit 2'
Informatie over de kerk
Diever 1916 (Facebook Oud Drenthe in woord en beeld)
Geschiedenis
voor plaatsing van het orgel in Diever:
1845: In dit jaar
bouwde Petrus van Oeckelen een orgel voor de
hervormde kerk van Tjamsweer. Hij gebruikte daarbij een windlade en pijpwerk van een door J.W.Timpe
gemaakt orgel.
Dit materiaal zou afkomstig kunnen zijn uit de nalatenschap van Timpe, die in
1837 overleed. Van Oeckelen en Timpe kenden elkaar uitstekend. Van Oeckelen was
organist op een orgel dat door Timpe was gebouwd.
Broekhuyzen noteert in zijn dispositieverzameling over het orgel in
Tjamsweer het
volgende:
T 22 Tjamsweer, Provintie Groningen
Het orgel in de kerk der
hervormde gemeente aldaar is gemaakt en voltooid in
1845 door Petrus,van
Oeckelen, orgelmaker te Groningen. Heeft 8 stemmen, een
handclavier en twee
blaasbalgen.
Prestant 8 vt | Viol di Gamba 8 vt | Octaaf 2 vt |
Bourdon 16 vt | Octaaf 4 vt | Woudfluit 2 vt |
Holpijp 8 vt | Fluit 4 vt |
1882: In de kerkvoogdijvergadering van
14 januari besluit men een orgel
dat voor f 1.600,- (zie bovenstaande advertentie) door de gebroeders Van
Oeckelen wordt aangeboden aan te kopen.
Transcriptie: 'Notulen der
vergadering van Kerkvoogden en Notabelen den 14 January 1882. Tegenwoordig alle
leden kerkvoogden stellen voor om een orgel het welke door van Oeckelen en zoon
te Haren wordt aangeboden voor een som van 1600 Gulden aan te kopen. Indien het
voor onze kerk geschikt is. Dit voorstel word met alle gemeene stemmen
goetgekeurt. niet meer te verhandelen zijn wordt de vergadering gesloten.'
Op
16 januari een vervolgvergadering.
Men besluit definitief het orgel aan te kopen. 'te meer omdat het plan voor
enige jaren al bestond, maar om de vele kosten toen niet tot uitvoering is
gekomen. De kosten zijn nu niet zo groot.
Kerkvoogden hebben er voor in kas f
200 zoodat de gemeente bezwaard wort met een schuld van 1400 guldenom die
jaarlijks met 100 gulden af te lossen.
gecombineerde vergadering van
Kerkvoogden en Notabelen gehouden den 12 april 1882 absent de kerkv H.G.
Werfeling en de Notabel J. Jansen
Kerkvoogdijvergadering van
12 april: 'Kerkvoogden doen
mededeling aan Notabelen dat zij het orgel hebben gekocht bij van oeckrlrm voor
1600 gulden, die het daarvoor moet plaatsen
in de kerk. de betaling zal
plaats hebben in de maand Mei 1000 gulden; de rest bij jaarlijksche termijnen
van 100 gulden zoodat Kerkvoogden nog 1000 gulden moeten lenen.
Deze wordt
hun toegezegd doch werd later weer opgezegd. Zij stellen nu voor om met
goedkeuring van den predikant f 1000 te nemen van inschrijvingen op het
grootboek behoorende tot de pastoriegoederen tegen een jaarlijksche rente van 4
percent en een jaarlijksche aflossing van 110 gulden voor de eerste maal in mei
18824. Kerkvoogden zullen het ingeloste geld dadelijk weer beleggen volgens 't
Algemeen Reglement. Dit voorstel wordt met algemene stemmen goedgekeurd' (14)
In mei komt de aanschaf van het
orgel aan de orde in de kerkenraad. f 1.000,- certificaten NWS van de pastorie
zullen worden verkocht voor de betaling van een deel van het orgel.
Hierover
wordt 4% rente betaald en een aflossing van f 100,- per jaar.
De ingebruikname vond plaats op tweede paasdag 10 april 1882 door ds. Drijber en het
orgel werd bespeeld door dhr. J. Kuiper, hoofd der school en ook organist, alsmede koster.
Tekst van de preek van ds. Drijber.
Een deel van het werk werd uitgevoerd door de plaatselijke dorpstimmerman
Johannes Noorman. Johannes was een zoon van Hilbert Noorman, eveneens
timmerman te Diever. Hilbert was de 4e zoon van Jannes Noorman en
Hilligje Hendriks en woonden in Wapse.
De oudste zoon van Jannes en Hilligje was Hendrik (Jannes) Noorman
(1807-1882), die eveneens timmerman was. Hendrik vertrok na zijn
huwelijk naar Oosterwolde waar hij eveneens dorpstimmerman werd. Het is
deze Hendrik Noorman die in de periode 1860 - 1866 het orgel in de
Hervormde kerk van Oosterwolde gebouwd heeft. (06)
Provinciale
Drentsche en Asser courant 04-04-1882, Provinciale
Drentsche en Asser courant 18-04-1882, Stemmen voor
waarheid en vrede jrg 18, 1882 [volgno 2] 01-01-1882
In
de staat van ontvangsten en uitgaven komt in
1883 het orgel voor de eerste keer
voor. Voor onderhoud wordt f 15,- begroot en de orgeltrapper krijgt f 18,- per
jaar. Dit bedrag wordt pas in 1920 verhoogd naar f 30,-
De organist krijgt
geen salaris. Hij moet zijn inkomen halen uit een deel van de pastoriegoederen.
(11)
1885: De vervolgbundel van de Evangelische Gezangen wordt
ingevoerd.
Provinciale
Drentsche en Asser courant 03-11-1885
1886:
Onderhoud aan het orgel voor het
bedrag van f 198,35 1/2 (11)
1897:
Koster/organist Kuiper verzoekt om
beëindiging van zijn taak om de kerk schoon te maken en het opsteken van de
lampen in de wintermaanden. In de vergadering van 22 januari wordt besloten
iemand te zoeken voor deze werkzaamheden. (14)
1898: Op 14 januari
meldt de kerkvoogdij aan het College van Toezicht dat de lening van f 1.000,-
die voor de aanschaf van het orgel in 1882 volledig is afgelost. (12)
1915;
Blikseminslag in de toren
Provinciale Drentsche en Asser courant 13-08-1915, De courant
17-08-1915, Nieuwsblad van het Noorden 13-08-1915
1917:
In de vergadering van 28 september
verzoekt koster/organist Kuiper om een duurtoeslag omdat zijn bouwland van de
kosterie minder heeft opgebracht.
Het verzoek wordt afgewezen omdat de
opbrengst van de opbrengst van de kosteriegoederen voldoende is en er nog nooit
een uitzondering is gemaakt.
1920: In de
kerkvoogdijvergadering van 19 maart
wordt besloten het traktement van de orgelblaastrapper G. Dekker op zijn verzoek
te verhogen naar f30,- per jaar
Ansichtkaart 1928
1929: Op 22
november en 22 december komt de verkoop van een deel van de pastoriegoederen
aan de orde. De opbrengst komt ten goede aan de predikant en aan de koster/organist.
Provinciale Drentsche en Asser courant 14-07-1931, 08-10-1932
Ansichtkaart
Reliwiki (01)
193x: Johan
van Meurs noteert de gegevens van het orgel in zijn dispositiecahier. (10)
Klik op de afbeelding voor een vergroting
193x: De
organist hoeft zijn inkomen niet meer te halen uit de pastoriegoederen, maar
krijgt voortaan f 208,- per jaar betaald. (11)
De
organiste J. Mulder wordt betaald uit de opbrengsten van de kosterij. In
1931 krijgt zij f 200,- en in
1932 f 230,- uitbetaald. (18)
1954-1959: Vooraf aan de restauratie van de kerk wordt het orgel in
1955 gedemonteerd en opgeslagen. Tijdens de demontage van het orgel wordt een
oude oorkonde in het orgel gevonden.
In de begroting van februari 1954 voor
de restauratie van de kerk staat een bedrag opgenomen voor 'Afdekken orgel' met
daarachter tussen haakjes: '(verplaatsing naar achter H.). Aan materialen wordt
er f 120,- en aan lonen f 60,- begroot.
Op
31 juli schrijft de Rijksdienst
voor Monumentenzorg dat er onderzocht wordt of de gevonden balkgaten van de
orgelgalerij weer zouden kunnen worden hergebruikt. Die zal echter problemen
opleveren vanwege de aanwezigheid van het orgel.
Van de restauratie wordt
door de restauratiecommissie verslag gedaan in een viertal getypte brochures
vanaf 1 september 1954 t/m 15 februari 1961. In deze brichures wordt
voornamelijk een overzicht gegeven van alle activiteiten om aandacht te
genereren en om financiële steun te verkrijgen. In nr. 3 wordt gemeld dat er een
nieuw orgelbalkon wordt gemaakt. (19)
Bij
de demontage van het orgel werd een
doosje in het orgel gevonden met daarin een oorkonde met de volgende tekst:
'Dit
orgel is vervaardigd door de Heeren van Oekelen, met roem bekend als
orgelfabriekanten, te de Punt, bij Groningen; de hangzolder, waarop het is
geplaatst, is gebouwd door de timmerlieden Eilbert Noorman, zijne beide zonen
Jans en Johannes, en den leerling Geert Andreae.
In dezen tijd waren
Kerkvoogden Frederik Gornelis Offerein, president; Anneus Theodorus Andreae,
secretaris. Roelof Jans bij de Berg; Hendrik Geerts Wesseling; Jakob
Wichers van der Veen.
Op plechtige
wijze is het ingewijd op den 11en April 1882, tweeden Paaschdag, onder de
leiding van den toemalige predikant dezer gemeente Roelof Hermannus Drijber.
Als eerste organist trad op Johannes Kuiper, vanaf 15 April 1882 als
hoofd der school en Koster te Diever werkzaam.
Lang prijk’ dit instrument in
Dieverse heiligdom!
Lang spreek' het treffend schoon tot ‘t saamgestroonde
volk'!
Diep roer' het d'eelste snaar van ’t menscheijk gemoed,
En voer'
het op als in de hemelkoren!
Veel draag' het by tot liefde, hoop, geluk -
Tot eer van God, den menschen zelf tot heil!
Ds Dr.
Het afschrift bleef bewaard. (20)
De
Heerenveensche koerier 06-07-1955, Provinciale Drentsche en Asser courant
06-07-1955
De hervormde Orgelcommissie schrijft in
een brief van 30 november 1955 aan de
kerkvoogdij van Diever dat men gehoord heeft dat de kerk wordt gerestaureerd.
Men wil de kerk graag van advies dienen hoe het orgel tijdens de restauratie kan
worden beschermd. (07)
1959: Herplaatsing van het orgel in de kerk door Lucas Rinkema uit
Woldendorp. De kas wordt wit
geschilderd. Nieuwe magazijnbalg. Het orgel wordt verplaatst naar een nieuw orgelbalkon tegen de westzijde van de kerk.
Uit een brief van 8 mei die de
kerkvoogdij van Diever aan de kerkvoogdij van
Rolde schrijft blijkt dat Rinkema het
orgel gedurende de kerkrestauratie heeft gedemonteerd, gerestaureerd en weer
heeft herplaatst voor f 3,407,37 inclusief de levering van een windmachine voor
f 760,-. Dit blijkt ook uit een
kostenoverzicht van de restauratie van de kerk. (09)
De kerk wordt op 14 mei weer in
gebruik genomen. (16)
1965: In een
het register van beschermde monumenten van
27 juli wordt het orgel genoemd
als onderdeel van de inventaris. Het wordt gedateerd in 1882 en toegeschreven
aan Van Oeckelen.
Foto vanuit http://www.kerkeninbeeld.nl
Artikel in de
Mixtuur nr. 11 1973 door W.D. van der Kleij
Uit vermoedelijk de jaren '70
dateert een brief van de
kerkvoogdij aan monumentenzorg waarin subsidie wordt gevraagd voor
onderhoudswerkzaamheden. Voor restauratie van het orgel wordt f 4.000,- begroot.
(19)
1977: Onderhoud gaat over naar de firma Mense Ruiter.
1982: Mense Ruiter vervangt het oude pedaal (C-a) door een oud pedaal van Van Oeckelen (C-d1). Reparaties
xxxx
1983: Op
15 juni schrijft Mense Ruiter
naar aanleiding van een bezoek aan het orgel op 2 juni. De volgende
verbeteringen zijn mogelijk:
- Lekke houten pijpen opnieuw verlijmen.
- Verbeteren onregelmatigheden in de intonatie en de speelmechaniek
-
Originele registerknop voor de niet originele registerknop van de Bourdon
16'
- Dubbelwandige kist voor de windmotor
- Pedaalklavier vervangen
door een origineel Van Oeckelen pedaalklavier van C-d1 en uitbreidening
van het wellenbord. Ook de ligging van het pedaal wordt gecorrigeerd.
-
Orgelbank wordt vernieuwd vanwege het grotere pedaalklavier met
gebruikmaking van de originele zijwangen
- Toevoegen van 12 ontbrekende
pijpen in het groot octaaf van de Trompet. De grootste pijpen van de
Speelfluit 4'moeten op een aparte bank worden afgevoerd. De mensuur van de
Trompet zou enger moeten zijn.
Tenslotte wordt opgemerkt dat de windlade
gerestaureerd zou moeten worden. (15)
Uit deze tijd
stamt ook de actie 'een moment voor een monument'. Zie
tekst. (20)
Nieuwsblad
van het Noorden 30-07-1984
1984: Op
12 juli schrijft Ruiter naar
de kerkvoogdij dat het stemmen van het orgel nauwelijks meer lukt vanwege
lekkage in de windlade. De oorzaak is te zoeken bij de kerkverwarming.
De windlade dient op zodanage wijze te worden gerestaureerd dat hij beter
bestand is tegen de kerkverwarming. (15)
1985: Op 8 juli
vraagt de kerkvoogdij aan het Prins Bernard Fonds of ze in aanmerking
kunnen komen voor een subsidie.
Op
25 juli schrijft het Prins
Bernard Fonds dat ze alleen subsidie kunnen geven als het orgel op de
monumentenlijst staat.
Op 15
augustus schrijft het Prins Bernard Fonds dat op grond van de brief
van 6 augustus uit Diever het verzoek zal worden behandeld.
Op
1 oktober schrijft de
Hervormde orgelcommisie dat dhr. Van Straten contact met de kerkvoogdij
zal opnemen om het orgel te bezoeken.
Op
18 november schrijft de
kerkvoogdij aan de Hervomde Orgelcommissie dat ze het
voorlopige rapport van 13
november hebben ontvangen. Het orgel werd onderzocht door Rudi van Straten.
Het rapport bevat echter geen nieuwe inzichten. De kerkvoogdij wil graag
advies voor het aanvragen van subsidie en het aanstellen van een adviseur.
In het rapport wordt gesteld dat de schade aan het orgel is ontstaan door
de heteluchtverwarming, waardoor de windladen zijn gescheurd.
Op 29 november schrijft de
Hervormde Orgelcommissie een antwoord op een brief van 18 november. De
eerste stap is de benoeming van een adviseur. Voorgesteld wordt Stef
Tuinstra. (20)
Krantenbericht uit een onbekende krant. Vermoedelijk in 1985. Klik op de afbeelding voor een
vergroting
Drents en Asser Courant 15 juni 1985 (19) klik op de
afbeelding voor een vergroting
Meppeler
Courant 1985-06-17. Een wat te enthousiast bericht. De concerten en de
voorbereidingen waren begonnen. De restauratie zou echter pas in 1992 beginnen.
Nieuwsblad
van het Noorden 25-06-1985, Leeuwarder
courant 05-08-1988
Kleurstelling voor de restauratie (20) (klik op de
afbeelding voor een vergroting)
1986: Op
15 januari schrijft de
Hervormde Orgelcommissie dat ze blij zijn met de benoeming van Stef
Tuinstra tot orgelaviseur. Aan het einde van het restauratietraject zullen
ze de restauratie beoordelen.
Op
18 januari aanvaardt Stef
Tuinstra zijn benoeming tot adviseur van de restauratie. Hij neemt contact
op met organist Mar Bruinzeel en gaat het orgel op 24 januari bezoeken.
Op 29 mei schrijft de
gemeente Diever dat er een nieuw subsidiesysteem voor monumentenzorg is
ingesteld. Graag voor 20 juni bericht wat de plannen zijn. (20)
1987: Op
18 februari beschrijft Ruiter
de uit te voeren werkzaamheden voor technisch herstel en consolidatie in
de huidige vorm. De bovenzijde van het cancellenraam wordt voorzien van
een hechthouten dak om de windlade te beschermen
tegen de kerkverwarming. Hoewel er weinig ruimte is om een register toe te
voegen ziet Ruiter mogelijkheden voor de toevoeging van een Cornet.
Op
2 maart schrijft de gemeente
Diever dat er tot 1 april 1990 nog een aanvraag tot subsidie kan worden
ingediend. Het budget van f 41.978,- is nog niet volledig gebruikt.
In april schrijft Stef Tuinstra een
rapport over de geschiedenis
van het orgel en de huidige staat van het instrument.
In het rapport
wordt het volgende pijpwerk aan Timpe toegeschreven: metalen pijpwerk
Bourdon 16', kleine pijpwerk van de Prestant 8' (afkomstig van de Octaaf
2'), Octaaf 4', Spitsfluit 4' en de Woudfluit 2'(was oorspronkelijk een
Flageolet 1'). Dit pijpwerk werd bij de plaatsing in Diever een halve toon
opgeschoven.
Op 23
april schrijft Ruiter aan de kerkvoogdij dat ze het verzoek hebben
gekregen van orgeladviseur Stef Tuinstra om een offerte te maken voor het
vernieuwen van de windvoorziening en het completeren van het groot octaaf
van de Trompet 8'.
De huidige balg en windmachine dateren van de
kerkrestauratie uit de jaren '50. De balg is te klein. Deze balg kan
worden vervangen door een spaanbalg. die onderin de orgelskas of naast het
orgel kan worden geplaatst. Kosten: f 6.600,-
De huidige Trompet vanaf
c heeft een wijde bekermensuur en . Overwogen zou kunnen worden de Trompet
te vervangen door een nieuw exemplaar in een engere mensuur. De kosten
bedragen f 13.800,- Stelpost voor het eventueel inkorten van de lange
voeten van de Fluit 4' : f 1.000,-
Op
27 april schrijft Ruiter aan
de kerkvoogdij. Er is overlegd met adviseur Stef Tuinstra. Geen spaanbalg,
maar een magazijnbalg onderin het orgel. De aanwezige zwemmerbalg kan
worden gebruikt als voorbalg. De kosten worden geschat op f 6.600,-.
Toevoeging van een opslaande tremulant kost f 1.500,- Restitutie van de
aanwezige Trompet levert f 5.000,- op.
Op
29 april maakt adviseur Stef
Tuinstra een kostenbegroting op. De begroting is gesplitst in de kosten
voor de restauratie en de kosten voor de uitbreiding met een Cornet en de
vervanging van de Trompet. Daarnaast is er een stelpost van f 5.000,- voor
de reconstructie van de oorspronkelijke kleuren van de orgelkas.
Op
29 april vraagt organist Mar
Bruinzeel subisdie aan bij B&W van Diever. Deze aanvraag is gebaseerd op
een concept van adviseur
Tuinstra.
Op 30 juli
beantwoordt de gemeente Diever de brief van 29 april. De restauratie van
het orgel wordt meegnomen in de raming voor 1991. Bij de behandeling van
de begroting voor 1988 beslist de raad over het toekennen van een
gemeentelijke subsidie. (15) (20)
1988: Op 8
augustus schrijft de gemeente Diever dat ze de subsidiebedragen naar
voren hebben gehaald, omdat er voor 1993 nog geen budget was vastgesteld.
Hierdoor kan ook de voorfinanciering worden beperkt.
Op 22
augustus schrijft de kerkvoogdij aan Ruiter dat in de offerte van 18
februari 1987 wordt voor een restauratie en uitbreiding gesproken over een
bedrag van f 55.000,-
In de offerte van 23 april gaat het over een
bedrag van f 25.000,- Een vervolgens nog een toevoeging per 27 april van f
4.000,-
Vragen:
- Zijn de eerder gedane offertes nog van kracht?
- Wanneer kan met het werk worden begonnen en hoeveel tijd neemt het in
beslag?
- Wat is nu eigenlijk het juiste bedrag?
- Vallen de
uitbreidingen niet onder de subsidie?
Op 6 september antwoordt Ruiter
dat de uitgebrachte offertes nog geldig zijn, behoudens een lonnkostenstijging
van 1,65%. Uitvoering van de restauratie zou kunnen van april- augustus 1990.
Duur van het werk is circa 16 weken.
Op
14 september schrijft de
kerkvoogdij aan Ruiter dat ze ingaan op de offerte van Ruiter.
Op
7 oktober dankt orgelmaker Ruiter
voor de verleende opdracht. De restauratie zal worden uitgevoerd in de periode
april-augustus 1990. Graag de namen van de kerkvoogden, zodat een contract
kan worden opgemaakt.
Op 10 oktober
kent het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur een subsidie
toe van 80% van f 52.772,- zijnde f 42.218,-.
De subsidie zal in delen
in 1990, 1991 en 1992 worden uitbetaald. Het toevoegen van de Cornet en
een tremulant worden niet gesubsidieerd.
Niet goedgekeurd wordt een
eventuele uitbreiding van de windlade en het vervangen van de Trompet. Wel
kan een groot Octaaf worden toegevoegd als de weindlade daavoor niet
behoeft te worden uitgebreid.
Op 1 november
schrijft Stef Tuinstra dat onderzocht zal worden of het completeren van groot
octaaf in de Trompet op een andere wijze kan gebeuren dan eerst beschreven.
De toevoeging van de Cornet en de tremulant blijft gehandhaafd. De kosten van
deze uitbreidingen zijn niet subsidiabel. Ook zal moeten worden gekeken of het
mogelijk is het schilderwerk en de wijziging van de balustrade subsidiabel te
krijgen.
De stelpost van f5.000,- voor het schilderwerk is te laag.
Decoratierestaurateur Muller uit Zuidhorn zal een kleuerenonderzoek moeten
uitvoeren.
Op basis hiervan kan een gewijzigde offerte worden gemaakt en
worden ingediend voor subsidie.
Ongedateerde
beschrijving van het orgel. (15)
(20)
1989:
Op 13 februari bedankt
Bruinzeel het Prins Bernard Fonds voor de toekenning op 6 februari van een
subsidie van f 6.000,-.
Van 8 juni dateert een
herschrijving van het op 18 februari 1987 uitgebrachte plan.
Van
14 juni dateert een offerte
van de restauratieschilder Helmer Hut. De huidge witte kleur is
aangebracht tijdens de restauratie van de kerk in de jaren '50. De
oorspronkelijke kleur was palisander/mahonie in een groffe structuur. Het
snijwerk bronsgroen met op de hoge kanten goudbrons.
Herstel van de
oude kleuren wordt geschat op f 45.000,- en het opnieuw schilderen in de
huidige kleuren wordt geschat op f 30.000,-.
Het contract tussen kerkvoogdij en
orgelmakerij Mense Ruiter werd gesloten op 19 juni 1989. De aanneemsom was f
99.332,43.
Op 22 juni schrijft
Lammert Muller aan Tuinstra over het te verrichten schilderwerk. Hij heeft
op 20 juni een bezoek aan de kerk gebracht. Aanwezig daarbij waren
organist Bruinzeel en schilder Wind. Onderzoek wees uit dat het orgel twee
kleurperiodes heeft gehad. In de eerste periode een palisander of
mahonie-imitatie en in de tweede periode wit met enkele goud-accenten.
Tijdens de restauratie in de jaren '50 is de orgeltribune vergroot, zijn
er vier ondersteunende zuilen toegevoegd en is de orgelkas in wit
overgeschilderd. Door de grijze kleur van de bepleistering werd de kerk
erg donker. Vermoedelijk heeft men daarom besloten het orgel wit te
schilderen om het meer op te laten vallen. Muller stelt voor om een licht
mahonie-imitatie aan te brengen. De zuilen schilderen in een
marmer-imitatie met als kleur Napoleon-rouge. DE kosten worden ingeschat
op f 19.500,-
Op 26 juni
stuurt Tuinstra een brief naar de kerkvoogdij met een aantal bijlagen.
Voor het schilderwerk beveelt hij Lammert Muller aan. De opzet van het
gewijzigde plan is doorgenomen met de rijksorgeladviseur
Van
26 juni dateert een
hernieuwde kostenbegroting van de subsidiabele kosten voor een bedarg van
f 101.081,80. De niet-subsidiabele kosten bedragen f 36.212,70. (15)
(20)
.
1990: Op
7 mei worden de gemaakte
restauratieafspraken van 18 april door Ruiter bevestigd.
- Borstwering
volgens onderstaande tekening
- Oude windmachine hergebruiken
- Afspraken
rond balg en windkanalen
- Inliggende tremulant naar Timpe
- Windlade
krijgt aan onder- en bovenzijde hechthoutplaten vanwege de agressieve
kerkverwarming
- Geen mogelijkheden voor de deling van de Trompet
- De
toegevoegde Cornet krijgt een stok en sleep onder het cancellenraam. Hiervoor
worden de vervoersstokken van de Prestant 8' ingekort met 5 cm. (15)
Klik op de afbeelding voor een vergroting
Op
19 oktober 1990 wordt een stukje
metaal van de Octaaf 4' naar Stinkens gestuurd. Kan dit worden geanalyseerd? De
resultaten worden gebruikt voor het maken van een toe te voegen Cornet.
Op
30 november geeft Ruiter de maten
van de toe te voegen Cornet door aan pijpenmakerij Stinkens.
Op
4 december correspondeert Ruiter
met orgelpijpenmakers Stinkens over de toe te voegen Cornet. (15)
1991: Op 15
februari schrijft Ruiter dat de werkzaamheden uitlopen vanwege ziekte. De
schilderwerkzaamheden aan de orgelkas kunnen echter wel plaatsvinden. Dit dient
te gebeuren vooraf aan het intoneren.
Op
5 juni schrijft organist Mar
Bruinzeel namens de orgelcommissie van Diever dat de restauratie ver achter
loopt. De plaaning was april-augustus 1990.
Op
6 juni beantwoordt Stef Tuinstra de
brief van 5 juni. De werkzaamheden zijn uitgelopen vanwege ziekte van diverse
personeelsleden van de orgelmakerij. Het schilderwerk kan op dit moment nog niet
worden gekeurd. De afstemming tussen schilder en orgelmaker verliep niet altijd
even goed. Het werk zal worden voltooid door Muller. Afwerken en intoneren zal
nu plaats vinden in de maand juni en juli.
Op
6 juni schrijft de Stichting
Behoud Kerkelijke Gebouwen in Groningen (SBKGG) aan Tuinstra dat de
restauratie niet volgens schema verloopt. Over get schilderwerk bestaan de
nodige twijfels.
Op
7 juni stuurt Ruiter de mensuren
van de toe te voegen Cornet naar pijpenmakerij Stinkens. Het tinpercentage is
38%. Verwachte levertijd is spetmeber 1991.
Op
18 juni schrijft orgelpijpenmakerij
Stinkens dat de 12 bestelde prijpen voor de completering van het groot octaaf
van de Trompet 8' in september geleverd kunnnen worden. Ook worden dan 15
gerestaureerde pijpen terug geleverd.
Op
27 juni geeft Ruiter de planning
van werkzaamheden door. Op dit moment worden de labiale stemmen geïntoneerd. Dit
zal rond 3 juli zijn afgerond. Daarna wordt de nieuwe Cornet geplaatst en
geïntoneerd. De Trompet zal daarna worden geïntoneerd. De nieuwe trompetpijpen
voor het groot octaaf zullen eind september worden geleverd.
Op
2 juli schrijft de
kerkvoogdij dat De werkzaamheden van de orgelmaker en de schilder nu beter
worden gecoördineerd. Er wordt weer de nodige voortgang geboekt. Er wordt
een vlotte voltooiing verwacht.
Op
16 juli schrijft Ruiter dat de
werkzaamheden in de kerk uitlopen omdat de kerk door activiteiten niet
beschikbaar was. Het voorstel is om de Trompet 8' in één keer eind september met
het toegevoegde groot octaaf te intoneren.
Op
1 oktober schrijft Ruiter dat het
orgel op 9 oktober wordt gestemd en de Cornet verder wordt afgewerkt.
Op
30 oktober schrijft adviseur
Stef Tuinstra aan organist Bruinzeel. De tremulant is nog niet goed en zal
opnieuw worden bekeken. Ook de stemming laat nog te wensen over. Ook het
tempo van werken van de orgelmakers heeft zijn aandacht. Er wordt op dit
moment gewerkt aan de Trompet. De Cornet is zachter dan bij een Van
Oeckelen Cornet gebruikelijk is. Indien mogelijk een ontmoeting in de kerk.
Hij sluit ook een stemschema
bij.
Op 4 november
spreekt Bruinzeel zijn zorgen uit over de gang van zaken. De nieuwe cornet
is nog niet naar tevredenheid, de windvoorziening is nog lang niet
optimaal en ook het schilderwerk is nog niet volgens verwachting. Het
vertrouwen in Monumentenzorg is geschaad.
Op
18 november meldt Ruiter dat de
restauratie is afgerond. Op 13 november heeft een keuring plaatsgevonden met
adviseur Stef Tuinstra, O.B. Wiersma van Monumentenzorg, Veldkamp en Tamminga
van orgelmakerij Ruiter en organist Mar Bruinzeel. Op enekele kleine punten na
is de restauratie goedgekeurd. Voor de ingebruikname in 1992 zullen nog enkele
kleine punten worden afgewerkt: Afwerking van de toegevoegd trompetpijpen van
het groot octaaf, enkele hoogste cornetpijpen en het klein octaaf van de Octaaf
4'. Het orgel dient eerst te acclimatiseren en in het voorjaar is het
stookseizoen ook afgesloten.
Op 11
december informeert Ruiter de Orgelcommissie van de hervomde Kerk over de
voortgang van de restauratie. Het orgel is inmiddels goedgekeurd door Stef
Tuinstra en O.B. Wiersma in aanwezigheid van de organist Mar Bruinzeel en
Veldkamp van orgelmakerij Ruiter.
Een paar werkzaamheden zijn nog uitgesteld
vanwege de defekte kerkverwarming: Afwerking van enekele toegevoegd tompetpijpen,
Een deel van de Cornet enhet klein octaaf van de Octaaf 4'.
Verslag
bespreking op 23 december tussen
Stef Tuinstra, L. Muller (kunstrestaurateur) en H. Boerema van Monumentenzorg.
Onderwerp van gesprek is de beoordeling van het schilderwerk aan het orgel. Voor
het schilderwerk is gekozen voor een plaatselijke schilder omdat de offerete van
Muller te veel kosten met zich mee bracht. Aanvankelijk leek het resultaat
veelbelovend. Het marmerwerk was prima. De kwaliteit van de houtimitatie was
echter teleurstellend. Dit is toen opnieuw uitgevoerd. Vanuit de kerk leek het
prima, maar inspectie van dichtbij bracht aan het licht dat de vernis met twee
matte lagen op elkaar, waardoor glansvelkken en -strepen ontstaan. Het beste is
nu een nog een glanslaag aan te brengen. (15) (20)
1992: Het orgel werd in gebruik genomen op 13 juni 1992 met een
orgelbespeling door adviseur Stef Tuinstra en organist Mar Bruinzeel. Zie
uitnodiging en de
ingebruikname-brochure.
In de
toespraak van de kerkvoogd wordt
nog een plan ontvouwd voor de aanschaf van een koorogel. Helaas is het daar niet
van gekomen. (15-04-2024)
Op 2
september verscheen het eindrapport
van de Orgelcommissie van de Hervomde kerk. Het rapport werd geschreven door
Aart van Beek die het orgel op 12 juni bezocht. (15)
Ontwikkeling dispositie:
1845 | 1882 | 1991 |
Prestant 8 vt | Prestant 8 vt | Prestant 8 vt |
Bourdon 16 vt | Bourdon 16 vt | Bourdon 16 vt |
Holpijp 8 vt | Holpijp 8 vt | Holpijp 8 vt |
Viol di Gamba 8 vt | Viol di Gamba 8 vt | Viol di Gamba 8 vt |
Octaaf 4 vt | Octaaf 4 vt | Octaaf 4 vt |
Fluit 4 vt | Fluit 4 vt | Fluit 4 vt |
Octaaf 2 vt | Octaaf 2 vt | Octaaf 2 vt |
Woudfluit 2 vt | Woudfluit 2 vt | Woudfluit 2 vt |
Trompet 8 vt (vanaf c) | Trompet 8 vt (vanaf C) | |
Cornet | ||
Foto Reliwiki (01)
De volgende werkzaamheden werden verricht:
Dispositie: Timpe 1830 (T), Van Oeckelen 1845 (O), gebr. van Oeckelen 1882 (Oo), Mense Ruiter (R)
Manuaal I | Pedaal | |
Bourdon | 16' (T,O,Oo) | C-d1 |
Prestant | 8' (T,O,Oo) | |
Holpijp | 8' (Oo) | |
Viola da gamba | 8' (Oo) | |
Octaaf | 4' (T,Oo) | |
Speelfluit | 4' (T,Oo) | |
Woudfluit | 2' (T) | |
Cornet | IV discant (R) | |
Trompet | 8' (Oo,R) |
Tremulant (R)
Bericht uit onbekende krant. Klik op de afbeelding voor een vergroting
Meppeler Courant 1992-06-01 en 1992-06-12
De restauratie is
beschreven in het tijdschrift "De
Mixtuur" nr. 79 1992 (04)
1994:
Advies van Mense Ruiter omtrent de
luchtvochtigheid in de kerk
1996:
In maart schrijft Ruiter dat ze een
aantal mechanische storingen hebben opgelost. De oorzaak is de zeer lage
luchtvochtigheid van soms wel 20%. Deze lage waarden vallen buiten de garatie.
Misschien is het mogelijk een luchtbevochtiger op de hete lucht verwarming aan
te sluiten. De luchtvochtigheid dient binnen de marge van 505 - 70% te blijven.
Op 7 augustus wil de kerkvoogdij
van Ruiter graag antwoorden op het probleeem met de te lage luchtvochtigheid.
Kan er luchtbevochtiging in het orgel? Wat zijn de kosten? Welke firma's leveren
deze apparatuur?
Op 15 augustus
antwoord van Ruiter. het is mogelijk een kleiene luchtbevochtiger bij het orgel
te plaatsen. Er zijn hoede ervaring met de Brune 844. Het apparaat kan niet in
de orgelkas worden geplaatst vanwege ruimte gebrek. Graag overleg plegen met
adviseur Stef Tuinstra. (15)
1999: De
nieuwsbrief van de Stichting
Drents-Overijsselse Kerken van december 1999 heeft de Stichting Vrienden van de
Oude Kerk te Diever tot onderwerp. Over het orgel wordt het volgende gezegd:
'Het Van Oeckelen-orgel dateert uit het eind van de 19de eeuw'.
2004: Bij
onderhoud constateert orgelmakerij
Ruiter dat het instrument behoorlijk vervuild is geraakt, waardoor er hoger
gestemd moet worden, waardoor beschadigingen kunnen ontstaan. Ook vertoont het
klavier veel slijtage.
Voorgesteld wordt het orgel te reinigen en het klavier
in de werkplaats te voorzien van nieuw beenbeleg. (15)
Organisten:
Bronvermelding: